De Amsterdam Trade Bank ging in 2022 failliet, omdat de bank afhankelijk was van een Amerikaanse clouddienst. Dat ging zo: Rusland viel Oekraïne binnen en na de start van die oorlog legde de VS sancties op aan Rusland. De ATB was deels eigendom van Russische oligarchen en dus blokkeerde Microsoft de clouddiensten van de bank. Die kon niet meer bij klant- en transactiegegevens. De enige optie die resteerde was failliet gaan. In eerste instantie konden zelfs de curatoren niet bij de gegevens, totdat een Nederlandse rechter ingreep.
Dit lot kan elk bedrijf in Nederland en België treffen. En overheden kunnen weliswaar niet failliet, maar afgesloten worden van clouddiensten kan wel grote gevolgen hebben. Dat leek lang geen enkel probleem, zolang de Verenigde Staten onze bondgenoot waren. Maar dat lijkt nu niet langer het geval en nu voelt de afhankelijkheid van bedrijven als Microsoft, Amazon en Google ineens als een risico. En nu?
Hoe zijn we afhankelijk van de VS?
Rome is niet in één dag gebouwd en dat geldt ook voor de afhankelijkheid van Amerikaanse diensten. Dat is een proces van jaren geweest. De wortels daarvan liggen uiteraard mede in het succes van Silicon Valley als maker van hardware en software. Al sinds computers hun intrede deden in de jaren tachtig, waren Amerikaanse bedrijven volop aanwezig: IBM met zijn pc, Microsoft met MS-DOS en Windows, en zo kun je nog wel even doorgaan.
Daar komt bij dat in al die jaren de Verenigde Staten een betrouwbare bondgenoot zijn gebleken. Er was geen dreiging dat je bedrijf ineens moest stoppen, omdat Amerikaanse hardware of software stopt met werken. Het was een periode van zo goed als vrije wereldwijde handel en Amerikaanse bedrijven profiteerden volop.
Hardware kun je in de loop van de jaren nog vervangen, pas als het gaat om diensten die servers van het bedrijf vereisen, wordt de afhankelijkheid groter. Ook dat gebeurde: in de jaren nul en jaren tien vervingen veel bedrijven en overheidsorganisaties diensten zoals mail, werken aan documenten en spreadsheets, maar ook andere IT-systemen door systemen in de cloud. Daardoor ligt niet langer de controle in handen van de IT-mensen van je eigen organisatie, maar van grote bedrijven met de hoofdvestiging op een ander continent.
Die omslag was toen economisch heel logisch. Het zelf moeten opzetten en onderhouden van servers voor alle diensten is duur en foutgevoelig. Clouddiensten schalen bovendien veel beter en de komst van breedbandverbindingen maakte werken vanuit de cloud makkelijker. De komst van smartphones zorgde voor een extra voordeel van zaken opslaan in een cloud: het werd ook benaderbaar vanaf de telefoon in veel gevallen.
Die clouddiensten zijn veelal Amerikaans. Hoeveel? Dat is onbekend. De Rekenkamer kwam eerder dit jaar tot de conclusie dat er slecht zicht is op clouddiensten bij de overheid. Van ongeveer 25 procent van de clouddiensten bij ministeries is onbekend of het gaat om een private clouddienst of een publieke clouddienst. Dat is best bizar. Dit zijn diensten die de overheid zelf afneemt, maar waarvan zij niet lijkt te kunnen achterhalen wie precies de leverancier is.
Het is van veel clouddiensten wel bekend wie de leverancier is. Ongeveer 60 procent is 'public cloud' en daarvan is meer dan de helft van een van de grote Amerikaanse drie: Amazon, Microsoft en Google. Dat gaat dus om meer dan 30 procent van de clouddiensten bij ministeries. Dat zijn er dus meer dan 350. Dit gaat alleen om ministeries. Er zijn nog allerlei andere overheden en diensten die half onder de overheid vallen met eigen clouddiensten.
Ook niet onbelangrijk: van de clouddiensten die onder de publieke diensten vallen, waaronder dus de Amerikaanse bedrijven, zijn er 126 die volgens de overheid zelf cruciaal zijn voor de dienstverlening. Hoeveel van die 126 in Amerikaanse handen zijn, is onbekend.
Cijfers over het bedrijfsleven zijn lastiger te vinden. Sommige cijfers spreken over een marktaandeel van rond de 80 procent voor Amazon, Google en Microsoft, met daarnaast nog een rol voor andere Amerikaanse bedrijven als Oracle. Het is veilig aan te nemen dat ook bij bedrijven in elk geval de grootste partijen Amerikaans zijn.
En hoe problematisch is dat? Microsoft zegt de afgelopen jaren twaalf verzoeken van de Amerikaanse overheid over data in het buitenland te hebben ingewilligd. Of daar Europese klanten tussen zaten, is onbekend. Google en Amazon zeggen die verzoeken niet te hebben gekregen. Nu waren dat wel jaren waarin de huidige Amerikaanse regering niet aan de macht was. Een wisseling van president wijzigt allerlei zaken in beleid en Donald Trump schrikt er duidelijk niet voor terug om machtsmiddelen te gebruiken die andere presidenten niet of niet op die schaal hebben ingezet. Denk bijvoorbeeld aan de importheffingen voor alle landen in de wereld.
Daarmee is het niet langer ondenkbaar dat de regering-Trump Amerikaanse bedrijven inschakelt om het Europese bedrijven of overheden lastig te maken. Daarnaast is het met het oog op de verdere toekomst sowieso een verstandig plan om zoveel mogelijk in een geglobaliseerde wereld onafhankelijk te zijn van andere landen. Niemand zal de waterleiding of stroomvoorziening in handen willen geven van een land dat ooit je vijand kan worden, waarom zou dat met een clouddienst heel anders zijn?
Een nieuwe gedachte is dat niet. Bij de bouw van 5G-netwerken kwamen veel Europese landen, vooral op aandringen van de VS, met regels om Huawei te weren. Dat gebeurde ook in Nederland. De redenering was toen hetzelfde. Als een bedrijf uit een vijandig land komt, in dit geval China, dan geef je de controle over een belangrijk stuk infrastructuur, 5G-netwerken, uit handen aan een land waarmee je niet bevriend bent.
Die discussie komt in zekere zin terug bij TikTok. Een willekeurige app met een beperkt aantal blije gebruikers mag best uit China komen, maar hoe zit het met een app die verkiezingsuitslagen beïnvloedt ten faveure van Rusland? Niet voor niets loopt daar Europees onderzoek naar. Alles wat belangrijk is voor een land, voor veiligheid of voor democratie, willen veel landen zoveel mogelijk in eigen hand houden.
En hoe kom je eraf?
:strip_exif()/i/2007423754.jpeg?f=thumblarge)
Van Amerikaanse diensten afkomen lukt ons in Europa niet in één dag. "Het gaat om zoveel verschillende dingen", zegt Etienne Valk, juridisch onderzoeker bij het Instituut voor Informatierecht, in een vraaggesprek met Tweakers. IViR is een onderzoeksinstituut van de Universiteit van Amsterdam. "Het is niet alleen software, het is ook hardware, infrastructuur en data die nu allemaal bij Amerikaanse bedrijven liggen."
/i/2007445392.webp?f=imagenormal)
Daarom is dit een kwestie van veel dingen tegelijk gaan doen, aldus Valk. "We hebben veel in te halen. Gelukkig voelen veel mensen de urgentie nu wel. Toen dit een paar jaar geleden ter sprake kwam, was hier veel minder aandacht voor."
Een van de concretere initiatieven daarvoor is EuroStack, een initiatief dat tot doel heeft om alle belangrijke componenten in Europa te hebben. Daarbij gaat het om alle facetten, zo betogen de initiatiefnemers.
Onderdeel | Huidige herkomst | Plan |
Grondstoffen voor hardware (lithium, kobalt etc.) | Vooral China | Mijnen in Europese landen, recycling, ondersteuning Chili en Argentinië. |
Chips | Taiwan, Zuid-Korea | Deels geïmplementeerd met EU Chips Act, bouw fabrieken in EU. Positie is al niet slecht door onder andere ASML en STMicroelectronics. |
Netwerken | China, Zweden, Finland | Huawei uit China heeft nu leidende positie, maar Nokia en Ericsson hebben al goede positie bij 5G. |
Internet of things | China, VS, Europa | Meer nadruk op interoperabiliteit en Europese fabrikanten als Bosch. |
Cloud | Vooral VS (Amazon, Microsoft, Google) | Overheden investeren in Europese clouddiensten met als doel die te laten groeien. |
Software | VS, China, Europa | Europese opensource-initiatieven ondersteunen, zoals Linux-distro's voor desktops en alternatieven voor GitHub. |
Data en AI | VS, China | AI-gigafabrieken voor grote modellen, ervoor zorgen dat wetten van data niet langer verdienmodel maken. |
:strip_exif()/i/2007226492.jpeg?f=thumblarge)
Het moet een wisselwerking worden tussen overheden en bedrijven. Immers, de Europese bedrijven die nu starten of gestart zijn, hebben investeringen nodig. "Er gaat nu veel geld vanuit overheden naar Microsoft voor Microsoft 365. Als dat overgaat naar een Europese partij, dan zal het ook makkelijker zijn voor zo'n bedrijf om te investeren in infrastructuur bijvoorbeeld."
Toch blijkt vaak dat je moet inleveren als je bij een kleiner bedrijf clouddiensten gaat afnemen. "De alternatieven zijn niet altijd gelijk, ze bieden vaak iets anders. Soms is het minder gebruiksvriendelijk dan mensen gewend zijn. Daar staat tegenover dat het een Europees bedrijf is en dat we in Europa software kunnen maken die volgens onze eigen waarden zijn ontwikkeld. Zo kun je vaak veel makkelijker overstappen."
Bovendien is de stap terug in gebruiksvriendelijkheid vermoedelijk tijdelijk. "Clouddiensten zijn er nog niet zo lang. Als je het in historisch perspectief zet, is dit pas net het begin en hebben relatieve nieuwkomers genoeg tijd om zich nog te ontwikkelen."

Als het gaat om Europese diensten, kunnen ontwikkelaars die ook maken met Europese waarden. "Dat zie ik ook bij ontwikkelaars terug, die nemen 'privacy by design' echt als uitgangspunt bijvoorbeeld. Sommige waarden zitten natuurlijk in de wetten verankerd, maar andere niet."
Bovendien staan Europese ontwikkelaars vaak anders tegenover regelgeving. "In de VS vinden grote techbedrijven regulering regelrecht onwenselijk. Ze hebben met hun lobby ook invloed op Europese wetgeving. De AI Act is niet zo streng als eerst de bedoeling was bijvoorbeeld."
Hoe gaat dat dan als in Europa ook grote techbedrijven komen, zitten we dan niet ineens met een 'Europese big tech'? "Ja, dat kan gebeuren, en het is lastig om regels te maken die een oligopolie tegengaan. We hebben natuurlijk wel wetten tegen machtsmisbruik door grote bedrijven en daar zullen ook zij zich aan moeten houden. De EU hoeft er pas wat mee als ze zich misdragen." Bovendien liggen er nu regels die het opzetten van de lock-in die grote techbedrijven nu hebben tegengaan, zoals de DMA. "Dan weten die nieuwe bedrijven al dat ze interopabel moeten werken, dat klanten makkelijk hun data mee moeten kunnen nemen."
Tot slot
Aan digitale soevereiniteit zit ook een grens, meent Valk. "Je wilt niet geïsoleerd raken. Het doel van globalisatie en wereldhandel is juist ook onderlinge afhankelijkheid te creëren, omdat dat vrede in de hand kan werken. Daarom is het de vraag tot hoever je die onafhankelijkheid precies moet doorvoeren."
EuroStack heeft wel momentum. Het staat in het Duitse coalitieakkoord en ook in het Franse kabinet is er steun, zegt Euractiv. Ook voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen lijkt steun te geven, zij het wat voorzichtiger.
Bovendien is het lastig om te kijken hoe belangrijk dit onderwerp over vijf jaar nog is. Valk: "Dan kunnen er heel andere politici zitten met andere ideeën en daardoor kan het zijn dat de urgentie weer afneemt. Dit is wel hét moment waarop iedereen dit belangrijk vindt. Ik heb er veel vertrouwen in dat dit nu gaat lukken."
Redactie: Arnoud Wokke Eindredactie: Monique van den Boomen