Doorvechten na Battle of Endor
Star Wars Squadrons
Waar de meeste Star Wars-verhalen gaan over de Jedi en soldaten op de grond, draait het in Star Wars Squadrons om gevechten in de ruimte, tussen X-Wings, TIE Fighters en diverse andere bekende toestellen. De game biedt een vermakelijk verhaal dat je van zowel de kant van de Rebels (New Republic) als de kant van de Empire meekrijgt. De campagne is gevuld met leuke, gevarieerde missies, al hadden er van ons best wat missies bij mogen zitten waarbij je gronddoelen op planeten aanvalt. Dat dat niet zo is, is verder niet erg. Vervelender is dat met name de multiplayer niet al te veel om het lijf heeft. De Fleet Battles zijn beter dan de Dogfights, maar beide blijven niet overdreven lang boeien. Dat kun je overigens vergeten als je een VR-setje hebt: Star Wars Squadrons spelen in VR is een van de leukste dingen die we dit jaar hebben gedaan, en een prima reden om je VR-set weer eens uit de kast te halen. Zonder VR is Squadrons geen must-have, maar nog steeds een prima spiritueel opvolger van de klassieker X-Wing vs. TIE Fighter.
Eindoordeel
Veel mensen kunnen de eindscènes van Star Wars Episode VI: Return of the Jedi nog wel voor de geest halen. We zien Luke en Leia Skywalker en Han Solo feest vieren met de Ewoks, terwijl de Force Ghosts van Yoda, Ben Kenobi en Anakin Skywalker het schouwspel goedkeurend gade slaan. De helden lijken zich niet te realiseren dat in het heelal om hen heen de strijd met de overgebleven troepen van de Empire nog gewoon doorgaat. In Star Wars: Battlefront II zagen we daar al wat van en ook het verhaal van Star Wars Squadrons duikt op deze ogenschijnlijk vredige periode in het ruimtestelsel lang geleden, hier ver vandaan. De actie speelt zich echter niet af op de grond, maar in de ruimte, waar X-Wings en TIE Fighters het onverminderd met elkaar aan de stok blijken te hebben.
Star Wars Squadrons is een ‘combat flightgame’, waarbij we bewust het woord ‘sim’ vermijden. Microsoft Flight Simulator is dat wel: een product gericht op het zo dicht mogelijk benaderen van de realiteit. Hoewel dat voor niet-bestaande ruimteschepen natuurlijk een beetje anders ligt, is duidelijk dat Squadrons gericht is op speelbaarheid en toegankelijkheid. Het besturen van de schepen kent zeker wat lastiger kanten, maar in beginsel is het eenvoudig genoeg, zeker met de standaardbesturing. Daarbij werkt de rechter-thumbstick als in een schietspel: naar links of rechts gaan met die stick levert je geen ‘roll’ maar een strafe op, terwijl de roll-controls op de linker-thumbstick zitten, die ook verantwoordelijk is voor de throttle. Voor mensen die vaker vlieggames spelen, is dit onwennig en zelfs onlogisch. Gelukkig kunnen zij snel en makkelijk een preset kiezen die beter aansluit bij wat ze gewend zijn. Die liefhebbers beschikken waarschijnlijk ook wel over een HOTAS-setje, oftewel ‘hands-on throttle and stick’, wat zoveel inhoudt als een flightstick rechts en een throttle-controller links, voor de optimale vliegervaring. Star Wars Squadrons ondersteunt diverse setjes, wat de spelervaring nog wat specialer kan maken. Meer daarover iets verderop in deze review.
Hoe je Squadrons ook speelt, met controller, HOTAS en/of in virtual reality, het verhaal blijft hetzelfde. Als speler maak je aan het begin twee piloten aan waarmee je daarna het verhaal beleeft. Met de ene piloot vecht je aan de kant van de rebellen, die na de Battle of Endor de basis hebben gelegd voor de New Republic. Je wordt onderdeel van Vanguard Squadron en raakt betrokken bij een speciaal project genaamd ‘Starhawk’. Je andere piloot wordt opgenomen in Titan Squadron, aan de kant van de Empire. Ook voor hen wordt Starhawk een aandachtspuntje, niet in de laatste plaats omdat degene die de leiding heeft over dat project vier jaar eerder is overgelopen van de Empire naar de Rebels. De commander aan de zijde van de Empire is dat nog niet vergeten, dus speelt persoonlijke wraak ook een rol in het verhaal. Dat verhaal gaat gepaard met gesprekken tussen jouw piloot en de andere leden van je squadron en de leiders aan beide kanten. Die gesprekjes geven wat meer achtergrond bij het verhaal of de personages en bevatten ook leuke Star Wars-referenties, maar vormen soms ook wel hinderlijke onderbrekingen tussen Missiebriefings en de missies. Ervaar je dat zo, dan is het fijn dat je die gesprekjes vaak kunt overslaan.
Het verhaal dient de game zonder zelf ooit uitmuntend te zijn. Het is grappig hoe er langzaam maar zeker een ondertoon in komt die suggereert dat de New Republic eigenlijk helemaal niet zoveel beter is dan de Empire was. Dat blijkt uit acties tijdens missies en gesprekken die de leden van je team onderling hebben. Die gesprekken, die je zowel aan boord van je moederschip in de hangar als over de radio aan boord van je gevechtsschepen hebt, zijn over het algemeen prima. Ze bevatten leuke oneliners en vormen een leuke basis waar de wat meer generieke uitspraken als ‘er zit iemand achter je’ tijdens gevechten nog bij komen.
De campagne laat je dus vanuit twee perspectieven spelen die elkaar af en toe afwisselen. Dat gaat niet per se na elke missie: soms speel je een aantal missies achter elkaar aan een kant, om pas daarna het verhaal vanaf de andere kant weer op te pakken. Dat werkt prima en levert een robuuste campagne op. Onze inschatting was dat hij rond de tien uur duurt, wat al snel twee keer zo lang is als de campagne van Star Wars: Battlefront II, de vorige game van Motive Studios. De lengte hangt natuurlijk ook af van de gekozen moeilijkheidsgraad en of je de optionele doelen uitvoert die regelmatig voorbij komen tijdens missies. Belangrijker dan de lengte is dat de missies gevarieerd genoeg zijn om steeds leuk en af en toe verrassend te blijven. Wel vinden we het jammer dat de campagne - de hele game eigenlijk - zich alleen in de ruimte afspeelt. We hadden ter afwisseling graag wat missies met gronddoelen op planeten gehad, maar Motive heeft ervoor gekozen Squadrons volledig op ruimtegevechten te richten. Je vliegt soms wel in de buurt van een planeet, zoals Yavin, maar komt nooit in de buurt van de grond.
Leren vliegen, met controller of HOTAS
Elke missie, of dat nu in de singleplayercampagne of in de multiplayer is, begint in de hangar. Bij sommige missies in de campagne heb je meer dan één keuze, maar vaak is er maar één optie, op basis van de doelen van de missie. In de multiplayer heb je trouwens altijd de vrije keuze. Aan beide kanten van de strijd win je ruwweg dezelfde opties, maar met andere namen. Tegenover de standaardfighter van de New Republic - de X-Wing - staat de klassieke TIE Fighter. Verder heb je bombers (Y-Wing en TIE Bomber), pijlsnelle ‘Interceptors’ (A-Wing en TIE Interceptor) en een support-klasse (U-Wing en TIE Reaper). Elke klasse heeft eigen sterke en zwakke kanten, waarbij de fighter de meest all-round keuze is. De bombers zijn sloom en niet zo wendbaar, maar kunnen veel hebben en delen ook veel schade uit. De Interceptors heb je snel kapot, als je ze althans kunt raken, want ze zijn snel en bewegen makkelijk. De support-klasse kan handige items droppen zoals repair kits en turret drones. Zo kan elke klasse op zijn manier belangrijk zijn in een gevecht.
Puzzelen met knoppen
In de singleplayercampagne hoef je daar dus zelden over na te denken. De game neemt je aan de hand en vertelt meestal vrij duidelijk wat er precies van je verwacht wordt in elke missie. Om je doelen te kunnen halen, is het echter wel belangrijk dat je het vliegen zelf goed onder de knie krijgt. Dat begint met het kiezen van een besturing. HOTAS lijkt op voorhand het gaafst en is dat misschien ook wel, maar het gebrek aan knoppen kan je opbreken. Vliegen in Squadrons betekent niet alleen snelheid maken en sturen, maar ook kiezen of je de energie van je kist wil richten op je motor, je wapens of je schild. Ook wil je kunnen boosten, je secondaire wapens/items gebruiken, doelen kunnen selecteren, communiceren met teamleden en ga zo maar door. Alle bovengenoemde systemen vragen om een flink aantal key-binds, waarbij wij op onze HOTAS-set knoppen tekort kwamen. Alle zaken die we hierboven noemden zijn echter wel belangrijk in de gameplay. Met wat puzzelwerk kom je er op je HOTAS wel uit, maar wij vonden een controller uiteindelijk prettiger werken.
/i/2003906352.png?f=imagearticlefull)
Het belang van zaken als je schilden kunnen focussen op de voor- of achterkant van je toestel, merk je zodra je een wat moeilijker gevecht hebt. Val je met je team een vijandelijk fregat aan, dan kun je maar beter zorgen dat dat fregat jou niet vol op de korrel kan nemen als je er voorbij vliegt. Dat kan door je schild te richten op je achterkant, als je toestel die optie heeft. In de items die je in je loadout kunt selecteren zijn echter nog tal van andere opties te vinden die kunnen helpen. Zo kunnen bombers een rear-gun installeren die achtervolgende vijanden onder vuur neemt, waarbij zij meestal direct hun schild kwijt zijn. Menig aanvaller zal dan de achtervolging staken, want mochten ze op dat moment onder vuur genomen worden, is het snel afgelopen. Doelzoekende mijnen hebben op hun eigen manier een vergelijkbare functie. Het meenemen van deze ‘counter-voorwerpen’ betekent echter wel dat je andere wapens of voorwerpen thuis moet laten.
Spelen met loadout en afstelling
Het is leuk om te merken dat je, naar mate je de game langer speelt, steeds beter thuis raakt in al die items die je kunt selecteren. Toch draait de actie voor negentig procent van de tijd om het om elkaar heen draaien tijdens de vele ruimtegevechten. Het goed in je vizier krijgen van vijanden om ze onder vuur te kunnen nemen, of een ‘lock’ krijgen om raketten te kunnen afvuren, is de basis van elke dogfight. Tijdens de campagne hoef je je daarbij vaak niet al te veel zorgen te maken om wat er achter je gebeurt, dus kun je je lekker richten op het jagen van vijanden. Dat is leuk en levert spectaculaire momenten op. Op het standaardniveau - Pilot - kun je vaak meerdere toestellen met een salvo neerhalen, al is dat natuurlijk ook afhankelijk van welk hoofdwapen je op je toestel hebt gezet.
Bij het jagen op vijanden spelen verschillende factoren mee. De snelheid die je hebt heeft invloed op hoe makkelijk je draait, maar datzelfde geldt voor of je de energie van je toestel hebt gericht op de motor of niet. Doe je dat wel, dan vlieg je sneller en draai je makkelijker, maar op het moment dat je de vijand in het vizier hebt kun je dan minder lang schieten. Op dat moment hevel je de focus dus over naar je wapens, maar dat geeft de ander wellicht de kans te ontsnappen. Zo ontpopt Star Wars Squadrons zich tot een spel waarbij je continu naar de beste afstelling van je toestel voor dat specifieke moment zoekt, en waarbij het juiste antwoord elke seconde kan veranderen.
Multiplayer en VR
Zo optimaal mogelijk vliegen is handig in de singleplayer, maar nog veel belangrijker in de multiplayer. Het niveau gaat hier uiteraard een stuk omhoog. Dat ligt aan de spelers zelf, maar wellicht ook aan het moment waarop je instapt. Onderdeel van de multiplayer is namelijk dat je unlock-tokens verzamelt. Daarmee kun je wapens en andere onderdelen vrijkopen die je daarna kunt gebruiken in je loadout. Je begint uiteraard zonder die extra’s, dus die achterstand moet je wellicht even inlopen. Het goede nieuws is dat je binnen een paar potjes al de nodige tokens hebt, zodat je je favoriete wapens en items al snel te pakken hebt. Je verdient daarnaast ook credits die je kunt uitgeven in een winkel waar je cosmetics voor je toestellen kunt kopen. Dat is best grappig, want het geeft jouw X-Wing of TIE Fighter een eigen smoel, zowel van buiten als binnen in de cockpit.
Fleet Battles leuker dan Dogfights
In de multiplayer-afdeling heb je de optie om offline tegen bots te oefenen, terwijl er voor het online deel twee keuzes zijn. In Dogfights draait het simpelweg om directe luchtgevechten tussen teams van vijf spelers die elkaar uit de lucht moeten zien te schieten. Het luchtruim wordt daarbij aangevuld door AI-piloten, zodat het wat drukker is. Die AI-piloten leveren ook punten op als je ze neerschiet, maar uiteraard minder dan menselijke spelers. De dogfights zijn leuk voor even tussendoor, maar komen uiteindelijk diepgang tekort. Daarbij zijn er eigenlijk maar twee klassen - de fighters en de interceptors - die hier echt nuttig zijn, want de tragere bombers en supports zullen het in dogfights meestal afleggen.
/i/2003906384.png?f=imagearticlefull)
Gelukkig is er ook een wat uitgebreidere, diepgaandere spelmodus: Fleet Battles. Ook hier speel je vijf tegen vijf, maar dan in een wat bredere setting. Elk team heeft namelijk ook een moederschip en twee kruisers die een rol spelen in het gevecht. Die drie schepen uitschakelen is het hoofddoel van deze gevechten. De Fleet Battle begint steeds neutraal. Beide partijen strijden om tijdelijke dominantie, wat gevisualiseerd wordt in een balk bovenin beeld. Heeft jouw team dat balkje gevuld, en dat doe je door vijandelijke spelers neer te schieten, dan mag je in de aanval. Dat begint dus met een aanval op de twee kleinere oorlogsschepen, maar die zijn voor de jagers en bommenwerpers waarin jij vliegt al uitdagend genoeg. Ze beide in een keer neerhalen lukt niet, temeer daar de verdedigende partij een voordeeltje krijgt in het vergaren van punten. Zo wordt jouw team dus vanzelf in de verdediging gedrongen. Het spel draait om: nu is het aan jouw team om de vijanden weg te houden bij de schepen in je vloot. Dat ping-pongt zo door tot een van beide partijen erin is geslaagd de drie grote schepen van de tegenstander uit te schakelen.
Fleet Battles zijn leuk om twee redenen. In de eerste plaats verandert het gevecht steeds. Het ene moment draait het om het uitschakelen van andere spelers en het andere moment probeer je de kwetsbare delen van een Star Destroyer uit te schakelen. Dat geeft variatie, ook in toestelkeuze. Hier komen de bommenwerpers namelijk wél tot hun recht, want zij kunnen die grote schepen als geen ander veel schade toebrengen. De supports hebben ook duidelijk meerwaarde. Het is namelijk best lastig lang in leven te blijven als je de vijandelijke vloot aanvalt. Als iemand je periodiek aan een reparatiekitje kan helpen, hou je het waarschijnlijk langer vol. En het mooie is: hier hoef je helemaal niet zo goed voor te zijn. Een moederschip raken met een bommenwerper, of een andere speler voorzien van reparaties en extra raketten, is een stuk makkelijker dan jagen op andere spelers, maar in een Fleet Battle absoluut niet minder belangrijk. Fleet Battles zijn zo voor veel spelers leuk om te spelen, niet alleen voor de spelers die het best zijn in de dogfights.
Hoe leuk die gevechten ook zijn, ook hier slaat na verloop van tijd de herhaling toe, en eigenlijk gebeurt dat al best snel. Goed, je kunt de gevechten op verschillende plekken spelen en die plekken zijn over het algemeen mooi en gevarieerd, maar toch wordt het een herhaling van zetten. Door te variëren in toestelkeuze kun je het spelplezier nog wel even rekken, zeker als je daarbij ook speelt met variatie in je loadouts, maar uiteindelijk blijkt dat twee verschillende spelmodi waarin je vijf tegen vijf speelt, gewoon niet een heel breed spelaanbod vormen.
Must-have voor virtual reality
Gelukkig heeft Star Wars Squadrons nog twee ijzers in het vuur. Het eerste is een beetje flauw, maar wel goed om te weten: het prijskaartje. Het spelaanbod in de multiplayer kon beter, maar de game kost je vier tientjes en samen met de singleplayercampagne heeft het spel net genoeg te bieden om die prijs wel waard te zijn, zeker als je gebruik kunt maken van dat andere ijzer dat nog in het vuur lag: virtual reality. Star Wars Squadrons is volledig in VR speelbaar. Er zijn niet al te veel grote games die op deze manier zijn te spelen, dus dat maakt Squadrons nog eens extra speciaal, zeker omdat het dus niet om enkele losse VR-levels gaat. De hele game kun je in VR spelen, dus de volledige campagne en ook de multiplayer-modus. Dat is gewoon heel gaaf. Vliegen in VR leent zich uitstekend om rustig langs een Star Destroyer te zeilen terwijl je geniet van elk detail van het imposante gevaarte.
Het is waarschijnlijk overbodig om de eigenschappen van gamen in VR nog eens op te lepelen, maar omdat ze in Squadrons zo uitstekend werken, doen we het toch. De mogelijkheid om vrij om je heen te kunnen kijken is in deze game namelijk echt heerlijk. Niet alleen zie je meer en heb je veel meer het gevoel daadwerkelijk in zo’n cockpit te zitten, je kunt je tegenstanders ook beter volgen. Dat is een voordeel in de gameplay. Al draaiend en rollend hadden we een paar keer het kenmerkende ‘lichte gevoel in de maag’, wat wij persoonlijk erg lekker en een van de voordelen van gamen in VR vinden, al zal niet iedereen daar hetzelfde over denken. Hoe dan ook: Star Wars Squadrons werkt prima in VR. Sterker, het upgrade de game voor gamers met een VR-setje die een voorliefde hebben voor Star Wars of voor flightgames van ‘gewoon goed’ naar ‘must-have’.
Conclusie
Star Wars Squadrons bedient veel verschillende soorten gamers. De game is toegankelijk, wat wellicht wat ten koste gaat van de moeilijkheidsgraad en het realisme, voor zover je daarop kunt toetsen bij een game over fictieve ruimteschepen met laserguns. Heel erg is dat allemaal niet. De actie is lekker en zeker in de campagne vindt die actie plaats in het kader van vermakelijke en gevarieerde missies die je al met al toch best tien uur bezig kunnen houden. De multiplayer-modus had meer variatie kunnen gebruiken, maar de Fleet Battles komen in elk geval goed uit de verf, vooral doordat het gevecht steeds in andere fases komt, wat dus wél voor wat variatie zorgt. Daarnaast is het fijn dat gamers die niet zo goed zijn in dogfights, in Fleet Battles op een andere manier heel belangrijk kunnen zijn, door de grote schepen aan te vallen met bommenwerpers, of door andere schepen te ondersteunen met support-toestellen. Wie de game zonder VR speelt, heeft er een goede aanschaf aan, maar enige repetitie en een niet al te zwaar contentpakket vallen dan zeker op. Heb je dat VR-setje echter wel, dan wordt het een heel ander verhaal. Squadrons spelen in VR is een van de leukste dingen die we dit jaar hebben gedaan. Samen met Half-Life: Alyx is dit wellicht een van de gaafste dingen die je nu kunt spelen in VR. Een VR-must-have dus, en gewoon een leuke game voor anderen.
Voor deze review is, behalve de standaardrandapparatuur ook gebruikgemaakt van een Thrustmaster T.Flight HOTAS 4 en een HTC Vive.
Eindoordeel