Nieuwe features
De G10-serie moest op het gebied van kalibratie zijn meerdere erkennen in de toestellen van onder meer LG en Toshiba. Voor de G20 heeft Panasonic enkele features toegevoegd die voorheen alleen bij de duurdere V-serie te vinden waren.
Ten eerste heeft Panasonic zijn G20-serie van een THX-certificaat voorzien. In het beeldmenu is een THX-stand te kiezen, waarmee het toestel volgens Panasonic de Rec.709-hdtv-standaard het best benadert. Ook heeft de G20 de mogelijkheid om met twee Professional-standen de primaire en secundaire kleuren aan te passen; bij de G10 was het alleen de mogelijk om de witbalans af te regelen. Met deze twee standen kan er eenvoudig gewisseld worden tussen gekalibreerde standen voor bijvoorbeeld overdag en 's avonds, als er minder omgevingslicht is.
:fill(white)/i/1275257483.jpeg?f=thumb)
:fill(white)/i/1275257484.jpeg?f=thumb)
:fill(white)/i/1275257485.jpeg?f=thumb)
De kalibratie wordt onnodig bemoeilijkt doordat bij het instellen van de opties te snel wordt teruggesprongen naar het vorige menu, zodat er onvoldoende tijd is om metingen te doen. Bovendien is kalibratie soms lastig omdat sommige instelbalkjes midden op het scherm getoond worden. De moeizaam verkregen waarden kunnen wel met een pincode tegen kinderen en andere onverlaten worden beveiligd.
Fabrieksinstellingen
Voor de metingen van de grijswaardenpatronen en de gamut gebruiken we de EyeOne Pro-spectroradiometer en CalMAN-software.
Een snelle meting geeft aan dat de Dynamic- en Normal-stand in ieder geval afvallen vanwege de te hoge kleurtemperatuur. Ook de Photo-modus laten we links liggen vanwege de breedte van de gemeten gamut in deze stand. Vooral groen en rood zijn in deze stand oververzadigd. De Cinema-, THX- en Professional-modes ontlopen elkaar bij de eerste metingen niet zoveel. Vanwege het aantal instelmogelijkheden hebben we voor een Professional-stand gekozen.
De eigenlijke kalibratie van de TX-P42G20E verloopt vervolgens behoorlijk gladjes. Bijna alle primaire en secundaire kleuren, behalve blauw, hadden out of the box een kleurfout oftewel een delta-E van minder dan drie. Die kleurfout is visueel verwaarloosbaar en is voor een hdtv uitzonderlijk te noemen. Aan de kleuropspanning hoefde dus niets te gebeuren.
De kleurtemperatuur in de Professional1-stand wijkt met een gemiddelde waarde van ongeveer 6650 Kelvin wel wat af van de D65-norm, die 6504 Kelvin voorschrijft. Uit de grijswaardenmetingen blijkt dat de kleur groen wat te dominant is en dat de kleur rood wat omhoog geschroefd kan worden.
Kalibratie
Hoewel voor het instellen van de witbalans slechts een tweepuntssysteem beschikbaar is, zijn de metingen en rgb-aanpassingen voor de donkere en lichtere kleuren voldoende om de rgb-levels van rood, groen en blauw op één lijn te krijgen. Uiteindelijk komen we in het White Balance-menu uit op een rgb-cutoff van +2/-2/+5 en een rgb-gain van +5/+1/0. Na deze kalibratie benadert de kleurtemperatuur de beoogde 6504K zeer dicht met een gemiddelde waarde van 6522K.
In het Colour Management-menu hebben we alleen de blauwverzadiging met vijf stappen verhoogd. Daarmee zakte ook de kleur blauw tot onder de delta-E van 1. Overigens waren de kleuren in de Cinema- en de THX-standen ook zonder kalibratie zeer goed te noemen; de aanwezige kleurfouten van die twee standen zaten onder het zichtbare niveau.
Kijkhoek
Omdat de pixels van een plasma-tv zelf licht geven, in plaats van de constructie met een backlight bij lcd-tv's, is de kijkhoek van de G20 perfect te noemen. Ook onder extreme hoeken wijken de kleuren niet af en blijft het contrast hoog. Op dit punt hebben plasma-tv's een belangrijk voordeel ten opzichte van lcd-tv's.
Energieverbruik
Omdat het energieverbruik van een plasma-tv afhangt van of er lichte of donkere content vertoond wordt, hebben we het energieverbruik in een aantal situaties gemeten.
Zo noteerden we bij de animatiefilm Happy Feet bij een aantal flink heldere scènes een opgenomen vermogen van 250W, terwijl bij donkere scènes uit dezelfde film een minimum van 100W werd opgetekend. Gemiddeld moet bij deze film worden uitgegaan van ongeveer 180W.
Ook hebben we de Dark Knight-blu-ray van stal gehaald. Bij de donkere scènes noteerden we 110 tot 120 watt, terwijl voor sommige lichtere scènes maximaal 200W nodig was.
De gekalibreerde en ongekalibreerde modi verbruiken ongeveer evenveel energie, maar tussen de verschillende beeldmodes zijn flinke verschillen te noteren. Zo hebben we de Batman-film gepauzeerd en het verbruik bij hetzelfde stilstaande beeld gemeten: in de Dynamic-stand wordt 258W uit de muur getrokken, terwijl in de redelijk donkere Normal-stand 98,8W wordt verstookt. In zowel de Cinema-, de THX als de gekalibreerde Professional-modi bedraagt het opgenomen vermogen 133W.
In het algemeen kan wel worden gesteld dat Panasonic het energieverbruik van zijn nieuwe NeoPDP-plasmapaneel omlaag heeft weten te brengen. De G10 verbruikte gemiddeld ongeveer 230W.