De missie van de Spitzer-ruimtetelescoop komt na een periode van ruim zestien jaar ten einde. Ruimtevaartorganisatie NASA laat weten dat de telescoop inmiddels een deel van de laatste data heeft ontvangen en verzonden.
De NASA liet woensdag op Twitter nog zien dat de schotels van het Californische Goldstone-complex, onderdeel van NASA's Deep Space Network, nog data ontvingen en verzonden van en naar Spitzer. Op het moment van schrijven is dat ten einde. Donderdag stopt de missie van de Spitzer Space Telescope definitief en wordt het in augustus 2003 gelanceerde observatorium niet meer gebruikt.
Misschien wel een van de belangrijkste ontdekkingen van Spitzer is de bevestiging dat er in totaal zeven planeten rondom de in 2017 ontdekte ster Trappist-1 cirkelen. Daarbij kon het observatorium moleculen detecteren in de atmosfeer van exoplaneten en stond de telescoop aan de basis van de eerste metingen van temperatuurvariaties en de wind in de atmosfeer van een exoplaneet.
Links een afbeelding van de Tarantulanevel in de Grote Magelhaense Wolk, waarbij de verschillende kleuren staan voor verschillende golflengten van infraroodlicht. Daarnaast een foto van sterrenvorming in de Rho Ophiuchi-nevel op zo'n 407 lichtjaar van de aarde.
Volgens Paul Hertz van de NASA heeft Spitzer wetenschappers geleerd hoe belangrijk infraroodlicht is voor het begrijpen van ons universum, zowel voor onze directe kosmische omgeving als voor de verste sterrenstelsels. Spitzer was volgens Hertz ontworpen om 'het koude, oude, en stoffige' te onderzoeken, wat met name met infraroodlicht goed is te bestuderen. Dit deel van het spectrum gaat van 700nm tot ongeveer 1mm. Door het gebruik van verschillende golflengten kon Spitzer verschillende kenmerken van het universum observeren.
Het koude slaat vooral op objecten die te koud zijn om veel zichtbaar licht uit te stralen, zoals exoplaneten, bruine dwergen en de koude materie in de ruimte tussen sterren. Met het oude wordt gedoeld op heel verre sterrenstelsels. Het licht van deze stelsels doet er miljarden jaren over om de aarde te bereiken. Spitzer heeft in samenwerking met de Hubble-telescoop het verste door mensen ontdekte sterrenstelsel gevonden, genaamd GN-z11. Licht van dit sterrenstelsel doet er 13,4 miljard jaar over om ons te bereiken. We zien dit sterrenstelsel zoals het 13,4 miljard jaar geleden was; slechts 400 miljoen jaar na de oerknal. Dankzij de twee observatoria weten wetenschappers nu dat zulke vroege sterrenstelsels zwaarder zijn dan eerder werd aangenomen.
Daarnaast richtte Spitzer zich ook op interstellair stof, wat aanwezig is in de meeste sterrenstelsels. Dit stof kan zich mengen met gas in enorme wolken en daar condenseren om sterren te vormen, waarna de overblijfselen ook aan de basis kunnen staan van planeetvorming. Door het gebruik van een spectroscoop kon Spitzer de chemische samenstelling van het stof analyseren en zodoende bijdragen aan meer kennis over welke ingrediënten planeten en sterren vormen. Spitzer kon met bepaalde golflengten ook door het stof heen kijken, wat met zichtbaar licht niet lukt. Daardoor kon de telescoop objecten, nevels en gaswolken ontdekken die anders niet zichtbaar waren.
Spitzer draait om de zon en bevindt zich op grote afstand van de aarde, wat bijdraagt aan het koel blijven. Dat is belangrijk om waarnemingen met infraroodlicht niet te verstoren. Daartoe is het observatorium ontworpen om koel te blijven en te opereren op temperaturen van -267 graden Celsius. Het voor de koeling benodigde helium raakte in 2009 op, maar door zijn afstand tot de aarde kon Spitzer op -244 graden Celsius blijven observeren in twee infraroodgolflengten. Deze 'warme' missie heeft meer dan tien jaar geduurd, beduidend langer dan de 'koude' missie. De James Webb-telescoop moet in 2021 de ruimte in gaan en is deels te beschouwen als de opvolger van Spitzer, mede omdat ook deze telescoop zich zal richten op het infrarode deel van het spectrum.