Inleiding
Intel heeft de 520-serie ssd's uitgebracht. De ssd-serie stond al tijden op de roadmap van Intel, maar het heeft langer geduurd dan verwacht voordat hij uitkwam. Intel verruilde de Marvell-controller in de 510-serie voor een controller van Sandforce. Daarmee is Intel net geen jaar later met een ssd op basis van de nieuwste Sandforce-controller dan bijvoorbeeld OCZ. De vermoedelijke reden is dat Intel hard heeft moeten werken om stabiele firmware te ontwikkelen voor de Sandforce-controller, aangezien Intel betrouwbaarheid zeer hoog in het vaandel heeft staan.
:fill(white)/i/1328195171.jpeg?f=thumb)
Intel stuurde een 240GB-exemplaar op, maar er zullen ook 60-, 120-, 180-en 480GB-varianten verschijnen. De ssd's maken gebruik van Intels eigen 25nm-geheugen, van het type multilevel-cell. Over de Sandforce 2281-controller schreven we al uitgebreid, en dezelfde voor- en nadelen zijn van toepassing op Intels 520-ssd's.
| 60GB | 120GB | 180GB | 240GB | 480GB |
Seq read |
550MB/s |
550MB/s |
550MB/s |
550MB/s |
550MB/s |
Seq write |
475MB/s |
500MB/s |
520MB/s |
520MB/s |
520MB/s |
Random read |
15k iops |
25k iops |
50k iops |
50k iops |
50k iops |
Random write |
23k iops |
40k iops |
60k iops |
60k iops |
42k iops |
Synthetische benchmarks
Om de doorvoersnelheid en de random i/o-prestaties met 4kB-blocks te meten, maken we gebruik van AS-SSD. Een bijzondere eigenschap van AS-SSD is dat de schrijftests worden uitgevoerd met niet-comprimeerbare data. Zo zijn we ook bij de Sandforce-ssd's, die realtime-compressie toepassen, in staat om de worstcase-schrijfsnelheid te meten.
De leessnelheid van gecomprimeerde data is prima in orde bij de Intel 520-ssd.
De sequentiële schrijfsnelheid daarentegen doet onder voor die van de ssd's die met een Marvell-controller zijn uitgerust.
De random read-prestaties zijn vrij goed, maar ook nu zijn de snelste Marvell-ssd's zonder meer sneller.
De random schrijfprestaties betekenen het eerste winstpunt voor de Intel 520-ssd. Het verschil met de Kingston HyperX is echter nihil.
IOMeter: random en sequentiële i/o
Een transfer van 4kB is slechts een van de vele soorten transacties die een ssd in de praktijk voor zijn kiezen krijgt. Om een compleet beeld van de prestaties te krijgen, meten we met behulp van IOMeter ook de lees- en schrijfsnelheden bij sequentiële en random i/o's met een exponentieel oplopende transfergrootte van 512 bytes tot en met 256kB.
Om te onderzoeken in hoeverre de ssd's voor command queuing geoptimaliseerd zijn, worden de tests met een queue-diepte van achtereenvolgens één en acht gelijktijdige i/o's uitgevoerd. Een wachtrij van acht i/o's kan in zware multitaskingscenario's voorkomen. Een hogere queuediepte is voor desktopgebruik onwaarschijnlijk. IOMeter schrijft data die goed gecomprimeerd kan worden door ssd's met een SandForce-controller.
De eerste twee grafieken laten de doorvoersnelheden van random leesacties zien met een queue van respectievelijk één en acht uitstaande i/o's.
De random leesprestaties zijn bij één queuedepth competitief. Bij q=8 nemen de Marvell-ssd's, maar ook de Samsung 830, echter een voorsprong.
De random schrijfprestaties laten zien dat de Intel 520 erg snel kan zijn, maar dat dit pas bij een transfer size van 4k merkbaar is. Bij kleinere transfer sizes zijn de Marvell-ssd's behoorlijk in het voordeel.
De pure doorvoersnelheid van de Intel 520 is tijdens sequentieel lezen competitief.
Het sequentieel wegschrijven van data gaat de Intel 520 goed af, net als de Kingston HyperX. Op dit vlak moeten de Marvell-ssd's hun meerdere erkennen in de Sandforce-ssd's, maar dat is alleen het geval bij comprimeerbare data.
Trace-based benchmarks
Om een beeld van de praktijkprestaties van de ssd's te geven, gebruiken we de door Tweakers.net ontwikkelde StorageMark-benchmarks. Het hoe en waarom van deze trace-based benchmarks vind je in deze .plan.
Boot StorageMark 2011
Boot StorageMark 2011 laat de prestaties van een bootdrive zien waarop het besturingssysteem, applicaties en games zijn geïnstalleerd, en waarop een kleine hoeveelheid gebruikersdata aanwezig is.
Het indexcijfer bestaat voor zestig procent uit de resultaten van twee traces van het booten van Windows 7 en het starten van veelgebruikte applicaties. De resultaten van de desktopworkload-trace worden voor 15 procent meegewogen. In deze trace worden webbrowsers, e-mailprogramma's, eenvoudige beeldbewerkingsprogramma's en kantoorapplicaties gebruikt. 20 procent wordt bepaald door gametraces. De resterende 5 procent komt voor rekening van een trace waarin een groot softwarepakket wordt geïnstalleerd, terwijl er downloads plaatsvinden en lichte applicaties worden gedraaid, zoals een browser. De traces worden uitgevoerd door Intels NAS Performance Toolkit, die niet-comprimeerbare data genereert.
In de Boot-traces presteert de Intel 520 veelbelovend. De ssd's zitten allemaal dicht bij elkaar en er zal dan ook weinig verschil zijn in boottijden.
Home & Office StorageMark 2011
Deze index geeft een indicatie van het gebruik van een disk als primair opslagmedium voor besturingssysteem, applicaties en data, dat wordt ingezet voor kantoor- en webgebruik. De desktop-workload-trace is goed voor 60 procent van de index. Voor deze trace worden 90.000 lees- en 33.000 schrijfbewerkingen uitgevoerd, die voor de helft uit sequentiële bewerkingen bestaan. In de index zijn verder boot-, game-, kopieer- en software-installatietraces meegenomen.
In deze traces kan de Intel 520 de Kingston HyperX nog wel bijhouden, maar de Marvell-controllers zijn duidelijk sneller. En dat terwijl de traces voor een groot deel uit leesbewerkingen bestaan, waarbij de comprimeerbaarheid van de data geen invloed heeft op de prestaties van de Sandforce-controller.
Workstation StorageMark 2011
De Workstation StorageMark geeft een beeld van de prestaties van de primaire drive in een systeem dat wordt gebruikt voor professionele beeld- en videobewerking. De index wordt voor 55 procent bepaald door twee traces van respectievelijk een grafisch workstation en een video-editing workstation. Het zwaartepunt van deze benchmark wordt gevormd door 370.000 random leesacties en 250.000 random schrijfacties.
In de beeldbewerkingstrace wordt gewerkt aan zeer grote Photoshop-bestanden en worden fotocollecties met grote raw-bestanden bekeken en bewerkt in Lightroom. Deze trace bestaat voor 55 procent uit schrijftransacties; als we naar het datavolume kijken komt zelfs twee derde van het verkeer voor rekening van de schrijfacties. Het gaat daarbij overwegend om niet-sequentiële schrijfacties op de scratchfile van Photoshop en de pagefile van Windows. Voor de videobewerkingstrace wordt Sony Vegas Pro losgelaten op een groot videoproject met tientallen lossless gecomprimeerde full-hd-videofragmenten. Deze trace bestaat bijna helemaal uit niet-sequentiële leestransacties.
Met een geringere weging maken ook de desktop-workload-, boot-, filecopy- en software-installatietraces deel uit van deze index.
In de zwaarste trace die we hebben presteert de Intel 520 weer erg goed, met een verschil van slechts enkele procenten ten opzichte van de Corsair Performance Pro-ssd.
Gaming StorageMark 2011
De Gaming StorageMark-test biedt inzicht in de prestaties van een drive die in een game-pc wordt gebruikt. De index wordt voor 70 procent bepaald door gametraces en verder door de prestaties in de boot- en software-installatietraces.
En ook tijdens de trace-based benchmarks pakt de Intel 520 een overwinning. De verschillen blijven klein, maar het moge duidelijk zijn dat de Intel 520 snel is.
Performance-degradatie
In elke ssd- of hdd-review kijken we naar prestatieverschillen die het gevolg zijn van het gebruik van de opslagmedia. Zo maakt het bij hdd's uit of de data zich op de binnen- of de buitenkant van een platter bevindt. Bij ssd's zijn de prestaties vaak alleen optimaal als er nog voldoende ongebruikt geheugen is.
Het flashgeheugen in ssd's zal echter al snel een keer beschreven zijn. Functies als trim en garbage collection kunnen dan met data schuiven om geheugenblokken vrij te maken, maar om fysieke degradatie te voorkomen, zijn controllers hier vaak terughoudend mee.
Om normaal gebruik van een ssd te simuleren, worden tijdens de benchmarks drie runs gedraaid. Tijdens de eerste run staat er 80GB aan data op de schijf. Bij een ssd met de veelgebruikte capaciteit van 120GB is er dan nog 40GB aan onbeschreven geheugen vrij. Hoeveel geheugen er tijdens de tweede run nog vrij is, is afhankelijk van de grootte van de ssd. Tijdens de derde run zorgen we ervoor dat er nog maar 10GB vrije ruimte beschikbaar is. Tijdens run vier wordt de ssd helemaal volgeschreven, op 4GB na, die nodig is om tijdens de test nieuwe bestanden te kunnen wegschrijven.
We hebben de resultaten van de eerste drie runs gemiddeld en vervolgens verwerkt in de StorageMark-indices. De vierde run is uitsluitend bedoeld om te kijken of de prestaties afnemen als de ssd nagenoeg vol is.
Zoals we tegenwoordig gewend zijn, laat de Intel 520 geen verlies in prestaties zien.
Ook in de zwaardere trace zien we geen prestatieverlies bij de Intel 520.
Energieverbruik
Het opgenomen vermogen van de ssd's wordt gemeten door de stroomsterkte en de spanning aan de stroomconnector van de drive te meten. Zoals altijd gebruiken we het fileserver-toegangspatroon van IOMeter om het hoogst mogelijke opgenomen vermogen te bepalen. Bij harde schijven levert deze test, die volledig bestaat uit willekeurige i/o's, daadwerkelijk het hoogste energieverbruik op. Flashgeheugen vraagt echter de meeste energie bij het programmeren van de flashcellen. Daarom voeren we ook een meting uit van het energieverbruik tijdens sequentiële schrijfacties.
Het idle-verbruik ligt vrij hoog.
Het verbruik tijdens random i/o-patronen ligt in het midden, maar is ten opzichte van de Kingston HyperX wel indrukwekkend.
Tijdens sequentieel schrijven ligt het verbruik erg laag, mede dankzij de compressie die door de controller wordt toegepast. Hierdoor wordt minder data weggeschreven en dus minder flashgeheugen geactiveerd.
Specificaties
Merk en type |
Merk |
Intel |
Productserie |
520 |
Technische specificaties |
Opslagcapaciteit |
240GB |
SSD-type |
Multi Level Cell |
Hardeschijf bus (intern) |
SATA-600 |
Behuizing |
Behuizing bay intern |
2.5" |
Verkoopstatus |
Verkoopstatus |
Boxed |
Conclusie
Intel heeft met de 520-serie een zeer snelle ssd uitgebracht, maar baanbrekend is hij niet. Kingstons HyperX 240GB laat vergelijkbare prestaties optekenen en die is al enige tijd te koop. Zowel in IOMeter als in de trace-based benchmarks is de Intel 520 240GB-ssd snel en lijkt het de ssd weinig uit te maken of er comprimeerbare data gebruikt wordt.
Of de ssd een aanrader wordt, hangt dan ook af van de prijs. Intels 510-serie had een hogere prijs dan vergelijkbare ssd's van de concurrentie. Intel heeft echter een grote troef in handen: betrouwbaarheid. Nu kan er op dit moment weinig gezegd worden over de betrouwbaarheid van de Intel 520-serie, maar Intel heeft wel een naam hoog te houden.
Als we puur naar de prestaties kijken zal Intel de 520 240GB-ssd voor ongeveer 320 tot 330 euro moeten verkopen, omdat de Performance Pro van Corsair en de M3 van Plextor voor rond de 350 euro te koop zijn, maar wel 16GB extra opslagruimte bieden. De HyperX 240GB-ssd kost echter ook 350 euro en daar zal de Intel 520 240GB waarschijnlijk niet veel voor onder doen. Vooralsnog kost de Intel 520 240GB maar liefst 450 euro, en dat is wat ons betreft veel te veel.
Eindoordeel