Inleiding
In deze round-up vergelijken we vijf spiegelreflexcamera's tot zo'n duizend euro inclusief lens. Deze zijn rijker uitgerust dan instapmodellen. Denk aan moderne sensoren, kantel- en uitklapbare schermen al dan niet met touchbediening, snelle autofocus, wifi en een scala aan instelmogelijkheden. Al met al biedt de Pentax de meeste waar voor je geld. De camera houdt prettig vast, is weerbestendig en heeft een zeer prettige zoeker. Alleen voor video is hij minder geschikt; daarvoor zijn beide Canons een beter alternatief.
Prijs bij publicatie: € 700,-
Nu verkrijgbaar vanaf: € 445,-
Enige tijd terug bespraken we instap-dslr's tot 450 euro en kort daarna systeemcamera's in het middensegment tot circa 800 euro. Nu doen we hetzelfde met recente dslr's. We bekeken de Canon EOS 800D en de nagenoeg identieke 77D, de Nikon D5600, de Pentax K-70 en de Sony Alpha A68. Dit zijn camera's uit 2016 en 2017 die het middensegment bedienen. Het zijn prima camera's voor beginners, maar ook voor gevorderden en dat biedt voor de eerste groep voldoende groeimogelijkheden. Ze kunnen een hoop meer dan de instapmodellen en zijn vaak uitgerust met nieuwe features, afkomstig van de modellen in het high-end segment.
/i/2001485655.jpeg?f=imagenormal)
Denk bijvoorbeeld aan nieuwe sensoren met snelle fasedetectiediodes zoals bij de Canons, het weglaten van anti-aliasfilters voor extra scherpte bij Nikon en Pentax, de waterdichte behuizing en de gestabiliseerde sensor van de Pentax en het lichtdoorlatende spiegelsysteem met elektronische zoeker bij de Sony. Spiegelreflexcamera's in het prijssegment tot circa duizend euro hebben over het algemeen heel wat te bieden, maar het is interessant om te zien hoe de fabrikanten daar op verschillende manieren mee omgaan.
De vraag is welke camera in dit prosumersegment de meeste waar voor z'n geld biedt. Dat begint natuurlijk bij een goede beeldkwaliteit zonder compromissen, maar het omvat ook de bediening en de mogelijkheden in de praktijk.
Specificaties en onderlinge verschillen
Voordat we de camera's in de praktijk gaan vergelijken en beoordelen, zien we op basis van de specificaties al een heleboel overeenkomsten en verschillen. Ze hebben allemaal een moderne aps-c-sensor met een resolutie van 24 megapixel. Het aantal autofocuspunten loopt sterk uiteen, maar is bij alle camera's ruim voldoende. Ze filmen allemaal in 1080p met maximaal 60fps, hoewel de Pentax dat alleen in 60i doet, en voor serieuze filmers is er een externe microfooningang. Geen enkele dslr in dit prijssegment kan filmen in 4k, terwijl dat bij systeem- en compactcamera's, en zelfs bij smartphones, al redelijk gebruikelijk is.
/i/2001485701.jpeg?f=imagenormal)
Canon en Nikon hebben hun camera's voorzien van een aanraakgevoelig scherm en Sony en Pentax niet. Bij alle camera's is het scherm kantelbaar, maar terwijl die van de Canon, Nikon en Pentax ook naar de zijkant kunnen uitklappen, kan dat bij de Sony niet. Bij die camera ontbreekt als enige ook wififunctionaliteit, hoewel dat tegenwoordig redelijk gebruikelijk is. De Sony heeft wel de hoogste burstsnelheid, met acht foto's per seconde, waar de rest op zes of vijf blijft steken. Ook heeft de Sony een elektronische zoeker in plaats van een optische, wat zowel voor- als nadelen heeft. De zoeker van de Pentax is het grootst en die van de Canons en de Nikon zijn juist relatief klein. De Pentax en Nikon hebben geen anti-aliasfilter, wat in theorie scherpere plaatjes oplevert, maar ook moiré in de hand kan werken. De Nikon is met afstand de lichtste, gevolgd door de Canons, terwijl de Pentax en Sony juist vrij zwaar zijn. De accuduur van de Nikon is hoger dan gemiddeld, terwijl die van de Pentax juist lager is. De Pentax is wel als enige stof- en spatwaterdicht.
Merk en type |
Canon EOS |
Nikon |
Pentax |
Sony Alpha |
Type |
800D / 77D |
D5600 |
K-70 |
68 (A68) |
Body prijs |
€ 427,- (13 winkels) |
€ 359,- (16 winkels) |
€ 445,- (8 winkels) |
Onbekend (24 winkels) |
Mount |
Canon EF |
Nikon F |
Pentax KAF2 |
Sony Alpha / Minolta AF |
Sensor |
Cameraresolutie |
24,2Mp |
24Mp |
24,24Mp |
24Mp |
Sensortype |
Cmos |
Cmos |
Cmos |
Cmos |
Sensorformaat |
Aps-c (cropfactor 1.6) |
Aps-c (cropfactor 1.5) |
Aps-c (cropfactor 1.5) |
Aps-c (cropfactor 1.5) |
Minimale iso-gevoeligheid |
100 iso |
100 iso |
100 iso |
100 iso |
Maximale iso-gevoeligheid |
51.200 iso |
25.600 iso |
102.400 iso |
25.600 iso |
Burstsnelheid |
6fps |
5fps |
6fps |
8fps |
Langste sluitertijd |
30s |
30s |
30s |
30s |
Kortste sluitertijd |
1/4000s |
1/4000s |
1/6000s |
1/4000s |
Aantal autofocuspunten |
45 |
39 |
11 |
79 |
Accuduur (CIPA) |
600 |
820 |
410 |
580 |
Video |
Videoresolutie |
1920x1080 |
1920x1080 |
1920x1080 |
1920x1080 |
Videoframerate |
60fps |
60fps |
30fps |
60fps |
Bestandsformaat video |
Mp4 |
Mov |
Mov |
Mp4 |
Eigenschappen |
Schermdiagonaal |
3" |
3,2" |
3" |
2,7" |
Touchscreentechniek |
Capacitief |
Capacitief |
- |
- |
Stabilisatie |
In de lens |
In de lens |
In de body |
In de body |
Zoeker |
Optisch (ovf) |
Optisch (ovf) |
Optisch (ovf) |
Elektronisch (evf) |
Zoeker vergroting |
0,82x |
0,82x |
0,95x |
0,88x |
Scherm |
Kantelbaar + uitklapbaar |
Kantelbaar + uitklapbaar |
Kantelbaar + uitklapbaar |
Kantelbaar |
Autofocusmotor |
Stappenmotor (stm) |
Stappenmotor (af-p) |
Micromotor (dc) |
Micromotor (sam) |
Weerbestendig |
Nee |
Nee |
Ja |
Nee |
Verbindingen |
Verbinding (extern) |
Mini-hdmi, usb 2.0 |
Mini-hdmi, usb 2.0 |
Micro-hdmi, usb 2.0 |
Micro-hdmi, usb 2.0 |
Externe microfoon |
Jackplug 3,5mm |
Jackplug 3,5mm |
Jackplug 3,5mm |
Jackplug 3,5mm |
Wifi |
802.11b, 802.11g, 802.11n, nfc |
802.11b, 802.11g, nfc |
802.11b, 802.11g, 802.11n |
- |
Bluetooth |
Bluetooth 4.1 |
Bluetooth 4.1 |
- |
- |
Afmetingen, gewicht en kleur |
Hoogte body |
76,2mm |
97mm |
93mm |
104mm |
Breedte body |
131mm |
124mm |
126mm |
142mm |
Diepte body |
99,9mm |
70mm |
74mm |
83mm |
Gewicht body |
532g |
415g |
628g |
675g |
Canon EOS 800D
De Canon EOS 800D werd afgelopen februari samen met de 77D aangekondigd en is deze maand op de markt gekomen. Beide camera's zijn van binnen overigens vrijwel identiek, maar meer daarover lees je op de pagina over de 77D. Als je naar de specs kijkt, lijkt het alsof de sensor onveranderd is ten opzichte van voorgangers 750D en 760D, maar dat is niet zo. De sensor is wat ontwerp betreft grotendeels identiek aan die van de 80D en dus ook voorzien van DualPixel-autofocus. De camera zelf is voorzien van een nieuwere beeldprocessor: de Digic 7.
Nieuw menusysteem
De meest in het oog springende verandering is eigenlijk een compleet nieuw menusysteem. Het oude menu, dat overigens nog steeds als optie te activeren is, functioneerde niet slecht, maar was meer gericht op gevorderden. Met witte letters op een zwarte achtergrond blonk het vooral uit in een overdaad aan gegevens. Voor een gevorderde fotograaf was dat handig, want je zag in één overzicht alle actuele instellingen. Beginners schrok het echter wat af, vooral wie weinig kennis heeft van soorten lichtmeting, autofocusmodi en kleurtemperatuur.
Het nieuwe menu, wit met frisse kleuren, helpt de beginnende fotograaf veel meer op weg. Aan de hand van kleuren en symbolen wordt bijvoorbeeld uitgelegd wat er gebeurt als je het draaiwieltje naar links of rechts draait, bijvoorbeeld wat scherptediepte betreft in de Av-stand en met beweging in de Tv-stand. Ook in de verschillende menu's wordt nu uitgelegd wat je met het wijzigen va een bepaald menu-item kunt. Verder zijn de hoofdmenu's iets anders onderverdeeld. De primaire opties voor foto en video zitten in het rode menu, geavanceerde instellingen in het gele en afspeelopties weer in het rode. Bijzonder is ook dat je de opties uit andere menu's nu niet meer ziet. Eenmaal in het rode menu zie je alleen 'rode' opties.
Voor een beginner is dat prettig, voor een meer ervaren fotograaf hinderlijk, want het kost nu meer tijd om door het volledige menu te bladeren. Iets als 'My menu', waar je zelf je favoriete menuopties kunt stallen, is evenmin zichtbaar. Gelukkig kun je altijd het oude menu weer activeren, zelfs gedeeltelijk. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor de zwarte interface met alle huidige instellingen én een menu met uitleg. Opvallend genoeg heeft Canon voor de 77D de klassieke interface aangehouden, waarbij het beginnersmenu als optie beschikbaar is.
Nieuwe kitlens
Tegelijk met de 800D en 77D werd een nieuwe kitlens geïntroduceerd. Deze is een stukje compacter dan de eerdere 18-55mm-lenzen van Canon, maar dat is met f/4-5.6 iets ten koste gegaan van de lichtsterkte in de groothoekstand. We vinden het overigens wel knap dat Canon de lens zo compact heeft gekregen zonder collapsible ontwerp. De Nikon-kitlens heeft dat wel en dat heeft als nadeel dat je de lens voor gebruik moet uitschuiven. De nieuwe Canon-kitlens is, zonder dat nadeel, nagenoeg even groot.
In de praktijk
In vergelijking met zijn voorganger is de body een fractie kleiner geworden, al gaat het om millimeters. De zoeker is nog steeds aan de kleine kant, zeker in vergelijking met die van Sony en helemaal met de zoeker van Pentax. De grip is wel prettig, al bungelt je pink onder de camera als je een beetje grote handen hebt. De aan-uitschakelaar zit op duimpositie en is dus makkelijk met één hand te bedienen. Je moet alleen oppassen dat je niet te ver doordrukt, want dan kom je in de videomodus terecht.
Het knoppenspel is prima ingedeeld, met sneltoetsen voor de isowaarde, witbalans, transportmodus en autofocus, en andere instellingen via de Q-knop. We missen alleen een tweede draaiwieltje, waar de 77D wel over beschikt. Voor beginners is dit minder problematisch, maar op dit prijsniveau vinden we het gek om hierop te bezuinigen. De autofocus werkt vlot en soepel, ook tijdens live view, dankzij dualpixel-autofocus.
Dankzij de toevoeging van DualPixel-autofocus presteert de camera uitstekend tijdens het filmen, ook wanneer het onderwerp beweegt. Hij maakt ook gebruik van elektronische stabilisatie tijdens een video-opname.
En verder
Een andere wijziging ten opzichte van de 750D is de toevoeging van bluetooth op het al aanwezige wifi en nfc. Het opzetten van een bluetooth-verbinding via een smartphone is wat eenvoudiger, zeker als de telefoon geen nfc beschikbaar heeft. Via bluetooth en de bijbehorende Camera Connect-app van Canon kan sneller een wifi-verbinding worden opgezet. Dat is vooral handig om een verbinding te herstellen, bijvoorbeeld als de camera of smartphone even uit is geweest. Aan alleen bluetooth heb je echter niets; ook voor iets als geotagging is wifi noodzakelijk.
De 800D is nog maar net uit, waardoor de winkelprijzen momenteel dicht in de buurt van de adviesprijs liggen; 849 euro voor de body en 969 euro met kitlens. Ten opzichte van de andere camera's, die al wat langer op de markt zijn, kan dat een vertekend beeld geven. Ter vergelijking: de 750D, de voorloper van de 800D, met 18-55mm-kitlens gaat momenteel voor circa 629 euro.
Canon EOS 77D
Voor deze round-up kozen we in eerste instantie voor de 800D, omdat deze wat prijs betreft het beste bij de concurrenten past, waarbij het belangrijk is om te benadrukken dat de winkelprijzen van de 800D en 77D momenteel gelijk zijn aan de adviesprijzen, doordat beide camera's nog maar sinds deze maand op de markt zijn. Bij de andere camera's is er een groter verschil en de verwachting is dat ook de prijzen van de 800D en 77D in de komende maanden wat zullen dalen. Omdat de 77D wat beeldkwaliteit betreft identiek is aan de 800D, hebben we besloten deze in de round-up mee te nemen, waarbij we hem vooral op het vlak van bediening wat anders beoordelen.
Eerst gaan we in op de wellicht wat verwarrende naamgeving. Daarvoor moeten we terug naar 2015. Toen werd de 700D opgevolgd door niet een, maar twee modellen: de 750D en 760D. Van binnen waren ze vrijwel identiek, maar vooral de bediening was anders. De 750D was op dat vlak nagenoeg gelijk aan de 700D, maar de 760D kreeg wat eigenschappen van de xxD-serie toebedeeld. Zo had de 760D een lcd aan de bovenkant, waardoor het programmawiel aan de andere kant was gemonteerd, en had hij ook een draaiwieltje aan de achterkant, zoals gebruikelijk is bij de xxD-serie. De sensor en het autofocussysteem waren helemaal identiek. Het prijsverschil tussen beide was vijftig euro.
Nu herhaalt Canon die stap met de 800D en 77D, maar dan met een afwijkende naamgeving. Hoewel de 77D feitelijk gewoon de opvolger is van de 760D, wordt hij nu als '80D light' in de markt gezet. Overeenkomsten, zoals de bediening, zijn zeker aanwezig, maar feitelijk is het gewoon een 800D in 760D-uitvoering. In die zin is de naam 77D wat misleidend. Aan de andere kant zit er ook wel wat in en had Canon dit misschien beter ook met de 760D kunnen doen. De 800D en de 77D zijn misschien van binnen hetzelfde, wat bediening betreft is er nu in ieder geval een duidelijker onderscheid; de xxxD-serie richt zich op minder ervaren fotografen en de xxD-serie is bedoeld voor gevorderden.
Verschil 77D en 800D
Waar zitten die verschillen dan in? Allereerst natuurlijk in de monochrome lcd aan de bovenkant. Wie zo'n schermpje niet gewend is, zal het misschien ook niet missen, maar wie er eerder mee heeft gewerkt, wil waarschijnlijk niet meer zonder. In één oogopslag zie je altijd de belangrijkste instellingen, zoals sluitertijd, diafragmawaarde, iso, belichtingscompensatie, het aantal resterende opnamen en de accustatus. Ook als de lcd ingeklapt is of uitstaat. Als de lcd aan de achterzijde uitgeklapt is, vind je deze informatie daar natuurlijk ook, maar dat is wat minder overzichtelijk, doordat er nog veel meer te zien is. Bovendien is dat scherm in de felle zon minder goed af te lezen.
Door de toevoeging van het monochrome scherm moest het programmawiel naar de linkerkant van de body worden verplaatst, wat vrij standaard is voor xxD- en xD-bodies van Canon. Doordat hij daar aan het uiteinde zit, wordt ongewenst draaien voorkomen met een vergrendelknop in het midden. Die moet je indrukken om van stand te wisselen. Je kunt dit helaas niet handmatig op slot zetten en deactiveren. De aan-uitschakelaar zit bij de 77D achter het programmawiel in plaats van ernaast, net als bij de 80D. Dit vinden we bij de 77D wat ongelukkig, omdat je op deze positie soms per ongeluk in de videomodus schiet. Met de schakelaar aan de rechterkant is dat risico wat minder groot, bovendien zit de knop dan op duimpositie, zodat je niet per se met twee handen hoeft te werken. De 80D heeft een aparte schakelaar voor de videomodus rondom de liveviewknop, dus daar speelt dit probleem niet.
Terwijl voor de 800D gekozen is voor een compleet nieuw menusysteem, start de 77D met het oude vertrouwde menu met witte letters op een zwarte achtergrond. Beginners kunnen ook omschakelen naar het nieuwe menusysteem van de 800D, want dat is gewoon ingebakken. Verder heeft Canon nog wat kleine verschillen aangebracht om de 77D wat meer van de 800D te onderscheiden. Zo zit er een oogsensor bij de zoeker die het scherm automatisch uitschakelt als je oog bij de zoeker komt. Verder heeft de 77D een ingebouwde intervalmodus, bulbmodi en meer mogelijkheden voor persoonlijke instellingen.
Verschil 77D en 80D
Aan een korte vergelijking met de 80D ontkomen we niet. Laatstgenoemde heeft een extra draaiwieltje aan de achterkant, met vier onafhankelijke knoppen. De body is eveneens een stukje groter, maar dat maakt voor de grip niet veel uit. Ook de zoeker is groter en helderder en werkt daardoor fijner. Een ander belangrijk verschil is de videoknop. Net als bij de 5D- en 7D-serie werkt deze met een knop en schakelaar op duimpositie. Dat werkt een stuk prettiger dan via de aan-uitschakelaar, mede omdat je dit vanuit iedere modus kunt doen. Verder toont de top-lcd wat meer informatie, zoals symbolen voor flitsbelichtingscompensatie, lichtmeting en de autofocusmodus. Ook blijft de informatie daar zichtbaar zolang je de camera niet uitzet, terwijl dit bij de 77D al snel verdwijnt.
In de praktijk
In de praktijk presteert de 77D identiek aan de 800D. Het extra draaiwieltje aan de achterkant en het monochrome scherm bovenop maken hem wat prettiger te bedienen dan de 800D, zeker voor meer ervaren fotografen. De aan-uitschakelaar vinden we alleen wat ongelukkig gepositioneerd en net als bij de 800D is de zoeker aan de kleine kant.
Hoewel we ons in deze vergelijking richten op prosumer-dslr's tot maximaal 1000 euro inclusief kitlens, hebben we de 77D toch meegenomen. De beeldkwaliteit is immers identiek aan die van de 800D, dus alleen de beoordeling op het vlak van bediening verschilt. De adviesprijs is 919 euro voor de body en 1019 euro inclusief kitlens. Ter vergelijking: de 760D, de voorloper van de 77D, kost momenteel zo'n 670 euro voor de body en 780 euro inclusief kitlens.
Nikon D5600
De Nikon D5600 werd in november 2016 aangekondigd en verschilt niet zo veel van zijn voorganger. De D5500 was al een stuk kleiner en lichter geworden dan de D5300 en dat afslankproces is met de D5600 doorgezet, zij het nu marginaal.
Net als zijn voorgangers in de Dxxx-serie is de D5600 voorzien van een kantelbaar scherm en net als bij de D5500 is dit aanraakgevoelig. Niet alleen kun je hiermee instellingen wijzigen, via Aanraak-Fn, maar ook bijvoorbeeld heel subtiel een scherpstelpunt kiezen, bijvoorbeeld tijdens het filmen. Het grootste verschil ten opzichte van de D5500 vormt de toevoeging van SnapBridge met bluetooth. Om foto's door te sturen wordt nog steeds gebruikgemaakt van wifi, maar dankzij bluetooth kan de verbinding met een smartphone automatisch hersteld worden, zonder dat je opnieuw handmatig hoeft te verbinden. Op die manier kan ook geotagging gebruikt worden, want de camera heeft geen ingebouwde gps, zoals de D5300 destijds.
Kitlens
De compacte 18-55mm-kitlens met stille af-p-stappenmotor is eveneens weer van de partij. Om bij de compacte body aan te sluiten is dit een collapsible lensontwerp, waarbij de lenselementen in de uitstand op elkaar geschoven zitten. Dat heeft als keerzijde dat de lens voor gebruik ontgrendeld moet worden via de knop aan de linkerkant. De knop zit op duimpositie en werkt vlot, maar ten opzichte van de andere camera's vergt dit een extra handeling. Vooral als je even snel een foto wil maken, kan dat wat irritant zijn. De lens is bovendien niet veel kleiner dan de concurrerende kitlenzen in deze vergelijking. Zo bewijst Canon met de nieuwe 18-55mm dat een compacte lens ook met een regulier ontwerp mogelijk is. In de aanstand is de Nikon-kitlens wel beduidend langer. Dankzij een stappenmotor is deze lens uitzonderlijk stil tijdens het scherpstellen en dat is vooral prettig tijdens het filmen. De autofocus is dan wel wat trager dan je zou willen, vooral bij bewegende onderwerpen.
In de praktijk
Ondanks de kleine en lichte body heeft de camera een behoorlijke grip, zodat je hem stevig kunt vasthouden. De rechterpink bungelt wel onder de body, vanwege de geringe hoogte. Het knoppenspel is behoorlijk beperkt ten opzichte van de andere camera's in deze round-up. Los van een dedicated knop voor belichtingscompensatie zul je standaard voor het wijzigen van de isowaarde, lichtmeting en de witbalans via de i-knop het functiemenu in moeten duiken. Een druk op de i-knop is voldoende om bij de instellingen te komen, maar je kunt dergelijke handelingen dus niet blindelings doen en moet daarvoor je oog van de zoeker halen.
Een alternatieve methode is door een functie aan het aanraakgevoelige scherm toe te kennen, zodat je de waarden kunt veranderen terwijl je door de zoeker kijkt. Nikon noemt dat Aanraak-Fn. Terwijl je dan door de zoeker kijkt, kun je aanpassingen doen door je duim horizontaal over het rechterdeel van het scherm te bewegen. De meeste wijzigingen zijn terug te zien in de zoeker. Deze methode is innovatief en werkt prima, maar toch missen we dedicated knoppen. Ook de kitlens heeft geen schuifjes; voor het schakelen van AF naar MF of het uitschakelen van de beeldstabilisatie zul je eveneens het menu in moeten duiken.
Bovendien ontbreekt net als bij de Canon 800D een tweede draaiwieltje. Voor een instapcamera vinden we dat niet bezwaarlijk, maar in dit segment is dat jammer. Vooral als je meer bedreven raakt in fotografie, merk je dat je minder snel kunt handelen dan bij andere camera's. Ook de zoeker is aan de kleine kant, net als bij de 800D en 77D.
De scherminterface is vrij overzichtelijk. Je ziet een grafische weergave van de sluitertijd, het diafragma en de isowaarde, met daaronder de selectie met instellingen uit het i-menu. Voor beginnende gebruikers is het prettig dat je bijvoorbeeld de lensopening kleiner ziet worden als je de diafragmawaarde omhoogschroeft. Toch neemt Nikon je niet zo bij de hand als Canon met het nieuwe menu van de 800D.
De oorspronkelijke adviesprijs van de D5600 was 849 euro inclusief stille af-p 18-55mm-kitlens, waarmee hij wat lager geprijsd is dan de Canon 800D. Op het moment van schrijven ligt de marktprijs voor dezelfde set op circa 777 euro.
Pentax K-70
De Pentax K-70 werd in juni 2016 aangekondigd. Hij is de opvolger van de K-50, maar doordat Pentax veel onderdelen en functies van de high-end K-S2 en K-3 II heeft overgenomen, is de camera nu een tikje hoger gepositioneerd. Denk aan de weerbestendige body, Pixel-Shift en de Astrotracer-modus.
De Pentax K-70 is in de eerste foto afgebeeld met een standaard 18-55 WR kitlens om hem te kunnen vergelijken met de vergelijkbare kitlenzen van de concurrentie. De camera werd geleverd met de 18-135mm kitlens. We hebben beide lenzen gebruikt.
Net als de Sony is de Pentax K-70 fors gebouwd, terwijl Canon en Nikon juist werk hebben gemaakt van het verslanken van de lijn. Ondanks het wat hoekige ontwerp, heeft de Pentax een prettige grip. Er is niet zoveel ruimte voor de pink als bij de Sony, maar het scheelt niet veel. Net als de Sony voelt de camera degelijk aan, al gaat dat ten koste van het compacte karakter en de lichtheid. De body is niet alleen spatwaterdicht, maar kan ook tegen vrieskou. Dat zien we vaker bij camera's, maar voor dit prijssegment is het uniek. Pentax onderscheidt zicht hiermee echt van de concurrentie, die dat alleen in het (semi)professionele segment biedt.
Net als de Sony is de Pentax voorzien van een gestabiliseerde sensor in de body, die in combinatie met alle lenzen samenwerkt. Deze zou goed zijn voor circa 4,5 stops compensatie. Het nadeel is wel dat je de stabilisatie niet door de zoeker ziet, wat vooral bij telelenzen minder prettig is, omdat het beeld minder stabiel is. Bij live view is de stabilisatie wel zichtbaar. Bij de Sony zie je de stabilisatie ook door de zoeker, dankzij de halfdoorlatende spiegel.
In de praktijk
Ondanks het hoekige uiterlijk ligt de K-70 goed in de hand en zijn de knoppen en draaiwieltjes goed bereikbaar. De grote zoeker, met honderd procent zoekerweergave en een 0,95x vergroting, is een genot om mee te werken en de kleine zoekers van de concurrentie steken daar schril bij af. Ook de aan-uitknop zit op een logische plaats; rondom de ontspanknop, net als bij de Sony. Daarmee switch je ook naar de videostand. Een ledje rondom de ontspanknop is rood in de videomodus en groen als je foto's maakt, en herinnert je daardoor aan de stand waar je in zit.
De K-70 heeft een autofocussensor met elf autofocuspunten, waarvan er negen kruislingsgevoelig zijn. Hoewel dat er in principe voldoende zijn, is het verschil met de concurrentie behoorlijk. Denk bijvoorbeeld aan de Canon 800D, die er 45 heeft. In de meeste omstandigheden zal dit niet tot problemen leiden, maar wat af-tracking van een bewegend onderwerp betreft, is de camera wat trager. Dat is nog beter zichtbaar als je werkt in live view of de videomodus. De micromotor-autofocus is dan ronduit traag en eigenlijk niet goed bruikbaar als het onderwerp beweegt. Bovendien gebruikt Pentax een enigszins gedateerd focussysteem, dat hoorbaar is, in tegenstelling tot bij de Canons en de Nikon. Vooral tijdens het filmen is dat hinderlijk. De K-70 ondersteunt bovendien geen 50/60p, maar alleen 50/60i in 1080p, dat de helft van het aantal beeldlijnen bevat. Voor video - maar ook voor actiefotografie - is de camera dus minder geschikt.
Het menu van de Pentax oogt enigszins gedateerd. Ook is het wat hinderlijk dat het menu standaard steeds naar het begin terugspringt, in plaats van naar de optie die je het laatst hebt gebruikt, maar dit is aan te passen. Ook is het jammer dat het scherm niet aanraakgevoeilig is, in tegenstelling tot dat van de Canons en de Nikon. Hoewel de Pentax beschikt over wifi, is de methode om verbinding met een smartphone te maken vrij omslachtig. Canon en Nikon hebben dat beter voor elkaar.
Behalve met de weerbestendige body onderscheidt de Pentax zich met een uitgebreide featureset en een knoppenspel waar niet op beknibbeld is. Zo bevat het programmawiel drie programmeerbare standen, waarin je je eigen instellingen kunt onderbrengen, zodat je snel kunt schakelen van bijvoorbeeld een landschap naar actie. Verder bevat de camera nog twee functies die uniek zijn: Pixel-Shift en Astrotracer, hoewel je daar in de praktijk niet altijd wat aan hebt.
Bij Pixel-Shift maakt de camera vier foto's achter elkaar, waarbij de sensor telkens iets opzijschuift, zodat dit een foto met meer details resolutie oplevert. Het verschil is - met de kitlens - echter marginaal en bovendien zijn er maar weinig situaties waarin je hier echt wat aan hebt. Je moet namelijk een statief gebruiken en er mag niets in de scène bewegen, anders leidt dat tot lelijke artefacten. Wind, water en bewegende mensen zijn dus uit den boze en dan blijft er al snel weinig over.
Een voorbeeld van pixelshift op basis van twee uitsneden van dezelfde foto. Links met pixelshift, rechts zonder. In het water en aan de boten is beweging te zien.
Een functie die nuttiger is, is Astrotracer. Pentax maakt daarmee op vernuftige wijze gebruik van de bewegende sensor, die de beweging van de aarde compenseert bij astrofotografie. Je kunt dan langere sluitertijden halen, zonder dat je last van stersporen krijgt en kunt daardoor hemellichamen als nevels en sterrenstelsels beter in beeld krijgen, met lagere isowaarden. Om deze functionaliteit te kunnen gebruiken moet de camera wel weten wat zijn locatie is en in welke richting hij kijkt, en daarvoor heb je dus een gps nodig. Die heeft de camera niet ingebouwd, dus moet je zo'n tweehonderd euro extra neertellen voor de O-GPS-module die je op de flitsvoet bevestigt.
Sony Alpha A68
De Alpha 68, of A68, werd in november 2015 aangekondigd en kwam pas in maart 2016 op de markt. Als opvolger van de A65 werd hij aanvankelijk boven de A58 geplaatst, maar dat instapmodel verdween korte tijd later. Feitelijk heeft Sony nu geen instap-dslr meer, maar dankzij een relatief lage prijs zal de A68 wel het beginnerssegment kunnen aanspreken. De camera is met afstand het goedkoopst in deze vergelijking. Daardoor is een flink gat ontstaan met de A77 II, die met bijbehorende kitlens ver boven de duizend euro uitkomt.
Van de vijf camera's is de A68 veruit de grootste. Dat heeft als voordeel dat hij prettig in de hand ligt, vooral voor mensen met grote handen. Het is ook de enige camera waar je pink niet onder bungelt. De body voelt aan als een serieus en solide stuk gereedschap. Hij is dan ook de zwaarste van het stel en neemt de meeste ruimte in beslag, wat je ook als nadeel kunt ervaren.
Er is voldoende ruimte voor knoppen, zodat je zaken als isowaarde, witbalans, transportsnelheid en belichtingscompensatie snel kunt oproepen. Voor overige zaken is er het Fn-menu. Met twee draaiwieltjes kun je eveneens snel schakelen. Net als bij de andere camera's is het scherm kantelbaar, maar het is helaas niet aanraakgevoelig en evenmin uitklapbaar. Dat eerste is in dit smartphonetijdperk erg jammer en het tweede maakt je wat minder flexibel. Als vloggerscamera is hij daardoor niet heel geschikt, omdat je jezelf niet kunt zien. Het ontbreken van touch is in dit smartphonetijdperk ook wat jammer.
Halfdoorlatende spiegel en zoeker
Als enige in de spiegelreflexwereld gebruikt Sony een elektronische zoeker, oftewel evf, in zijn dslr's. Dat is een direct gevolg van de lichtdoorlatende spiegel, waardoor de autofocussensor te allen tijde gebruikt kan worden. Daarin wijkt deze camera af van andere dslr's, waarbij de spiegel in live view en tijdens video opgeklapt is en de af-sensor werkloos.
Tijdens de introductie van dit concept was het zeer innovatief. De scherpstelling van dslr's en systeemcamera's was toen nog belabberd tijdens live view en video. Dat is in de laatste jaren echter totaal veranderd, nu het gebruikelijk is om autofocusdiodes in de sensor te integreren. De spiegel kan daardoor net zo goed weggelaten worden, bewijzen systeemcamera's als de Sony A6000 en A5100. Het nadeel van de halfdoorlatende spiegel is namelijk dat je dertig procent licht verliest. Dat verschil is in de praktijk zichtbaar, doordat de camera veel hogere isowaarden kiest, wat leidt tot aanzienlijk meer ruis. De ingebouwde stabilisatie in de body compenseert dit niet. Bij matig licht presteert de camera daardoor een stuk slechter dan de concurrentie.
De zoeker is wel een stuk groter dan de ovf's van Canon en Nikon, waardoor het prettiger kijken is. Omdat het een elektronische zoeker is, zie je bovendien vooraf exact hoe de foto of video er uit komt te zien en zijn extra's, zoals een live histogram, een optie. Het voordeel van de evf van de A68 is overigens dat je in het donker een veel beter zicht hebt in de zoeker.
In de praktijk
De A68 stelt zeer snel scherp, wat te danken is aan het scherpstelsysteem met maar liefst 79 af-punten. Het voordeel is ook dat de scherpstelling dankzij de halfdoorlatende spiegel steeds hetzelfde functioneert, ongeacht de modus. In live view of tijdens het filmen functioneert het in principe even snel als tijdens het fotograferen. Het is alleen jammer dat de standaard 18-55mm-kitlens tijdens het filmen hoorbaar is tijdens het scherpstellen.
De camera starten gaat iets langzamer dan bij de concurrentie, maar na circa 1,5 seconde is hij klaar voor gebruik. Het programmawiel linksboven op de body heeft een vergrendelknop die je ingedrukt moet houden als je de modus wil veranderen. Met drie programmeerbare modi en onder andere een panoramastand is hij heel compleet; alleen de Pentax evenaart dat. Het enige wat we missen is wifi, dat zo langzamerhand standaard is geworden in cameraland. Het scherm is ook een beetje een gemiste kans; het steekt flink uit, maar is niet uitklapbaar en evenmin aanraakgevoelig. Het scherm is met 2,7" ook wat klein en de resolutie is laag.
Verschillen in de praktijk
Los van de onderlinge verschillen in specificaties vielen ons ook in de praktijk wat zaken op. Die hebben we deels al op de individuele camerapagina's besproken, maar op deze samenvattende pagina vergelijken we de camera's in de praktijk op verschillende vlakken, zoals bouw, videofunctionaliteit en bediening.
/i/2001485657.jpeg?f=imagenormal)
Body en bouw
De Sony-body is de grootste en biedt de meeste ruimte voor alle vingers. Toch voelt de grip van de Pentax meer solide aan en is deze daardoor nog iets prettiger. De body's van de Canons en Nikon zijn relatief klein, maar bieden desondanks voldoende grip. Waar we minder over te spreken zijn, is het collapsible ontwerp van de kitlens van de Nikon. Het is weliswaar een slim concept, dat ook veel bij systeemcamera's gebruikt wordt, maar het past wat minder bij een dslr.
Video
Sony en Pentax vallen bij video eigenlijk al af omdat het scherpstellen lawaai maakt. De Pentax is bovendien vrij traag met continue autofocus en ondersteunt geen 1080p met 50/60p. De Nikon focust geruisloos, maar de autofocus is niet snel genoeg om een bewegend onderwerp bij te benen. Canon heeft op dit vlak de beste papieren, vooral dankzij de vloeiende en vlotte DualPixel-autofocus. Het is alleen jammer dat je alleen in de M-stand handmatige waarden kunt bepalen, dus niet alleen het diafragma of de sluitertijd.
Zoeker
Een goede zoeker is niet onbelangrijk voor een spiegelreflex. Dankzij de spiegelconstructie kijk je rechtstreeks door de lens, maar dan is het wel zo fijn als je ook veel ziet. Bij Nikon en met name Canon is op dat vlak te veel bespaard. De zoekers zijn echt aan de kleine kant en als je iets beters wil, moet je daarvoor in het segment boven de duizend euro zijn. Pentax en Sony bewijzen dat je ook in dit prijssegment camera's met prima zoekers hebt. Niet iedereen zal de evf van de Sony kunnen waarderen, maar dat laat onverlet dat deze zeker voordelen heeft ten opzichte van een optische zoeker, zoals wysiwyg, een live histogram en de mogelijkheid om de zoeker te kunnen gebruiken tijdens het filmen. Toch scoort Pentax het best wat zoeker betreft. Met een vergroting van 0,95x biedt de K-70 een prettig kijkvlak, dat je normaal gesproken alleen bij duurdere camera's ziet.
Menu
De nieuwe menustructuur van Canon is voor beginners heel overzichtelijk en gebruiksvriendelijk. Het is bovendien een plus dat meer ervaren fotografen altijd kunnen overschakelen naar het klassieke menu, al dan niet gedeeltelijk. Ook de scherminformatie bij Nikon is overzichtelijk en mooi vormgegeven, maar toch een fractie minder eenvoudig voor beginners. De menu's van Sony en Pentax bevatten veel instelopties, maar het is vaak wel even zoeken. De opmaak van de Pentax oogt wat gedateerd. Het is ook jammer dat de schermen van de Sony en de Pentax niet aanraakgevoelig zijn. Bij de Canons en de Nikon is dat een uitkomst voor video en om bepaalde opties snel en eenvoudig te wijzigen.
En verder
De weerbestendigheid van de Pentax K-70 heeft voor avontuurlijke fotografen en filmers zeker een meerwaarde. Dankzij speciale afdichtingen hoef je niet meteen te schuilen als het regent en minder bang te zijn voor stof. Bovendien blijft de camera volgens Pentax werken in de vrieskou, waar de andere fabrikanten onder de nul graden geen garanties meer geven.
Ook functies als Pixel-Shift en Astrotracer zijn uniek, al zal dat lang niet voor iedereen interessant zijn. De gestabiliseerde sensor in de Pentax en de Sony heeft een voordeel; in tegenstelling tot stabilisatie in de lens werkt dit met alle mogelijke lenzen. Bij de Pentax zie je dit alleen niet terug in de zoeker, bij de Sony wel, dankzij het gebruik van een elektronische zoeker. Fotografen die al een optische zoeker gewend zijn, zullen er wel een beetje aan moeten wennen, maar wat ons betreft is de evf geen nadeel.
Wat wel een nadeel is van de Sony, is het verlies van dertig procent licht vanwege de halfdoorlatende spiegel. Verder missen we wififunctionaliteit en een uitklapbaar scherm. Bij de Canon 77D vinden we dat het monochrome scherm aan de bovenkant een meerwaarde vertegenwoordigt, maar vooral voor meer ervaren fotografen. De aan-uitknop die daardoor naar links is opgeschoven, vinden we wat onhandig in het gebruik omdat je twee handen nodig hebt en soms per ongeluk in de videomodus terechtkomt.
Lenzen en accessoires
Iets wat we niet in de scorebepaling hebben meegewogen, maar wel willen noemen, is het verschil in lensaanbod voor de verschillende camera's. Een beginner zal bij geen enkele camera snel tegen problemen aanlopen op dit vlak, maar de groeimogelijkheden en het tweedehands aanbod verschillen wel behoorlijk.
Canon en Nikon hebben op dit vlak een voordeel, omdat zij samen met afstand het grootste marktaandeel hebben. Daardoor is er een groot aanbod van lenzen en accessoires, zowel van het eigen merk als third party. Ook het tweedehands aanbod is beduidend groter, wat het niet alleen makkelijker maakt om je lenzen ooit te verkopen, maar de aanschaf ook goedkoper kan maken. Uiteraard kun je op de Pentax-mount, net als bij de Nikon, oude lenzen van voor het autofocustijdperk gebruiken, maar dat voordeel is slechts voor een beperkte doelgroep interessant. Bij zowel Pentax als Sony is het lenzenaanbod kleiner. Bij Sony komt daar nog bij dat de fabrikant de laatste jaren nauwelijks meer aandacht lijkt te hebben voor de A-mount, zeker niet in het betaalbare prijssegment. Dit alles is iets om rekening mee te houden, maar vooral een persoonlijke afweging.
Beeldkwaliteit
De vier camera's in deze vergelijking gebruiken allemaal een moderne 24-megapixelsensor. In de meeste condities levert dat amper zichtbare verschillen op als je de foto's onderling gaat vergelijken. Uiteraard zie je wat kleine verschillen in lichtmeting, kleuren en verzadiging, maar die zijn overkomelijk. Als je in raw fotografeert, kun je al die nuances immers probleemloos corrigeren.
Twee verschillende uitsneden van onze testkaart op 6400 en 25.600 iso (raw).
Vlnr: Sony A68, Pentax K-70, Canon 800D/77D, Nikon D5600.
Pas als de lichtsituatie uitdagend wordt, gaan we grotere verschillen zien. Daarbij vallen twee uitersten direct op; de Pentax presteert uitzonderlijk goed als het gaat om ruis en kleurbehoud op hogere lichtgevoeligheden. Op zowel de lage als de hoge iso's toont de Pentax de minste ruis. Dat komt niet alleen door uiterst slimme ruisreductie, want we zien dit bij zowel de jpeg's als de raws terug, Hoewel we 25.600 iso niet snel zouden gebruiken, ziet de uitsnede van onze testkaart er nog best bruikbaar uit.
Een praktijkfoto met automatische belichting, maar een vastgestelde lichtgevoeligheid van 25.600 iso (raw).
Vlnr: Sony A68, Pentax K-70, Canon 800D/77D, Nikon D5600.
De Sony heeft het lastig bij weinig licht. Onder gelijke condities kiest de camera eerder voor hogere isowaarden doordat circa dertig procent minder licht de sensor bereikt, een gevolg van de constructie met halfdoorlatende spiegel. Logischerwijs presteert de camera op gelijke isowaarden daardoor ook wat minder goed dan de concurrentie. Ook de jpeg-output is bij de A68 minder goed dan bij de andere camera's, wat zich vooral uit in agressieve ruisreductie.
Een scène na zonsondergang met auto-iso (jpeg). Vlnr: Sony A68, Pentax K-70, Canon 800D/77D, Nikon D5600.
Voor de bovenstaande foto hebben we de camera's zelf de isowaarde laten bepalen, waardoor je goed kunt zien hoe verschillend ze omgaan met de situatie. De Sony en de Pentax kozen voor 6400 iso, terwijl de Canon en de Nikon het met minder afkonden.
Video
Wat videokwaliteit betreft zien we behalve scherpte geen extreme verschillen. Die zitten er onder de motorkap wel; waar alle camera's framerates tot en met 60fps bieden, gaat de Pentax effectief tot 30p en 50i/60i. In 720p biedt hij wel 60p. Dat beperkt je wat als je actie filmt. Nu is de Pentax toch al geen videomonster, mede doordat de autofocus tijdens het filmen traag en hoorbaar is. Dat laatste geldt ook voor de Sony, wat extra jammer is omdat de evf ideaal is tijdens het filmen. Al met al heeft Canon, van deze dslr's, de beste papieren voor video, dankzij de vloeiende, stille en vlotte scherpstelling. Dat wil overigens niet zeggen dat er in dit prijssegment geen beter filmende fotocamera's zijn. Zie bijvoorbeeld de Panasonic Lumix G80 en de Sony A6000 op de alternatievenpagina.
Praktijkfoto's
De onderstaande foto's zijn onder gelijke condities gemaakt. Het betreft onbewerkte jpeg's in verschillende programmastanden met auto-iso.
Zoom
De onderstaande drie foto's tonen per camera het zoomvermogen in de uiterste groothoek- en telestand.
Low light
Bij de onderstaande scènes hebben we de camera's zelf de lichtgevoeligheid laten bepalen. Ze zijn een halfuur na zonsondergang gemaakt.
Beperkte scherptediepte
Kleine lensopening
Overige foto's
Alternatieven
De vijf camera's in deze vergelijking hebben ten minste drie zaken gemeen; het zijn allemaal dslr's en dus zijn ze onderling goed vergelijkbaar, ze zijn vergelijkbaar gepositioneerd als prosumermodel boven de instappers en zitten min of meer in hetzelfde prijssegment van circa zeshonderd tot achthonderd euro. De Sony is wat goedkoper en de beide Canons zijn juist wat duurder, voornamelijk doordat ze nog maar net op de markt zijn.
In directe zin zijn er dus niet veel alternatieven. Toch kun je de voorlopers van deze modellen als alternatief zien; vaak zijn de specificaties redelijk vergelijkbaar. De prijs ligt een stukje lager en de voorraden kunnen beperkt zijn doordat oude modellen vaak langzaam uitgefaseerd worden. Ook camera's die boven deze modellen zijn gepositioneerd, kun je als alternatief zien, maar dan kom je echt in een andere prijsklasse terecht. Tot slot zijn systeemcamera's in hetzelfde segment natuurlijk goede alternatieven, vooral als je weinig waarde hecht aan een optische zoeker of juist een compacte en lichte camera zoekt.
Spiegelreflexcamera's:fill(white)/i/2000580471.jpeg?f=thumbmedium)
De Canon 750D lijkt erg op de 800D. DualPixel-autofocus ontbreekt, evenals bluetooth, en de camera gebruikt wat oudere componenten. Het beginnersmenu bestond nog niet en de kitlens is een stukje groter, maar verder is dit een camera waarmee je vergelijkbare foto's en video's kunt produceren. Hetzelfde geldt voor de 760D als alternatief voor de 77D.
4.5 van 5 sterren
(8 reviews)
Canon 750D vs 760D vergelijking
Canon 760D review
Spiegelreflexcamera's:fill(white)/i/2000949721.jpeg?f=thumbmedium)
De D5500 lijkt eigenlijk als twee druppels water op de D5600. De kitlens is identiek, evenals het aanraakgevoelige scherm met Aanraak-Fn-functie. Het voornaamste verschil is dat de D5500 niet beschikt over SnapBridge/bluetooth. Verder is de D5600 nog iets kleiner en lichter.
4.5 van 5 sterren
(3 reviews)
Nikon D5500 review
Systeemcamera's:fill(white)/i/1392216344.jpeg?f=thumbmedium)
De A6000 is een systeemcamera die zich prima kan meten met dslr's. Hij focust snel, heeft een kantelbaar scherm, heeft een elektronische zoeker, is uitgerust met wifi en kan in 1080p met 60fps filmen. De filmkwaliteit is ook behoorlijk goed. Hij heeft alleen geen aanraakgevoelig scherm, geen bluetooth en ook geen microfooningang. In onze round-up tot achthonderd euro kwam deze camera als beste uit de test.
4.5 van 5 sterren
(14 reviews)
Systeemcamera round-up
Systeemcamera's:fill(white)/i/2001241955.jpeg?f=thumbmedium)
De Panasonic Lumix G80 is de opvolger van de G7 die op zichzelf ook al een interessant alternatief vormt. Hij kan zich prima meten met dslr's en lijkt er wat ontwerp betreft ook op. De mft-sensor is iets kleiner, maar de beeldkwaliteit is prima. De evf is goed en hij heeft een kantel- en uitklapbaar scherm, net als de meeste dslr's in deze round-up. Hij is ook prima inzetbaar als videocamera en kan bovendien filmen in 4k. De De body is bovendien weerbestendig, net als de Pentax K-70, en hij heeft een gestabiliseerde sensor.
4 van 5 sterren
(15 reviews)
Panasonic Lumix G7 review
Systeemcamera's:fill(white)/i/2000624428.jpeg?f=thumbmedium)
De Fujifilm X-T10 is een compacte systeemcamera die uitblinkt met zijn beeldkwaliteit, goede zoeker en prettige bediening. Alleen de videoprestaties zijn wat minder, en hij ondersteunt geen raw onder de 200 en boven de 6400 iso.
4 van 5 sterren
(1 reviews)
Fujifilm X-T10 review
Systeemcamera's/i/2000653993.png?f=thumbmedium)
De E-M10 II is een zeer compacte systeemcamera met dito lens, met in-body stabilisatie, een aanraakgevoelig scherm en een goede evf. Er zijn wel wat compromissen op het gebied van bediening en video, maar deze camera kan zeker een interessant alternatief zijn.
4.5 van 5 sterren
(5 reviews)
Systeemcamera round-up
Conclusie
/i/2001485659.jpeg?f=imagenormal)
Het is interessant om te zien dat spiegelreflexfabrikanten in deze veranderende cameramarkt allemaal andere keuzes maken, al dan niet om zich onderling te onderscheiden. Het valt in ieder geval op dat de verbeteringen bij iedere iteratie kleiner worden. Canon heeft nu DualPixel-autofocus en bluetooth toegevoegd, net als Nikon. Sony bouwt nog steeds voort op het translucentconcept, maar steekt tegelijkertijd nauwelijks aandacht in aps-c-lenzen voor de A-mount. Pentax moet nog werken aan een sneller en stiller autofocussysteem in dit segment, maar weet zich ondertussen wel te onderscheiden met features die je niet bij de concurrentie ziet. Verder blijft er in het algemeen nog werk te doen op het vlak van video; 4k, snellere en geruisloze autofocus en meer instelmogelijkheden blijven welkom. Veel systeemcamera's hebben daarin een streepje voor.
Een spiegelreflex onderscheidt zich van andere camera’s met zijn zoeker, maar die van de Nikon en de beide Canons zijn aan de kleine kant en dat is jammer. De zoeker van de Sony is elektronisch in plaats van optisch, maar hij is wel een stuk groter. Toch spant Pentax hier de kroon met de grootste zoeker en dat kijkt erg prettig. Pentax valt ook in positieve zin op doordat de K-70 de enige camera is die weerbestendig is. Hij is stof- en spatwaterdicht, en blijft ook bij vrieskou tot -10 graden Celsius gegarandeerd werken.
De Sony en de Pentax zijn voorzien van beeldstabilisatie in de body, terwijl dat normaal in de lens zit. Het voordeel daarvan is dat dit met iedere lens werkt, ook een van tachtig jaar oud, en dat je met langere sluitertijden uit de hand kunt fotograferen zonder dat foto’s onscherp worden door beweging. Helaas hebben de Sony en de Pentax geen aanraakgevoelig scherm, in tegenstelling tot de Canons en de Nikon, terwijl dat in dit prijssegment wel gebruikelijk is. Wat bij de Sony ook ontbreekt, is wifi en de mogelijkheid om het scherm uit te klappen; dat kan alleen naar boven en beneden: een beetje een gemiste kans.
Wat beeldkwaliteit betreft zijn de camera’s aan elkaar gewaagd. De verschillen worden pas goed zichtbaar als je in het donker gaat fotograferen. De Sony krijgt het dan moeilijk doordat de sensor minder licht vangt en dat levert zichtbaar meer ruis op. De Pentax presteert het best op dit vlak, op enige afstand gevolgd door de Nikon. In raw kun je wat dynamisch bereik betreft het meest uit de beelden van de Nikon en Pentax persen.
Canon onderscheidt zich juist weer op het filmvlak. De camera stelt zeer snel en soepel scherp, ook bij een bewegend onderwerp. De andere camera’s hebben meer moeite met scherpstellen en de Sony en de Pentax diskwalificeren zich doordat de scherpstelling van de lens hoorbaar is. Dit is overigens op te lossen met een externe microfoon. Geen enkele dslr in dit prijssegment heeft de mogelijkheid om in 4k te filmen en dat is jammer, omdat er dit jaar volgens marktonderzoeksinstituut GfK beduidend meer uhdtv's verkocht zullen worden dan hdtv's, een trend die vorig jaar al was ingezet.
Al met al biedt de Pentax de meeste waar voor je geld. De camera laat zich prettig vasthouden, is weerbestendig en heeft een zeer prettige zoeker. Alleen voor video is hij minder geschikt; daarvoor zijn de beide Canons het beste alternatief.
Scorekaarten zijn geen exacte wetenschap. De verschillende subonderdelen in de tabel zijn in relatie tot elkaar beoordeeld en zijn niet allemaal even zwaar meegewogen voor het eindoordeel.