Alle apparaten gaan er door de nieuwe energielabels wat verbruik betreft minder aantrekkelijk uitzien. Hierdoor worden fabrikanten geprikkeld om energiezuinigere producten te ontwerpen. Dat is geen eenvoudige opgave, want er is een flink hogere efficiëntie nodig voor een gunstig energielabel. Op details zal er met de huidige techniek nog wel wat besparing te behalen zijn, maar echt grote stappen kunnen alleen worden gezet door nieuwe technieken in te zetten.
Zo zou er een flinke besparing mogelijk zijn door af te stappen van kleurenfilters. Alle televisies die nu te koop zijn, dus zowel lcd- als oledtelevisies, maken gebruik van kleurenfilters die wit licht veranderen in rood, groen en blauw. In een kleurenfilter wordt ongeveer twee derde van het witte licht omgezet in nutteloze warmte en alleen de gewenste kleur licht kan passeren. Er valt dus veel te besparen door niet eerst wit licht op te wekken dat moet worden gefilterd, maar door de subpixels rood, groen en blauw licht op te laten wekken.
Verschillende technieken die op dit moment door fabrikanten worden ontwikkeld, moeten dit mogelijk maken, maar zoals we schreven in een artikel over de ontwikkeling van schermtechniek, laten doorbraken zich niet forceren en hangt de levensvatbaarheid van nieuwe technieken sterk af van de te verwachten productiekosten.
Wat fabrikanten nu al kunnen doen en wat we in het verleden ook al hebben gezien, is concessies doen wat beeldkwaliteit betreft. Zo hadden lcd-televisies met een ips-paneel altijd goede kijkhoeken, maar in de laatste jaren hebben de fabrikanten het uitgestraalde licht van de backlight steeds meer recht naar voren geconcentreerd en steeds minder naar de zijkanten. Hierdoor konden de televisies zuiniger worden, maar als je niet recht voor het scherm zit, krijg je een duidelijk minder helder scherm te zien. En als je niet in een donkere kamer kijkt, neemt daardoor het waargenomen contrast en daarmee de beeldkwaliteit onder een hoek flink af.
Ook zouden fabrikanten de filters die worden ingezet om reflecties tegen te gaan, kunnen verzwakken of zelfs weglaten, maar het mag duidelijk zijn dat de beeldkwaliteit ook hierdoor zal afnemen. Het terugschroeven van de helderheid is veruit de makkelijkste manier om energie te besparen, maar ook dat is omwille van de beeldkwaliteit zeer ongewenst.
De toekomst moet uitwijzen of de fabrikanten erin slagen om het verbruik terug te dringen met behoud van beeldkwaliteit. Behaalde resultaten in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst, maar geven wel goede hoop. Het uitfaseren van beeldbuizen en plasmaschermen, en de ontwikkeling van steeds betere leds hebben steeds zuinigere schermen mogelijk gemaakt. Deze verbetering van de efficiëntie is voor een groot deel tenietgedaan doordat het gemiddelde beeldscherm steeds groter is geworden; een trend die zich in de komende tijd nog wel even zal voortzetten.