Inleiding
De vijf camera's in deze round-up zijn allemaal aan elkaar gewaagd en hebben ieder hun eigen plus- en minpunten. Het beoordelingsgewicht wat daaraan gekoppeld wordt, is bovendien heel persoonlijk, want niet iedereen vindt video, autofocus en prijs even belangrijk. Toch was er één camera die op vrijwel alle fronten goed meekwam en daardoor de beste allrounder is: de Sony A6000. Hij blinkt uit met zijn autofocussnelheid, beeldkwaliteit en videomogelijkheden, en is van alle markten thuis.
Prijs bij publicatie: € 749,-
Vorige maand publiceerden we een round-up van instap-dslr's. Uiteraard waren we de systeemcamera's niet vergeten, maar we hadden besloten om die niet in dezelfde round-up op te nemen. Allereerst omdat het aantal producten dan wel erg groot zou worden, voor praktijkfoto's moet je immers met alle camera's om je nek rondlopen, maar ook omdat de variabelen bij dit type camera veel groter zijn. Zo is er een veelvoud aan sensorformaten, zoals 1 inch, mft, aps-c en in het hogere segment ook fullframe. En er zijn modellen met en zonder elektronische zoeker, wat ze lastiger te beoordelen maakt dan een dslr, want hoeveel waarde hecht je aan een (optische) zoeker? Verder zijn er nog andere variabelen, van een zeer compacte body tot dslr-stijl, modellen met en zonder kantelbaar scherm, en de videomogelijkheden, die sterk verschillen tussen een dslr en een systeemcamera.
/i/2001208245.jpeg?f=imagenormal)
Daarom hebben we besloten om de systeemcamera's in een aparte round-up te bespreken. De echte instapmodellen bleken voor een groot deel gedateerd te zijn en een aantal fabrikanten gaf te kennen zich voortaan meer op het hogere segment te richten en dus geen geschikte, recente instapcamera's te hebben. Dat deed ons besluiten om het iets hogerop te zoeken in het segment, tot maximaal 800 euro. Daar vind je camera's die zowel voor de beginner als voor de meer ervaren fotograaf legio mogelijkheden bieden.
We kwamen uit bij de Canon EOS M3, Fujifilm X-T10, Olympus OM-D E-M10 Mark II, Panasonic Lumix GX80 en de Sony A6000. Vier van de vijf modellen dateren uit 2016 en 2015. Alleen de A6000 is wat ouder, maar de A6300 was te duur om mee te nemen. De EOS M3 is de goedkoopste van het stel, maar deze is standaard dan ook niet uitgerust met een evf, die overigens wel tegen een meerprijs beschikbaar is. De M3 is tot nu toe de meest high-end systeemcamera die Canon aanbiedt, terwijl de andere fabrikanten er nog modellen boven hebben.
We hebben de camera's beoordeeld op basis van bediening, mogelijkheden en beeldkwaliteit, om te bepalen welke van de vijf het interessantst is in dit prijssegment. Op de volgende pagina lees je over de onderlinge verschillen, waarna we de camera's met al hun voor- en nadelen individueel zullen bespreken.
Specificaties: verschillen
Als we nog zonder te testen naar de camera's kijken, valt al een aantal onderlinge verschillen op. De Fujifilm en de Olympus hebben een duidelijke retrolook, met veel draaiwieltjes en een centraal geplaatste zoeker boven op de body. Bij Sony en Panasonic zit de zoeker aan de zijkant. Dit oogt wat meer als een meetzoekercamera en een klein voordeel is dat je neus minder snel in de weg zit. De EOS M3 van Canon is de enige camera die niet standaard is uitgerust met een zoeker, maar er is wel een losse evf beschikbaar voor een meerprijs van rond de 240 euro.
Verder zien we wat verschillen in de resolutie en de sensoromvang. Zoals waarschijnlijk bekend is, gebruiken Olympus en Panasonic al sinds jaar en dag mft-sensoren. Deze zijn niet alleen een stuk kleiner dan de gangbaardere aps-c-sensoren, maar gebruiken ook een smallere 4:3-verhouding in plaats van 3:2. Het voordeel van een kleinere sensor is dat ook de objectieven kleiner kunnen worden, maar een nadeel is dat de resolutie, het dynamisch bereik en de ruisproductie vaak iets achterlopen en dat de scherptediepte groter is. Dit verschil is in de praktijk echter lang niet altijd zichtbaar en ook sterk afhankelijk van de fotograaf.

/i/2001196083.jpeg?f=imagenormal)
Een vergelijking tussen een mft- en een aps-c-sensor, plus nog enkele andere maten ter referentie
Beide mft-sensoren tellen 16 megapixels, terwijl de Canon en Sony op 24 zitten. Fujifilm gebruikt in de X-T10 eveneens een sensor met 16 megapixel, maar is voor de X-T2 en X-Pro2 intussen overgestapt naar 24 megapixel. De EOS M3 van Canon heeft weliswaar het aps-c-formaat, maar de sensor is met een cropfactor van 1,6x in plaats van 1,5x een tikkie kleiner dan die van andere aps-c-camera's.
Merk en productserie |
Canon EOS |
Fujifilm |
Olympus OM-D |
Panasonic Lumix |
Sony Alpha |
Type |
M3 + EF-M 18-55mm f/3.5-5.6 IS STM |
X-T10 + XC 16-50mm f/3.5-5.6 OIS |
E-M10 Mark II Pancake Kit |
DMC-GX80 + Lumix G Vario 12-32mm F3.5-5.6 ASPH Mega OIS |
A6000 + E PZ 16-50 mm F3.5-5.6 OSS |
Prijs en waardering |
Prijs met kitlens |
Onbekend (22 winkels) |
Onbekend (15 winkels) |
Onbekend (21 winkels) |
€ 869,- (18 winkels) |
Onbekend (22 winkels) |
Eerste prijsvermelding |
Zaterdag 14 februari 2015 |
Donderdag 18 juni 2015 |
Woensdag 26 augustus 2015 |
Zaterdag 9 april 2016 |
Vrijdag 28 maart 2014 |
Waardering |
4.5 van 5 sterren
|
4 van 5 sterren
|
4.5 van 5 sterren
|
4.5 van 5 sterren
|
4.5 van 5 sterren
|
Body |
Mount |
Canon EF-M |
Fujifilm X-mount |
Micro four/thirds |
Micro four/thirds |
Sony E-mount |
Sensor |
Cameraresolutie |
24,7Mp |
16Mp |
16,1Mp |
16Mp |
24,3Mp |
Sensortype |
Cmos |
Cmos |
Live mos |
Cmos |
CMOS |
Sensorformaat |
Aps-c |
Aps-c |
Four/thirds |
Four/thirds |
Aps-c |
Cropfactor |
1,6x |
1,5x |
2,0x |
2,0x |
1,5x |
Minimale iso-gevoeligheid |
Iso 100 |
Iso 100 |
Iso 100 |
Iso 100 |
Iso 100 |
Maximale iso-gevoeligheid |
Iso 25600 |
Iso 51200 |
Iso 25600 |
Iso 25600 |
Iso 25600 |
Beelden per seconde |
4,2fps |
8fps |
8,5fps |
8fps |
11fps |
Langste sluitertijd |
30s |
30s |
60s |
60s |
30s |
Kortste sluitertijd |
1/4000 sec. |
1/32000 sec. |
1/16000 sec. |
1/4000 sec. |
1/4000 sec |
Focus |
Aantal autofocuspunten |
49 |
49 |
81 |
49 |
179 |
Focusmechanisme |
Automatische focus (motor in lens), handmatige focus |
Automatische focus (motor in lens), automatische focus (motor in body), handmatige focus |
Automatische focus (motor in lens), handmatige focus |
Automatische focus (motor in body), handmatige focus |
Automatische focus (motor in body), handmatige focus |
Video |
Videoresolutie |
1920x1080 |
1920x1080 |
1920x1080 |
3840x2160 (ultra-hd) |
1920x1080 |
Video framerate |
30fps |
60fps |
30fps |
25fps |
60fps |
Bestandsformaat video |
Mp4 |
Mov |
Avi, mov |
Mp4 |
Xavc-s, mp4 |
Eigenschappen |
Schermdiagonaal |
3" |
3" |
3" |
3" |
3" |
Touchscreentechniek |
Capacitief |
- |
Capacitief |
Capacitief |
- |
Eigenschappen body |
Ingebouwde flitser, kantelbaar scherm, live view
|
Ingebouwde flitser, kantelbaar scherm, live view |
Ingebouwde flitser, kantelbaar scherm, live view, stabilisatie |
Ingebouwde flitser, kantelbaar scherm |
Ingebouwde flitser, kantelbaar scherm, live view |
Zoeker |
- |
Elektronisch (evf) |
Elektronisch (evf) |
Elektronisch (Evf) |
Elektronisch (evf) |
Zoekervergroting |
- |
0,62x |
1,23x |
1,39x |
1,07x |
Gps |
Nee |
Nee |
Nee |
Nee |
Nee |
Opslag |
Geheugenkaarttype (camera) |
Sd, sdhc, sdxc |
Sd, sdhc, sdxc |
Sd, sdhc, sdxc |
Sd, sdhc, sdxc |
Memory stick pro duo, memory stick pro hg duo , sd, sdhc, sdxc |
Verbindingen |
Verbinding (extern) |
Microfoon, mini-hdmi, usb 2.0 |
Micro-hdmi, usb 2.0 micro |
Composiet, micro-hdmi, usb 2.0 |
Micro-hdmi, usb 2.0 micro |
Micro-hdmi, usb 2.0 |
Verbinding (wlan) |
802.11b, 802.11g, 802.11n |
802.11b, 802.11g, 802.11n |
802.11b, 802.11g, 802.11n |
802.11b, 802.11g, 802.11n |
802.11b, 802.11g, 802.11n |
Aansluiting externe microfoon |
Ja |
Ja |
- |
- |
- |
Aansluitingen |
Overige draadloze verbindingen |
Near field communication (nfc) |
- |
- |
Near field communication (nfc) |
Near field communication (nfc) |
Afmetingen, gewicht en kleur |
Hoogte body |
68mm |
82,8mm |
83,1mm |
70,6mm |
67mm |
Breedte body |
111mm |
118,4mm |
119,5mm |
122mm |
120mm |
Diepte body |
44mm |
40,8mm |
46,7mm |
43,9mm |
45mm |
Gewicht body |
366g |
381g |
390g |
426g |
344g |
Kleur body |
Zwart |
Zilver |
Zilver |
Zwart |
Zwart |
Kitlens |
Naam kitlens |
EF-M 18-55mm f/3.5-5.6 IS STM |
Fujinon Lens XC16-50mm F3.5-5.6 OIS |
M.Zuiko Digital ED 14‑42mm 1:3.5‑5.6 EZ Pancake |
Lumix G Vario 12-32mm F3.5-5.6 ASPH Mega OIS |
E PZ 16-50 mm F3.5-5.6 OSS |
Zoom (wide) kitlens |
18mm |
16mm |
14mm |
12mm |
16mm |
Zoom (tele) kitlens |
55mm |
50mm |
42mm |
32mm |
50mm |
Diafragma (wide) kitlens |
3,5 |
3,5 |
3,5 |
3,5 |
3,5 |
Diafragma (tele) kitlens |
5,6 |
5,6 |
5,6 |
5,6 |
5,6 |
Eigenschappen kitlens |
Stabilisatie |
Stabilisatie |
- |
- |
Stabilisatie |
Filtermaat kitlens |
52mm |
58mm |
37mm |
37mm |
40mm |
|
|
|
|
|
|
Gewicht kitlens |
210g |
195g |
93g |
70g |
116g |
Overige specificaties |
|
|
|
|
|
|
Bijzonderheden |
|
|
|
Camera wordt internationaal 'DMC-GX85' genoemd |
|
Canon EOS M3
Samengevat
Met de EOS M3 heeft Canon een goede stap vooruit gezet ten opzichte van de eerste twee EOS M's. Hij heeft nu wel een een PASM-wieltje, een kantelbaar scherm, een geïntegreerde flitser en een verbeterde autofocus. Toch is dat laatste nog steeds de achilleshiel van dit toestel. In vergelijking met andere systeemcamera's is hij aan de slome kant, waardoor je momenten kunt missen. Dat probleem wordt groter naarmate het licht afneemt. Het is jammer dat Canon niet gekozen heeft voor een Dual Pixel-sensor. Zowel de beeldkwaliteit als de resolutie is prima, evenals de grip en de bediening. Hoewel de adviesprijs destijds 729 euro bedroeg, ligt de marktprijs momenteel beduidend lager. Hij beschikt echter niet over een ingebouwde evf, al is er voor een meerprijs van circa 240 euro wel een extern model beschikbaar. Door het weglaten van de evf kan het lcd-scherm wel 180 graden omhoog kantelen.
Eindoordeel
De EOS M3 heeft een behoorlijke grip, die prettig in de hand ligt. Aan de achterkant is er een inkeping voor de duim. Door de diepe grip ligt hij goed in de hand; alleen de Sony A6000 kan daaraan tippen. Hij is wel wat minder hoog dan veel andere camera's, waardoor de pink en een deel van de ringvinger er een beetje onder bungelen, al kan dat per hand(omvang) verschillen. Er zijn twee draaiwieltjes, een rondom de ontspanknop en een aan de achterzijde, waardoor je vlot alle mogelijke instellingen kunt aanpassen. Naast de bekende PASM- en volledig automatische standen vinden we op het draaiwieltje een programmeerbare stand, een scènestand en een hdr-stand. Een panoramamodus ontbreekt. Er is ook een draaiwieltje voor belichtingscompensatie en er zit een isoknop aan de achterkant.
De aan-uitknop zit boven op de body en is een drukknop in plaats van een hendeltje. Dat is een beetje onwennig en onpraktisch, mede doordat de knop in de body is verzonken. Via de Q-knop kun je veel andere functies bereiken, waaronder de zelfontspanner, de transportmodus, de beeldkwaliteit, het videoformaat, de autofocusbediening, de witbalans, de beeldverhouding en de lichtmeting. De overige, zeer specifieke functies, vind je in het menu. Daar kun je ook de werking van de knoppen en draaiwieltjes aanpassen.
Als enige in deze vergelijking kan het kantelbare en aanraakgevoelige scherm van de EOS M3 180 graden omhoogklappen. Dat is mogelijk doordat de camera geen zoeker heeft en er dus ruimte is voor het scherm. Lang niet iedereen zal deze functie gebruiken, maar je kunt er makkelijker selfies mee maken of vloggen. Hoewel dat laatste niet aan te raden is als er veel beweging is, want de autofocus is niet bijster vlot.
Autofocus
De EOS M3 gebruikt dezelfde sensor als de 750D- en 760D-dslr's, en scoort wat beeldkwaliteit betreft dus identiek. Naast fasedetectieautofocus gebruikt de camera contrastdetectie en de autofocussnelheid is vergelijkbaar met die van de 750D en 760D in de live-viewmodus. In de praktijk is de scherpstelling redelijk, maar vlot zouden we deze niet noemen. In vergelijking met de concurrentie heeft dit toestel merkbaar wat meer tijd nodig. Het is in de meeste situaties wel werkbaar, maar als je een snellere camera gewend bent, kan dat irriteren. Het verhoogt de kans om een bijzonder moment te missen, zeker bij bewegende onderwerpen, zoals spelende kinderen. In het donker kan het voorkomen dat de camera helemaal niet wil scherpstellen. De oorzaak is de keuze voor het Hybrid CMOS AF III systeem, dat inferieur is aan Canons Dual Pixel-autofocus. Op een dslr is dat in de live view-modus niet onoverkomelijk, maar als primair autofocussysteem schiet het simpelweg tekort. Vooral in vergelijking met de andere camera's is dat goed merkbaar.
Het aanraakgevoelige scherm is wel een plus, want daarmee kun je makkelijk en vlot het scherpstelpunt bepalen. Vooral tijdens het filmen kan dat handig zijn. Ook de maximale snelheid is met 4,2 foto's per seconde niet echt hoog. Voor dslr's is die snelheid niet ongebruikelijk, maar de andere systeemcamera's in deze vergelijking zijn circa twee keer zo snel en daardoor veelzijdiger inzetbaar. Als je raw gebruikt, zit de buffer na vijf foto's al vol. Op dit moment is dit de snelste EOS M, maar het houdt allemaal niet over.
Kitlens
De kitlens van de EOS M3 is behoorlijk groot ten opzichte van de concurrentie. Alle andere camera's in deze vergelijking, met uitzondering van de Fujifilm, maken gebruik van een collapsible lensontwerp. Canon heeft overigens ook een dergelijke lens, maar deze wordt alleen met de M10 gebundeld. Het bereik is met 18 tot 55mm redelijk standaard, maar de kitlenzen van de andere camera's zijn een stukje wijder. Effectief komt het neer op een beeldhoek van 29-88mm in fullframe-equivalent.
Video
De videomogelijkheden zijn vergelijkbaar met die van de EOS 750D en 760D. Hij kan filmen in 1080p met 24, 25 en 30fps in het mp4-formaat met de h264-codec. Tijdens het filmen kun je echter niet de belichting aanpassen, maar voordat de opname begint, kun je wel de gewenste instellingen kiezen. De EF-M-lenzen hebben allemaal een STM-stappenmotor, waardoor ze geruisloos kunnen scherpstellen tijdens het filmen. Dat scherpstellen kan via het aanraakgevoelige scherm, wat hiervoor een uitkomst is. Voor de serieuzere filmer is er ook voorzien in een microfoonaansluiting. Canon is samen met Fujifilm de enige die dit biedt in dit segment. Helaas is de snelheid beperkt tot 30fps, terwijl 1080p60 ondertussen wel een beetje standaard is.
Menu
H
et menu van de Canon komt overeen met dat van veel andere camera's, en is simpel en overzichtelijk. Er zijn drie hoofdonderdelen, waarvan het cameramenu het omvangrijkst is. De verschillende instellingen zijn daar onderverdeeld in vijf pagina's, waarvan de opties in een oogopslag zichtbaar zijn, zonder dat je hoeft te scrollen. Dat is redelijk overzichtelijk, al is de nummering verder willekeurig en was een apart menu voor bijvoorbeeld video fijn geweest. Je kunt met je vingers door het menu lopen, al werkt dat minder prettig als je grote handen hebt.
Externe evf
Als enige camera in deze vergelijking heeft de EOS M3 geen evf. Canon heeft simpelweg geen systeemcamera met evf in het portfolio. De huidige marktprijs compenseert dit gemis een beetje, maar voor de oorspronkelijke adviesprijs van 729 is dit toch wel opvallend. Je gebruikt de camera nu net als een compactcamera of smartphone, maar een zoeker stelt je in staat je af te sluiten van je omgeving, zodat je je beter kunt concentreren op de compositie. Bovendien heb je geen last van zonlicht, wat bij het scherm hinderlijk kan zijn. Canon biedt wel een externe evf aan, de EVF-DC1, voor een prijs van circa 240 euro. Tel je deze bij de toestelprijs op, dan kom je op net geen 700 euro en al met al is dat aan de hoge kant voor wat je krijgt. De externe evf vormt bovendien een grote bobbel boven op de camera, waardoor hij minder makkelijk in een tas past. De kwaliteit van de oled-evf is overigens uitstekend en vergelijkbaar met die van de Fujifilm en de Olympus. De externe constructie heeft als voordeel dat je hem kunt kantelen en je zo van bovenaf in de zoeker kunt kijken.
/i/2001208239.jpeg?f=imagenormal)
En verder
De ingebouwde flitser is klein en niet bijzonder krachtig, maar wel handig. Je kunt hem bovendien naar achteren duwen, zodat je eventueel indirect kunt flitsen. De accuduur is met zo'n 250 foto's op een volle lading zeer mager.
Het beperkte lensaanbod van Canon blijft een inkoppertje als minpunt. Er zijn in totaal nu zes EF-M lenzen beschikbaar, wat betekent dat er los van de twee kitlenzen slechts vier lenzen zijn waarmee je in de toekomst je camera kunt uitbreiden. Voor een beginner of minder veeleisende fotograaf hoeft dat geen probleem te zijn, want Canon heeft wel een flink bereik afgedekt. Vooral het aanbod van lichtsterke lenzen is beperkt, met alleen de 22mm f2. Verder is er nog een 11-22mm f/4-5.6-supergroothoek, een 55-200mm f/4.5-6.3-tele en sinds kort ook een 28mm f/3.5-macro. Ruim vier jaar na de introductie van de EOS M blijft dat een wat karige oogst, zeker in vergelijking met de concurrenten.
Fujifilm X-T10
Samengevat
De Fujifilm X-T10 is een zeer complete camera die veel waar voor zijn geld biedt. Hij heeft de belangrijkste eigenschappen van zijn grote broer, de X-T1, overgenomen en biedt daardoor een navenante beeldkwaliteit, een stevige body en een prettige bediening. De body is significant kleiner, wat zowel een voor- als een nadeel is. De grip is matig, al valt er wel aan te wennen. De bediening is anders dan bij de meeste camera's, maar voor wie graag met sluitertijden, diafragmawaarden en belichtingscompensatie speelt, is dat een pluspunt. De beeldkwaliteit is zeer goed, hoewel de resolutie voor een aps-c-camera wat laag is.
Eindoordeel
Fujifilm kiest voor veel van zijn cameramodellen voor een iets afwijkende bediening. Er is geen PASM-draaiwieltje met programmastanden, maar in plaats daarvan kies je de modes indirect via de draaiknoppen boven op de body. Dit is een klassiekere vorm van bediening, die echter best intuïtief werkt. Als je zelf een sluitertijd selecteert op het middelste draaiwiel, werk je in feite in de S-stand. Staat dit draaiwiel op de A-stand, dan wordt de sluitertijd automatisch bepaald en werk je effectief in de A-stand. De diafragmawaarde kun je dan wijzigen via het voorste draaiwieltje. Vooral de meer gevorderde fotografen zal dit aanspreken. Het is misschien even wennen, maar het werkt allemaal heel logisch. Beginners zullen er meer moeite mee hebben, want het oogt vrij technisch en abstract, maar daarvoor heeft Fujifilm een schakelaar naast het middelste draaiwiel geplaatst, waarmee je in één keer kunt overschakelen naar de volledig automatische stand. Fotograferen in raw-formaat is dan niet mogelijk.
Er is ook een stille elektronische sluiter beschikbaar, met een minimale sluitertijd van 1/32.000e seconde. Wij hebben de camera overigens getest met de standaard-16-50mm f/3.5-5.6 kitlens, maar tegen een (flinke) meerprijs is ook de lichtsterke 18-55 f/2.8-4 beschikbaar, die over een draairing voor het instellen van de diafragmawaarde beschikt.
Andere knoppen en draaiwieltjes
Aan de linkerkant van de body zit een wat abstract selectiewieltje met afkortingen. Hiermee kun je bepaalde functies, zoals bracketing, de panoramamodus en filters oproepen, evenals de transportmodus, zoals single shot en twee modi voor het maken van verschillende foto's per seconde. Aan de rechterkant zit een draaiwieltje voor de belichtingscompensatie. Op die locatie zit het goed onder handbereik, zodat je de belichting snel en makkelijk kunt aanpassen. Het steekt het niet uit, om ongewenst draaien tegen te gaan, maar er zit ook geen lock op.
De camera heeft verder twee draaiwieltjes waarmee je snel instellingen kunt wijzigen: een aan de voorkant en een aan de achterkant. Ze zijn bovendien klik- en programmeerbaar, waardoor je er zelf nog een andere functie aan kunt koppelen, een unieke eigenschap in deze round-up. Wel merkten we af en toe een beetje vertraging, waardoor je goed moet opletten dat je niet doorschiet met bijvoorbeeld de diafragmawaarde. Met wat oefening kan dat blindelings, al blijft het minder snel dan een aparte isoknop.
Menu
De menu-interface van de X-T10 is vergelijkbaar met die van de X100T en X-T2, en bevat wat subtiele vernieuwingen. Er zijn twee hoofdmenu's: het rode cameramenu, genaamd 'camerastanden', en een blauw instellingenmenu, waarmee je de eigenschappen van de camera kunt wijzigen, zoals de opties in het Q-menu. De pagina's zijn in één keer keer zichtbaar, zonder dat je hoeft te scrollen, en er zijn vijf algemene cameramenu's en drie voor cameraspecifieke opties. Het Q-menu werkt vlot en is vrij overzichtelijk. Ook de informatie in de zoeker ziet er prettig uit.
Video
Fujifilm blinkt niet uit met zijn videomogelijkheden, op die van de nieuwe X-T2 en X-Pro2 na. Tot voor kort richtte de fabrikant zich naar eigen zeggen voornamelijk op fotografie en was er bij de ontwikkeling dus minder oog voor video.
De instelmogelijkheden voor de filmstand zijn beperkt. Desondanks is het mogelijk om in 1080p met 50 en 60fps op te nemen, is er een speciale videoknop aanwezig en kun je als alternatief voor de ingebouwde stereomicrofoon een externe microfoon aansluiten, net als bij de EOS M3. De videoknop is overigens erg lastig in te drukken, vooral omdat hij op een krappe plek tussen de ontspanknop en het draaiwiel voor belichtingscompensatie zit en nauwelijks uitsteekt. Soms heb je daardoor verschillende pogingen nodig om een opname te stoppen en starten.
De autofocus tijdens het filmen werkt redelijk, maar zit er wel eens naast met de scherpstelling. Een 4k-modus is afwezig en de kwaliteit van 1080p-opnamen is oké, maar niet zo goed als bij de meeste andere aps-c-camera's. Af en toe is er duidelijk moiré zichtbaar en de beelden ogen wat soft.
En verder
Via een schuifje naast het linkerdraaiwiel kun je de flitser laten opklappen. Deze is boven de evf gemonteerd. Verder heeft de X-T10 een mechanische aansluiting voor een draadontspanner op de ontspanknop, zoals dat in een ver verleden gebruikelijk was. Het praktische nut daarvoor is anno 2016 erg klein, omdat (draadloze) elektronische afstandsbedieningen veel meer functies hebben. Het is dus vooral een leuke gimmick en niet echt praktisch. Overigens levert Fuji als enige een bijpassende zonnekap mee met de kitlens en dat is wel zo prettig. Bij de andere camera's is die er simpelweg niet of moet je er apart voor betalen.
Olympus OM-D E-M10 II
Samengevat
De Olympus OM-D E-M10 is in combinatie met de platte pancake-lens een zeer compacte systeemcamera. Ondanks zijn kleine voorkomen laat hij zich goed bedienen en heeft Olympus een grote evf ingebouwd. Door de compacte body is de grip wel wat minder prettig dan die van andere camera's. Verder zoomt de lens bijzonder sloom en zit de aan-uitknop op een vreemde locatie.
Eindoordeel
De E-M10 II is de opvolger van de E-M10 en bevat een aantal vernieuwingen, zoals een helderdere zoeker, vijfassige in-body-stabilisation en een iets aangepast knoppenspel. De compacte vormgeving van zowel camera als lens is gebleven. De Olympus OM-D E-M10 is de kleinste van de vijf systeemcamera's in deze vergelijking. Dat komt zowel door de zeer compact ontworpen body als door de pancake-kitlens. Hij past daardoor makkelijk in een tas of zelfs een jaszak. Ondanks zijn compacte vorm is het overigens de op een na zwaarste camera in deze vergelijking.
De zeer compacte body heeft als nadeel dat hij wat minder prettig in de hand ligt. De andere camera's in deze round-up hebben een beduidend grotere grip. Als je hem stevig met de duim en middelvinger vastklemt, is het overigens goed te doen en al helemaal als je de camera met twee handen vasthoudt.
Kitlens
De superplatte kitlens werkt elektronisch en schuift dus automatisch in- en uit. Zoomen gaat ook elektronisch: inzoomen naar links en uitzoomen naar rechts. Het zoomen gaat wel wat traag, zeker in vergelijking met de Sony A6000. Volledig uit- of inzoomen duurt zo'n twee seconden. Er zit nog een heel smal scherpstelringetje aan het uiteinde, zodat handmatige focus ook een optie is.
Bediening
Ondanks zijn kleine formaat is de camera rijk uitgerust met draaiwieltjes. Aan de rechterkant vinden we er maar liefst drie: het programmawieltje en daarnaast twee losse grote draaiwielen, waarvan een om de ontspanknop heen. Die draaiwielen zijn relatief fors, mede omdat ze hoog uitsteken. Het was vermoedelijk een designkeuze om ze zo te maken. Desondanks draaien ze soepel, waardoor je makkelijk instellingen kunt wijzen. Het voorste draaiwieltje draait wat ons betreft iets te makkelijk, want daaraan is de belichtingscompensatie gekoppeld. Customstanden ontbreken helaas op het programmawiel, en de videoknop zit uiterst rechts van de body en laat zich met de wijsvinger bedienen.
Het scherm kan omhoog en naar beneden kantelen en is aanraakgevoelig. De aan-uitschakelaar is ten opzichte van zijn voorganger verhuisd van de achterkant naar een prominente plaats linksboven op de body. Dit had wat ons betreft niet gehoeven en dat geldt ook voor de grote draai van 45 graden die hij moet maken als je de camera in- en uitschakelt. Als je deze knop verder doordraait, klapt de ingebouwde flitser omhoog. Verder zijn er redelijk wat knoppen waarvan er drie ook programmeerbaar zijn. De knopjes zijn wel wat aan de kleine kant, maar dat geldt voor meer camera's.
Menu
Het Olympus-menu bevat veel opties, maar blinkt niet uit in overzichtelijkheid. Weliswaar zijn er vijf hoofdmenu's, waarvan twee met algemene cameraopties, maar de letters zijn aan de kleine kant en de achtergrond is wat speels, wat afleidt. Wat we ook minder prettig vinden, is dat de eerste twee cameramenu's weliswaar alle opties tonen zonder dat je moet scrollen, maar dat je niet kunt doorbladeren van het ene naar het andere venster. Dat betekent dat je eerst terug moet naar de hoofdselectie van een van de vijf hoofdmenu's.
De vierde optie, het 'instelbaar menu', kan wat verwarrend en overdadig overkomen. Allereerst zie je hier niet meer alles in één overzicht, maar moet je naar beneden scrollen. Zie je vervolgens een bepaalde optie die je wil aanpassen, zoals AF/MF, dan kom je in een submenu terecht met opnieuw een venster met veel opties waar je doorheen moet scrollen. Het kan daardoor even zoeken zijn naar een bepaalde functie. Daar staat tegenover dat er zeer, zeer veel instellingsmogelijkheden zijn en dat zal voor een meer ervaren fotograaf een pluspunt zijn. Het klassieke menu valt overigens voor een groot deel te ontwijken, want met een druk op de ok-knop kom je in een snelmenu terecht dat de belangrijkste instellingen toont.
Autofocus en gestabiliseerde sensor
Hoewel de camera niet is uitgerust met fasedetectieautofocus, is de snelheid van het scherpstellen behoorlijk vlot. De 81 scherpstelvelden werken in de S-AF-stand, oftewel de single-shotmodus, erg goed. In de C-AF-stand met continue focus voor bewegende onderwerpen heeft de camera er echter merkbaar meer moeite mee dan camera's die wel over fasedetectieautofocus beschikken. Aan de transportsnelheid ligt het in ieder geval niet, want die kan 8,5 foto's per seconde schieten. Nieuw is ook de elektronische sluiter, waarbij een sluitertijd van 1/16.000e gehaald kan worden.
Een andere opvallende eigenschap van de E-M10 II is de gestabiliseerde sensor, ofwel ibis. Dat past Olympus al toe sinds het prille begin van zijn systeemcameralijn en het voordeel is dat de beeldstabilisatie daardoor met ieder objectief werkt. Panasonic doet dat met de GX-lijn ook, maar heeft daarnaast camera's zonder ibis, met stabilisatie in de lens. De gestabiliseerde sensor is wel hoorbaar als je scherpstelt met de lens.
Video
De videomogelijkheden van de E-M10 II gaan een stuk verder dan die van zijn voorganger. Je kunt nu filmen met 24, 25, 30, 50 en 60fps in een hogere bitrate en er is zelfs voorzien in een clean hdmi-uitgang en een optie voor een externe recorder. Een microfooningang ontbreekt helaas. De beelden zien er goed uit, maar er is af en toe wat moiré zichtbaar. Ook maakt Olympus tijdens het filmen een uitsnede van de sensor, waardoor je een flink stuk groothoek verliest. De ingebouwde stabilisatie werkt overigens uitstekend tijdens het filmen, waardoor je rustige beelden krijgt als je uit de hand filmt. Ook de scherpstelling blijft goed werken en schakelt vloeiend van het ene naar het andere onderwerp.
Panasonic Lumix GX80
Samengevat
De Panasonic GX80 lijkt veel op de GX7, met zijn platte body, in-bodybeeldstabilisatie en ingebouwde evf, die in de GX80 overigens niet kantelbaar is. Hij valt verder op met de mogelijkheid om in 4k te filmen, iets wat we in dit prijssegment niet vaak tegenkomen. De kitlens is uitzonderlijk compact, maar werkt wel mechanisch en moet dus handmatig uitgedraaid worden voor gebruik.
Eindoordeel
De nieuwe GX80 is een model tussen de oude GX7, en de duurdere en grotere GX8 in. De GX80 lijkt wat body betreft meer op de GX7, alleen is de evf niet meer naar boven kantelbaar. De sensor is voorzien van vijfassige in-bodystabilisatie en compenseert daardoor bewegingen bij lenzen zonder stabilisatie. In combinatie met Panasonic-lenzen met 'Mega-OIS', zoals Panasonic zijn stabilisatiesysteem noemt, werkt het als een hybride systeem. De sensor betreft een doorontwikkelde versie van de veel gebruikte zestienmegapixelsensor met een maximale gevoeligheid van 25.600 iso en zonder optisch low-passfilter. Dat laatste is bijzonder in dit segment, al zien we het ook bij enkele dslr's. Het moet scherpere foto's en video's opleveren.
Hij is uitgerust met dezelfde kitlens als de GF7, die zeer compact is en een beperkt bereik heeft, hoewel hij meer groothoek biedt dan gemiddeld (24mm). Uitschuiven gaat mechanisch. Er zijn meer (kit)lenzen beschikbaar als alternatief, zoals de Vario 14-42mm-powerzoom en de 14-140mm-superzoom. Het beeld van de evf is groter dan dat van de GX7, maar kleiner dan bij de GX8. In vergelijking met de andere camera's in deze round-up is hij marginaal kleiner. Het beeld oogt bijzonder scherp, maar net als bij de andere GX-camera's heeft de zoeker last van het 'rainbow'-effect, wat minder prettig kijkt. Niet iedereen is overigens even gevoelig voor dit effect. De zoeker is breedbeeld, maar als je in het gebruikelijke 4:3-formaat fotografeert, is het beeld wat smaller en zie je zwarte balken links en rechts, hoewel de overlay-informatie wel gebruikmaakt van de volledige breedte.
De GX80 blinkt uit met een gestabiliseerde sensor, net als de Olympus, en 4k-video. Dat laatste is vrij uniek in dit prijssegment. Alleen Panasonics eigen G7 biedt dit ook. Alle andere camera's in deze vergelijking komen dan ook niet verder dan 1080p.
Body en bediening
Hoewel de 12-32mm lens uitzonderlijk compact is en de body redelijk plat, is de camera vrij lang en zwaar. Sterker nog, het is de langste en zwaarste camera in deze vergelijking. Dat is des te opvallender als je bedenkt dat de sensor kleiner is dan aps-c. Als je de camera met één hand vasthoudt, wat overigens bij geen enkele camera aan te raden is, ligt het zwaartepunt aan de linkerkant, waardoor de kans bestaat dat hij een beetje scheef staat tijdens het filmen en fotograferen. De lens is van alle kitlenzen overigens het compactst. Hij biedt een mooie groothoek met een effectieve beeldhoek van 24mm, maar daar staat tegenover dat het telebereik met effectief 64mm merkbaar minder is dan bij de andere camera's. Dat zien we ook duidelijk terug in de voorbeeldfoto's.
Net als de andere camera's heeft de Panasonic twee draaiwieltjes: een rond de ontspanknop en een bij de positie van de duim. Daardoor kun je vlot en eenvoudig instellingen aanpassen, bijvoorbeeld in de M-stand de diafragmawaarde met het wieltje aan de bovenkant en de sluitertijd met dat aan de achterkant. De lcd kan net geen 90 graden omhoog kantelen, in tegenstelling tot die van de andere camera's, maar is op zich goed werkbaar. De grip is niet diep, waardoor je de camera wat steviger moet vasthouden dan de andere camera's. Panasonic heeft vermoedelijk geprobeerd de body zo plat mogelijk te houden, maar aangezien de kleine lens toch ook wat uitsteekt, was een dikkere grip fijn geweest. De aan-uitknop is mooi weggewerkt bij het PASM-draaiweltje. De knopjes zijn vrij klein en steken nauwelijks uit, waardoor ze op de tast minder makkelijk bedienbaar zijn.
Video
De GX80 kan, net als andere recente Lumix-camera's, filmen in 4k en ook de '4k foto'-modus is aanwezig. Daarmee kunnen achtmegapixelfoto's als stills uit videobeelden worden gehaald, terwijl de camera met dertig beelden per seconde filmt. Met de 4k-videoresolutie ben je redelijk futureproof. Het aantal uhdtv's is nog relatief laag, maar dankzij dalende prijzen loopt het marktaandeel gestaag op. Ook als je pas later een uhdtv koopt, beschik je dan wel over video's met het hoogst mogelijk detailniveau. Bovendien kun je de 4k-beelden altijd downscalen naar 1080p en heb je dankzij vier keer zoveel pixels ook ruimte om een uitsnede van het beeld te gebruiken. We zien deze functionaliteit tot nu toe vooral bij high-end modellen, maar Panasonic maakt er duidelijk een uniek verkoopargument van. De gestabiliseerde sensor is overigens ook een uitkomst voor video, want of je nu een lens met Mega OIS gebruikt of een prime zonder, bewegingen worden altijd gestabiliseerd.
Menu
Het menusysteem van Panasonic is redelijk, maar blinkt niet uit in overzichtelijkheid. Wat Panasonic als enige wel goed gedaan heeft, zijn aparte menu's voor foto en video toepassen. Vervolgens heb je per menu verschillende pagina's waar je doorheen kunt scrollen. Voor het cameramenu zijn dat er acht en voor het videodeel vijf. Dat betekent dat je soms flink aan het scrollen bent om een bepaalde functie te zoeken. Verder is er een zogenaamd set-upmenu voor de primaire instellingen, maar ook een voorkeuzemenu waarmee je de camera naar eigen voorkeur kunt instellen, zoals het gebruik van de AF/EA-vergrendeling, focus-peaking en een stille modus. De laatste modus werkt op basis van een elektronische sluiter. Wat wel goed is, is dat er per onderdeel een zinnetje met uitleg is, in lichtkrantvorm, hoewel het even duurt om dat volledig te kunnen lezen.
En verder
Ook de 'post focus'-modus is aanwezig, waarbij de camera een foto maakt op basis van verschillende scherpstelpunten, waardoor je dit achteraf kunt aanpassen. Verder is er een nieuwe sluiterunit in de camera te vinden, die we nog niet eerder in Panasonic-camera's tegenkwamen. Volgens Panasonic is deze stiller en veroorzaakt hij minder trilling. De camera wordt, als enige, niet geleverd met een losse acculader. In plaats daarvan zit er een adapter met usb-kabel bij, die je aan de body koppelt.
Sony A6000
Samengevat
Body en kitlens van de Sony A6000 zijn zeer compact, maar toch zit de camera bomvol technologie. Zo is de autofocussnelheid bijzonder rap, evenals de burst van 11fps. De powerzoom van 16-50mm biedt een grote hoek van 24mm en zoomt erg snel. De ingebouwde evf is mooi compact gebouden, al loopt de resolutie wat achterop in vergelijking met andere systeemcamera's. Minpunten zijn het ontbreken van een microfooningang en een wat lastig te bereiken videoknop.
Eindoordeel
De A6000 dateert uit begin 2014 en gaat dus alweer een tijdje mee. Toch wordt hij nog steeds geproduceerd en hij is zelfs na 2,5 jaar nog een populaire camera in de Pricewatch. Dit jaar kwam de A6300 uit, maar doordat deze in een beduidend hoger prijssegment zit en de A6000 voorlopig nog te koop blijft, is er niet echt sprake van een opvolger. Beide camera's worden geleverd met de 16-50mm-powerzoom. Deze is zeer compact en biedt een mooi bereik van effectief 24-75mm. Hij zoomt elektronisch via een ring rond de lens, maar doet dat zeer vlot.
Body en bediening
Net zoals andere aps-c-systeemcamera's kenmerkt de A6000 zich door een zeer compacte behuizing. Ook de compacte powerzoomkitlens draagt hieraan bij en de combinatie past daardoor met gemak in een tas en zelfs een jaszak. Het is bovendien de lichtste camera uit deze vergelijking, dus rugklachten zul je er niet snel van krijgen. Ondanks het compacte karakter heeft de camera een stevige grip, waardoor hij prima in de hand ligt. Door de geringe hoogte bungelt alleen de pink een beetje los onder de camera. Net als bij de Panasonic is de zoeker aan de linkerkant van de body gemonteerd. Dat heeft als voordeel dat je niet met je neus tegen de camera aanzit, zoals bij camera's met centrale positionering het geval is.
De ontspanknop met de aan-uitschakelaar zit wat ons betreft op een prima locatie. Dat geldt minder voor de videoknop, die, zoals bij meer Sony-camera's, aan de zijkant gepositioneerd is en ook nog verzonken is in de body. Daardoor moet je duim een flinke strekoefening doen, waarbij bovendien de draagriem in de weg kan zitten. Er zijn twee draaiwieltjes: één rechtsboven op de body en een aan de achterkant, met een dubbelfunctie als dpad. Via de Fn-knop zijn de meest gebruikte instellingen makkelijk onder handbereik. Het kantelbare schermpje werkt prettig, maar is in tegenstelling tot bij de A5100 niet aanraakgevoelig en dat is best jammer.
Autofocus
De sensor van de A6000 is voorzien van 179 geïntegreerde af-diodes, waardoor de camera overweg kan met zowel fasedetectie- als contrastautofocus. De fasedetectie werkt bij goed licht zeer snel, waardoor de camera zich prima laat inzetten voor actiefotografie. De burstsnelheid van maar liefst elf foto's per seconde sluit daar naadloos op aan. Van de vijf camera's in deze vergelijking presteert de autofocus van de A6000 het best, zeker in de af-c-modus, waarbij continu wordt scherpgesteld.
Video
Waar de A6300 in 4k kan schieten, moet de A6000 het nog met 1080p60 doen, maar wat hij doet, doet hij goed. Er zijn veel instellingsmogelijkheden, het xavc-s-formaat biedt een goede kwaliteit en ook tracking werkt prima. Een microfoonaansluiting had de camera helemaal compleet gemaakt, maar die heeft Sony om onduidelijke redenen weggelaten bij deze camera, terwijl zijn voorganger en opvolger dat wel hebben.
Menu
Sony blinkt niet uit met een doordachte menustructuur. Er lijkt geen heldere filosofie te zijn waar een bepaalde instelling moet staan, waardoor het onlogisch overkomt. De eerste twee menu's tellen in totaal dertien pagina's met opties, maar bijvoorbeeld video en autofocus zijn niet gegroepeerd. Je bent daardoor al snel aan het zoeken, zeker als het een functie betreft die je niet vaak gebruikt. Daar staat tegenover dat je niet hoeft te scrollen, omdat de menu's per pagina te zien zijn. In theorie kun je aanleren welke functie op welke pagina staat.
De menu's voor wifi, apps en afspelen bevatten relatief weinig opties, waardoor de overblijvende ruimte wat ons betreft benut had kunnen worden. Het is gelukkig wel mogelijk om de twaalf functies in het Fn-menu zelf samen te stellen en bovendien kun je vrijwel alle knoppen programmeren.
Overig
De resolutie van de evf is lager dan bij de NEX-6 en 7, evenals de A6300. Dat is niet erg storend, maar de zoekers van de Olympus en de Fujifilm zijn daardoor prettiger in gebruik.
Fotograferen en filmen in de praktijk
/i/2001208243.jpeg?f=imagenormal)
Alle camera's met de kitlens in de maximale zoompositie
Hoewel de vijf systeemcamera's in deze vergelijking veel overeenkomsten hebben, zijn er ook opvallende verschillen, alleen al wat omvang en gewicht betreft. Dat is duidelijk zichtbaar in de bovenstaande foto. Het verschil in omvang is aanzienlijk, zowel wat camerabody als wat lens betreft. Het is ook in de praktijk merkbaar, want de Sony A6000 en de Canon EOS M3 hebben een flinke grip, en laten zich daardoor prettig vasthouden. De grip is bij de Olympus OM-D E-M10 en de Fujifilm X-T10 aan de krappe kant.
De zoekers van de Olympus en de Fujifilm kijken het prettigst. Beide gebruiken een grote zoeker (Fuji 0,62x), een oledpaneel en een flinke resolutie. Dat geldt overigens ook voor de externe zoeker van Canon. De resolutie van de Sony-zoeker is wat lager dan gemiddeld en die van de Panasonic heeft zoals genoemd last van het 'rainbow'-effect.
Alle camera's zijn uitgerust met twee draaiwieltjes, waardoor instellingen vlot te wijzigen zijn. De onderlinge verschillen zijn een kwestie van smaak en gewenning. De grote draaiwielen van Olympus zitten een beetje dicht op elkaar en zijn relatief groot, maar draaien wel erg prettig. Het tweede draaiwiel is ook te gebruiken voor belichtingscompensatie, maar Canon en Fujifilm zijn de enige twee die hier een apart wieltje voor hebben en dat is wel zo prettig. Bij Canon en Sony is er een speciale isoknop, wat de meer gevorderde fotografen prettig zullen vinden. Bij de andere camera's moet je daarvoor naar het snelmenu.
Verschillende lenzen
Compacte lenzen van Olympus en Sony schuiven automatisch uit als je de camera aandoet en weer in als je hem uitdoet. De lens van Panasonic moet voor het fotograferen handmatig uitschoven worden. De kitlenzen van de Fujifilm en Canon zijn niet collapsible en hoeven dus ook niet te worden uitgeschoven. Ze zijn daardoor wel vrij fors in vergelijking met de concurrentie, waardoor de combinatie wat meer ruimte inneemt in een tas. En een jaszak is daardoor geen optie. Het verschil is significant, in zowel de uit- als de aanstand, waarbij de lenzen uitschuiven. Wat dat betekent voor de uiterste groothoek- en telestand, kun je zien bij de praktijkfoto's.
Overigens willen we nog een algemene opmerking maken over het lensaanbod. Zoals gesteld is dat bij Canon erg mager. Bij Sony is dat een stuk veelzijdiger en is er ook aanbod van third parties, hoewel het de laatste tijd erg stil is wat aps-c E-mountlenzen betreft. Het lensaanbod van Olympus en Panasonic is het compleetst, maar ook dat van Fujifilm mag er zijn, mede gezien de snelheid waarmee het bedrijf nieuwe lenzen aankondigt. Voor alle merken geldt overigens dat goed, lichtsterk glas prijzig is, ongeacht de lensvatting.
/i/2001208241.jpeg?f=imagenormal)
Video
Zoals eerder besproken, wisselen de mogelijkheden voor video nogal per model. Alle camera's kunnen filmen in 1080p en tijdens het filmen kun je, in tegenstelling tot met een dslr, door de zoeker blijven kijken. Maar dan beginnen de verschillen. De Fujifilm X-T10 en de Sony A6000 kunnen filmen met maximaal 60fps, zodat je actiemomenten beter kunt vastleggen en eventueel gebruik kunt maken van slow motion in de post-productie. De Panasonic GX80 kan zelfs, als enige, filmen in 4k-resolutie. Dat betekent dat je op een uhdtv nog meer details en scherpte zult zien dan in hd. De Canon en de Fujifilm hebben een aansluiting voor een externe microfoon. Desondanks zijn deze twee camera's wat minder geschikt voor video, de eerste omdat de autofocus aan de trage kant is en de tweede omdat de beeldkwaliteit in de filmstand zichtbaar minder is en ook hier de autofocus niet uitblinkt. De instellingsmogelijkheden zijn bij deze modellen eveneens beperkt. Die zijn bij de Olympus, Panasonic en Sony een stuk groter. De ingebouwde stabilisatie in de body van Panasonic en Olympus doet z'n werk goed. De andere merken hebben de stabilisatie in de lens zitten en dat is eveneens effectief, maar soms iets minder vloeiend.
Als we puur naar de beeldkwaliteit kijken, dan vallen de Canon, Sony en Panasonic in positieve zin op. De beelden ogen scherp en helder. De video's van de Fujifilm zijn vrij soft en bevatten soms wat moiré. Dat laatste geldt ook voor de Olympus, die als extra nadeel heeft dat er een forse uitsnede wordt gemaakt, waardoor je veel groothoek verlies, maar tele wint.
De bovenstaande video toont vier verschillende scènes per camera. De eerste drie zijn vanaf een statief gefilmd, de laatste uit de hand om het effect van de stabilisatie te tonen. Voor de eerste en de laatste scène is de uiterste groothoekstand gebruikt, voor de tweede en derde de maximale brandpuntsafstand. De video's zijn in de automatische stand gemaakt. De compilatie is gemaakt in de 1080p-resolutie, waarbij de 4k-bestanden van de Panasonic zijn teruggerekend.
Beeldkwaliteit
Er zijn verschillen in beeldkwaliteit tussen de camera's, maar eerlijk is eerlijk, de verschillen zijn klein. Ze zijn vooral zichtbaar als we gaan pixel peepen, oftewel de foto's op 100-procentweergave een-op-een naast elkaar leggen. We zien dan dat de Fujifilm, Olympus en Panasonic met hun 16-megapixelsensor wat minder detail bieden dan de 24-megapixelresolutie van de Canon en Sony. Desondanks zijn de beelden van de Olympus en de Panasonic vrij scherp. De beeldruis valt bij alle camera's tot en met 6400 iso mee, al is dat wel het punt waarop je ziet dat de kleurverzadiging afneemt. Ook in het raw-formaat ziet alles er dan nog bruikbaar uit. De Fujifilm X-T10 produceert van alle camera's de minste ruis en iso 6400 is daardoor nog prima bruikbaar. Het is dan ook jammer dat je boven die isowaarde niet meer in het raw-formaat kunt werken.
Vijf keer een 100-procentuitsnede van onze testkaart op 6400 iso in raw-formaat, dus zonder ruisreductie
Ook de Panasonic en Olympus kunnen met hun kleinere mft-sensoren in principe prima meekomen wat detaillering betreft. Er is wel sprake van wat meer ruis op de hogere gevoeligheden, maar dat is in de meeste gevallen niet problematisch. Als je veel in situaties met weinig licht werkt, is dat een andere afweging en liggen de Fujfilm, Canon en Sony meer voor de hand. Is resolutie erg belangrijk, omdat je vaak wil croppen of je foto's groter dan op A3-formaat wil afdrukken, dan hebben de Canon en Sony op dat vlak een streepje voor.
Los van de onze testkaart hebben we in verschillende condities testfoto's gemaakt. Soms in de volledig automatische stand, waarbij de camera zelf de lichtgevoeligheid, sluitertijd en diafragmawaarde bepaalt, maar soms ook met door ons ingestelde waarden, bijvoorbeeld om te kijken hoe de camera's dezelfde scène met 6400 iso vastleggen.
Wie de foto's naast elkaar legt en vergelijkt, constateert al snel dat er vaak sprake is van een kleurafwijking. De beelden van de Fujifilm zijn bijvoorbeeld over het algemeen wat warmer en verzadigder dan die van de Sony A6000. Ook in de belichting zie je soms kleine verschillen. Heel zwaar wegen we dit niet mee, omdat het in dit Lightroom-tijdperk niet zo belangrijk is. Wie in raw fotografeert, kan immers alles naar eigen voorkeur finetunen, zonder kwaliteitsverlies. Ook in de camera kan dat voor een groot deel. Dat gezegd hebbende, levert Fujifilm naar onze mening de mooiste beelden in jpeg-formaat.
Een avondfoto vanaf statief met 6400 iso, onbewerkt in raw
De bovenstaande foto's zijn vanaf een statief gemaakt. De toestellen bepaalden zelf de belichting; we hadden alleen de lichtgevoeligheid van 6400 iso als harde waarde ingesteld. De meeste camera's kozen voor een sluitertijd van een halve seconde. De foto van de Sony is dankzij een belichtingstijd van 1 seconde wat overbelicht, hoewel dat in deze setting juist een beter resultaat oplevert, vanwege de donkere voorgrond.
Het dynamisch bereik van de camera's wordt op de proef gesteld (jpeg)
Om het dynamisch bereik op de proef te stellen hebben we een situatie met grote contrasten gefotografeerd. Een fel verlichte voorgrond waar de zon op schijnt en een donkere achtergrond met een bankje dat in de schaduw staat. Het eindresultaat is dan ook voorspelbaar, doordat de camera in de automatische stand altijd voor een compromis kiest. De voorgrond bevat in alle gevallen overbelichte bladeren. De Sony-foto is weer een tikje overbelicht en het beeld van de Panasonic bevat in de achtergrond behoorlijk veel details. Het resultaat van de Fujifilm is wat ons betreft het meest gebalanceerd.
Praktijkfoto's
De onderstaande foto's zijn gemaakt met dezelfde condities voor alle vijf camera's, soms vanaf een statief, meestal uit de hand. Op de vorige pagina, over beeldkwaliteit, hebben we ook resultaten in raw laten zien, maar de foto's op deze pagina zijn allemaal onbewerkte jpeg's.
De volgende fotoreeks betreft steeds een enkele scène, die vastgelegd is met alle camera's. De foto's zijn uit de hand gemaakt.
Voor de volgende reeksen hebben we voor een bepaalde scène zowel de uiterste groothoekstand als de maximale brandpuntsafstand gebruikt. Je krijgt daardoor een goede indruk van het zichtbare verschil in het bereik van de kitlenzen die bij de camera's geleverd worden.
Conclusie
/i/2001208247.jpeg?f=imagenormal)
Het beoordelen van camera's met verschillende specificaties is lastig, want hoeveel waarde hecht je aan de videofunctionaliteit, het resolutievoordeel van een sensor met meer megapixels en een aanraakgevoelig scherm of een microfoonaansluiting? Dat zijn afwegingen die vaak erg persoonlijk zijn; de een vindt bijvoorbeeld videofunctionaliteit niet van belang terwijl de ander daar juist grote plannen mee heeft.
Voor het grootste deel zijn de camera's aan elkaar gewaagd. Ondanks de kleinere sensors die Panasonic en Olympus gebruiken, kunnen deze camera's in de praktijk in de meeste situaties goed meekomen. Wie echter niet gecharmeerd is van het 4:3-fotoformaat, kan dit weliswaar op 3:2 zetten, maar dan blijft er nog maar 12 megapixel over. De gestabiliseerde sensor van deze camera's is een grote plus, omdat daardoor alle lenzen, ook 50 jaar oude primes, gestabiliseerd zijn. De stap van 16 naar 24 megapixel is niet bijster groot, maar wie dit belangrijk vindt, kan kijken naar Canon en Sony. Fujifilm toont juist aan dat de 16-megapixelsensor zeer goede resultaten aflevert, met het laagste ruisniveau van alle camera's in deze vergelijking.
Wat video betreft zijn de Panasonic en de Sony het veelzijdigst en dankzij de 4k-functionaliteit van de eerste heeft deze op dit vlak een streepje voor. Beide camera's hebben echter geen microfoonaansluiting. Die vinden we wel bij de Fujifilm en de Canon, maar vooral de eerste scoort wat video betreft juist weer matig, ondanks de goede stabilisatie.
Op het gebied van bediening ontlopen de camera's elkaar niet veel; de fabrikanten hebben daar bij deze modellen goed werk van gemaakt. De grip van de kleinere camera's kan wel even wennen zijn, dus het is belangrijk om ze eens in een fotowinkel uit te proberen voordat je tot aanschaf overgaat en datzelfde geldt voor de kennismaking met de knoppenlay-out en het menusysteem. Wat autofocus betreft staat Canon op flinke afstand van de andere camera's. Ook de Fujifilm is niet bijster snel, maar wel snel genoeg. Panasonic en Olympus gebruiken geen fasedetectie-autofocus, maar zijn toch bijzonder vlot. Alle camera's moeten het op dit vlak echter afleggen tegen de Sony A6000, die, ondanks zijn leeftijd, het snelste autofocussysteem heeft en ook goed functioneert met tracking.
De vele variabelen maken het erg lastig om een duidelijke winnaar aan te wijzen, want dat is voor een groot deel afhankelijk van persoonlijke voorkeur. Als pure fotocamera gooit de Fujifilm X-T10 hoge ogen, vanwege de goede bediening, maar vooral vanwege de uitstekende beeldkwaliteit; de jpeg's komen over het algemeen erg mooi uit de camera rollen. Als videocamera is hij echter matig, de lens is vrij groot en de prijs is het hoogst van allemaal. De twee en een half jaar oude Sony A6000 is wat ons betreft de beste allrounder, omdat deze op verschillende vlakken goed scoort, waaronder met zijn superieure autofocussnelheid, de goede beeldkwaliteit met de hoge detaillering en de uitgebreide videomogelijkheden, inclusief lens met elektronische zoom.
Scorekaarten zijn geen exacte wetenschap. De verschillende subonderdelen in de tabel zijn in relatie tot elkaar beoordeeld en zijn niet allemaal even zwaar meegewogen voor het eindoordeel.