Sandforce versus Marvell
Onlangs schreven we nog over de mogelijke problemen voor Sandforce-ssd's. Daar komt nog bij dat de nieuwe Marvell-controller de hoge snelheid van de Sandforce-controller weet te evenaren of zelfs voorbij te streven. In deze review zetten we beide controllers tegenover elkaar: we testten een 240GB grote Sandforce-ssd van Memoright, en de Crucial m4 van 256GB, die van een Marvell-controller is voorzien.
Overigens heeft Plextor een nieuwe serie ssd's uitgebracht, de zogeheten M2P-serie. Ook die ssd's maken gebruik van de Marvell-controller die in de Crucial m4 zit, en moeten rigoureuze tests doorstaan voordat ze de fabriek mogen verlaten. Van deze serie zullen we zo snel mogelijk 128GB- en 256GB-exemplaren onder handen nemen./i/1318229724.jpeg?f=imagenormal)
Synthetische benchmarks
Om de doorvoersnelheid en de random i/o-prestaties met 4kB-blocks te meten, maken we gebruik van AS-SSD. Een bijzondere eigenschap van AS-SSD is dat de schrijftests worden uitgevoerd met niet-comprimeerbare data. Zo zijn we ook bij de Sandforce-ssd's, die realtime compressie toepassen, in staat om de worstcase-schrijfsnelheid te meten.
De sequentiële leessnelheid lijkt een maximum te hebben van 500MB/s, ongeacht de grootte van de schijven en de gebruikte controller.
De sequentiële schrijfsnelheid van de Memoright FTM Plus ligt iets hoger dan die van de Crucial m4 256GB. Die laatste is wel weer een stuk sneller dan de 128GB-versie.
De random leessnelheid van de m4 van 256GB ligt vreemd genoeg lager dan bij de 128GB-uitvoering. De Memoright FTM Plus presteert ongeveer even goed als de HyperX van Kingston, die dezelfde Sandforce-controller aan boord heeft.
Ook bij de test van de random schrijfsnelheden presteert de Memoright FTM Plus, zoals verwacht, ongeveer even goed als de Kingston. De m4 256GB is marginaal sneller dan de 128GB-versie.
IOMeter: random en sequentiële i/o
Een transfer van 4kB is slechts één van de vele soorten transacties die een ssd in de praktijk voor zijn kiezen krijgt. Om een compleet beeld te krijgen van de prestaties, meten we met behulp van IOMeter de doorvoersnelheid bij sequentiële en random i/o's met een exponentioneel oplopende transfergrootte van 512 bytes tot en met 256kB.
De metingen worden uitgevoerd op lees- en schrijfoperaties, waarbij beide operaties met zowel sequentiële als random i/o's worden uitgevoerd. Om te onderzoeken in hoeverre de ssd's voor command queuing geoptimaliseerd zijn, worden de tests bovendien met een queue-diepte van achtereenvolgens één en acht gelijktijdige i/o's uitgevoerd. Een wachtrij van acht i/o's kan in zware multi-taskingscenario's voorkomen. Een hogere queuediepte is voor desktopgebruik onwaarschijnlijk. IOMeter schrijft data die goed gecomprimeerd kan worden door ssd's met een SandForce-controller.
De eerste twee grafieken laten de doorvoersnelheden van willekeurige leesacties zien met een queue van respectievelijk één en acht uitstaande i/o's.


De vier ssd's doen nauwelijks voor elkaar onder. Alleen de Intel 510 250GB laat het bij grotere transfersizes enigzins afweten, terwijl de Crucial m4 256GB bij kleinere transfersizes de hoogste snelheden weet te behalen.


Zolang er goed comprimeerbare data weggeschreven kan worden, zijn de Sandforce-ssd's een klasse apart. De Memoright FTM Plus gaat eerst gelijk op met de HyperX van Kingston, maar laat een iets minder snelle stijging zien bij hogere transfersizes. De Crucial is langzaam bij kleine transfersizes, maar vanaf 4K schieten de prestaties omhoog.


Bij de sequentiële leessneltests gaan de ssd's weer gelijk op, waarbij de Crucial m4 opnieuw wat lagere snelheden bij kleine transfersizes laat zien.


Bij de sequentiële schrijftests boeken de Sandforce-ssd's andermaal een klinkende overwinning - en ook hier geldt dat de Crucial m4 het wat minder doet bij kleine transfers.
Trace-based benchmarks
Om een beeld van de praktijkprestaties van de ssd's te geven, gebruiken we de door Tweakers.net ontwikkelde StorageMark-benchmarks. Het hoe en waarom van deze trace-based benchmarks vind je in deze .plan.
Boot StorageMark 2011
Boot StorageMark 2011 laat de prestaties van een bootdrive zien waarop het besturingssysteem, applicaties en games zijn geïnstalleerd en waarop een kleine hoeveelheid gebruikersdata aanwezig is.
Het indexcijfer bestaat voor zestig procent uit de resultaten van twee traces van het booten van Windows 7 en het opstarten van veelgebruikte applicaties. De resultaten van de desktopworkload-trace worden voor vijftien procent meegewogen. In deze trace worden webbrowsers, e-mailprogramma's, eenvoudige beeldbewerkingsprogramma's en kantoorapplicaties gebruikt. Twintig procent wordt bepaald door gametraces. De resterende vijf procent komt voor rekening van een trace waarin een groot softwarepakket wordt geïnstalleerd terwijl er downloads plaatsvinden en lichte applicaties worden gedraaid, zoals een browser. De traces worden uitgevoerd door Intel NAS Performance Toolkit, die niet-comprimeerbare data genereert.
Normaliter zijn ssd's met een grote capaciteit sneller dan hun kleinere broeders. Bij de Sandforce-drives is er een duidelijk verschil te zien tussen bijvoorbeeld de 120GB Vertex 3 en de 240GB Vertex 3, de FTM Plus en de HyperX. De m4 256GB is daarentegen zelfs langzamer dan de 128GB-versie.
De FTM Plus van Memoright presteert overigens uitstekend. Dat is waarschijnlijk te danken aan het feit dat de FTM Plus een nieuwere firmware heeft dan de Vertex 3.
Home & Office StorageMark 2011
Deze index geeft een indicatie van het gebruik van een disk als primair opslagmedium voor besturingsysteem, applicaties en data, die wordt ingezet voor kantoor- en webgebruik. De desktop-workload-trace is goed voor zestig procent van de index. Voor deze deze trace worden 90.000 lees- en 33.000 schrijfbewerkingen uitgevoerd, die voor de helft uit sequentiële bewerkingen bestaan. In de index zijn verder boot-, game-, kopieer- en software-installatietraces meegenomen.
In de Home & Office Storagemark-traces is de m4 256GB wel enigszins sneller dan de 128GB-variant, maar de Intel 510 250GB is op zijn beurt ook sneller dan de m4 256GB. De Memoright FTM Plus blijft goed in het spoor van de andere Sandforce-ssd's.
Workstation StorageMark 2011
De Workstation StorageMark geeft een beeld van de prestaties van de primaire drive in een systeem dat wordt gebruikt voor professionele beeld- en videobewerking. De index wordt voor 55 procent bepaald door twee traces van respectievelijk een grafisch workstation en een video-editing workstation. Het zwaartepunt van deze benchmark wordt gevormd door 370.000 random leesacties en 250.000 random schrijfacties.
In de beeldbewerkingstrace wordt er gewerkt aan zeer grote Photoshop-bestanden en worden fotocollecties met grote raw-bestanden bekeken en bewerkt in Lightroom. Deze trace bestaat voor 55 procent uit schrijftransacties; als we naar het datavolume kijken komt zelfs twee derde van het verkeer voor rekening van de schrijfacties. Het gaat daarbij overwegend om niet-sequentiële schrijfacties op de scratchfile van Photoshop en de pagefile van Windows. Voor de videobewerkingstrace wordt Sony Vegas Pro losgelaten op een groot videoproject met tientallen lossless gecomprimeerde full-hd-videofragmenten. Deze trace bestaat bijna helemaal uit niet-sequentiële leestransacties.
Met een geringere weging maken ook de desktop-workload-, boot-, filecopy- en software-installatietraces deel uit van deze index.
De Memoright FTM Plus bewijst nog maar eens dat er weinig onderling verschil zit in de meeste Sandforce-ssd's, zolang er maar gebruik wordt gemaakt van het juiste geheugen. De Crucial m4 256GB is nagenoeg even snel als de 128GB-ssd, en iets langzamer dan de Intel 510 250GB.
Gaming StorageMark 2011
De Gaming StorageMark-test biedt inzicht in de prestaties van een drive die in een game-pc wordt gebruikt. De index wordt voor 70 procent bepaald door gametraces en verder door de prestaties in de boot- en software-installatietraces.
Bij de Gaming-traces zien we opnieuw hetzelfde verhaal: Sandforce staat bovenaan en Marvell is een tikkeltje langzamer.
Performance-degradatie
In elke ssd- of hdd-review kijken we naar prestatieverschillen die het gevolg zijn van het gebruik van de opslagmedia. Zo maakt het bij hdd's uit of de data zich op de binnen- of de buitenkant van een platter bevindt. Bij ssd's zijn de prestaties vaak alleen optimaal als er nog voldoende ongebruikt geheugen is.
Het flashgeheugen in ssd's zal echter al snel een keer beschreven zijn. Functies als trim en garbage collection kunnen dan met data schuiven om geheugenblokken vrij te maken, maar om fysieke degradatie te voorkomen, zijn controllers hier vaak wat terughoudend mee.
Om normaal gebruik van een ssd te simuleren, worden er tijdens de benchmarks drie runs gedraaid. Tijdens de eerste run staat er 80GB aan data op de schijf. Bij een ssd met de veelgebruikte capaciteit van 120GB is er dan nog 40GB aan onbeschreven geheugen vrij. Hoeveel geheugen er tijdens de tweede run nog vrij is, is afhankelijk van de grootte van de ssd. Tijdens de derde run zorgen we ervoor dat er nog maar 10GB aan vrije ruimte beschikbaar is. Tijdens run vier wordt de ssd helemaal volgeschreven, op 4GB na, die nodig is om tijdens de test nieuwe bestanden weg te kunnen schrijven.
De resultaten van de eerste drie runs zijn gemiddeld en vervolgens verwerkt in de StorageMark-indices. De vierde run is uitsluitend bedoeld om te kijken of de prestaties afnemen als de ssd nagenoeg vol is.

Tijdens de Boot-trace lijkt alleen de Crucial m4 enigszins last te hebben van afnemende prestaties. De Sandforce-ssd's en de Intel 510 250GB presteren nagenoeg constant.

Tijdens de Workstation-traces nemen de prestaties van de Intel 510 250GB en de Crucial m4 af, maar bij de m4 is het verschil wel heel erg groot. Het is dan ook aan te raden om op deze schijf de nodige gigabytes vrij te houden. Intel ondervangt dit door een gedeelte van de opslagcapaciteit onzichtbaar voor het OS te maken, waardoor de controller meer vrije ruimte heeft om mee te spelen.
Opgenomen vermogen
Het opgenomen vermogen van de ssd's wordt gemeten door de stroomsterkte en de spanning aan de stroomconnector van de drive te meten. Zoals altijd gebruiken we het fileserver-toegangspatroon van IOMeter om het hoogst mogelijke opgenomen vermogen te bepalen. Bij harde schijven levert deze test, die volledig bestaat uit willekeurige i/o's, daadwerkelijk het hoogste energiegebruik op. Flashgeheugen vraagt echter de meeste energie bij het programmeren van de flashcellen. Daarom hebben we ook een meting van het energiegebruik tijdens sequentiële schrijfacties toegevoegd.
De Crucial m4 256GB heeft met 0,65W een beschaafd idle-verbruik. Intel blijft heer en meester, met bijna de helft van het opgenomen vermogen. De Memoright FTM Plus verbruikt ongeveer hetzelfde als de Vertex 3 en eindigt daarmee in de onderste regionen.
Tijdens het fileserver-patroon met willekeurige i/o's vebruikt de Crucial m4 zelfs minder dan de zuinige Intel 510 250GB. De Memoright FTM Plus verbruikt daarentegen het meest van de Sandforce-ssd's en eindigt opnieuw onderaan.
De sequentiële schrijftest hebben we niet voor alle geteste drives uitgevoerd, maar het verschil is nog steeds duidelijk: de Memoright FTM Plus verbruikt meer dan de HyperX, terwijl de Crucial m4 het meest verbruikt. Bij de m4 is het verschil tussen de random i/o-test en deze sequentiële test opzienbarend groot.
Prijzen en specificaties
Merk en Productserie |
Crucial m4
|
MemoRight
|
Type |
CT256M4SSD2 |
FTM Plus |
|
:fill(black)/i/1303976519.jpeg?f=thumb) |
:fill(white)/i/1317976121.jpeg?f=thumb) |
Prijs en waardering |
Prijs |
Onbekend |
Onbekend |
Eerste prijsvermelding |
zaterdag 30 april 2011 |
|
Waardering |
5 van 5 sterren
|
|
Euro per GB |
1,249 |
0 |
Technische Specificatie |
Opslagcapaciteit |
256GB |
240GB |
Ssd-type |
Multi Level Cell |
Multi Level Cell |
Ssd-controller |
Marvell 88SS9174-BLD2 |
|
Trim |
Ja |
Ja |
Hardeschijfbus (intern) |
sata-600 |
sata-600 |
Technische Specificaties |
Behuizing bay (intern) |
2,5" |
2,5" |
Hoogte |
9,5mm |
|
Snelheden |
Leessnelheid |
415MB/s |
550MB/s |
Schrijfsnelheid |
260MB/s |
500MB/s |
Verkoopstatus |
Verkoopstatus |
retail |
retail |
Fabrieksgarantie |
3 jaar carry-in |
|
Conclusie
Onlangs riepen we de Crucial m4 128GB uit tot koning onder de ssd's, maar voor de 256GB-versie blijft de kroon buiten bereik. Het zijn de 240GB-ssd's met Sandforce-controller die de dienst uitmaken. Daar staat wel tegenover dat de Crucial m4 256GB 'slechts' 320 euro kost, terwijl de 240GB grote Sandforce-ssd's al snel 380 euro of meer moeten opbrengen.
De prijs-prestatieverhouding van de m4 256GB is daardoor aanzienlijk beter en het is maar de vraag of het prestatieverschil in het dagelijks gebruik merkbaar is. Toch blijft het feit dat de Sandforce-ssd's van 240GB het snelst zijn, net zo goed als dat een 256GB Crucial m4 vriendelijker voor je portemonnee is. En wie in een avontuurlijke bui is, kan natuurlijk ook nog kiezen voor twee 128GB Crucial m4's in een raid-0-configuratie.
De prijs van de Memoright FTM Plus is op dit moment nog niet bekend, omdat de schijf pas eind oktober in de Nederlandse winkels ligt. Memoright laat weten dat de ssd dan rond de 330 euro moet kosten, en dat is erg laag gezien de prijs van de Vertex 3 240GB. Memoright mag dan in Nederland nog onbekend zijn - de snelle ssd's waar het bedrijf nu mee komt, mogen er in elk geval wezen.
Met dank aan Alternate voor het beschikbaar stellen van de Crucial m4 256GB