Gelukkig heeft de Edge een stuk meer te bieden dan alleen de optie om het volume aan te passen. Er is veel in te stellen. Dat begint met het kunnen verwisselen van knoppen. Als jij in elke game kruisje als rondje wilt hebben, dan kun je dat zo instellen. Ook kun je de extra knoppen aan de achterkant koppelen aan een normale knop. Denk bijvoorbeeld aan de L3-knop: met deze thumbstick loop je in veel games, maar de thumbstick indrukken, leidt tot een bepaalde actie, zoals rennen, bukken of een meleeaanval. Omdat je de thumbstick constant gebruikt, klik je die wellicht soms per ongeluk in, met als gevolg een onbedoelde actie. We kunnen ons goed voorstellen dat je het indrukken van de knop helemaal uitschakelt op de thumbstick en die actie aan een van de achterste knoppen koppelt, wat een betere spelervaring zou kunnen opleveren.
Verwarring
Dat is fijn, maar tegelijkertijd ook weer niet heel baanbrekend. Er zijn immers genoeg games die je de ‘button mapping’ op je controller verregaand laten aanpassen. De optie om bepaalde knoppen om te wisselen of uit te schakelen, hoeft niet op systeemniveau geregeld te worden. Het leidde zelfs tot verwarring in een van de games die we uitprobeerden met de Egde-controller. In God of War Ragnarok bleken al enkele knoppen omgedraaid te zijn. Die wijzigingen draaiden wij, door hoe we ons profiel hadden ingesteld op de controller, min of meer weer terug. Het lijkt dus een kwestie te worden van specifieke games vinden waarvoor je je aanpassingen doet.
Dat zie je ook goed terug in de overige opties. Je kunt namelijk ook instellen hoe de thumbsticks en de triggers moeten omgaan met jouw input. Je kunt van elk van die knoppen bijvoorbeeld een bepaalde ‘dead zone’ instellen, maar ook wat het betekent als je de knop half indrukt. Denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen een gas- en rempedaal in een racegame. Het gaspedaal wil je vooral hard in kunnen drukken en het helpt als het eerste stukje niet meteen tot een reactie in het spel leidt. Je rempedaal moet juist zo snel mogelijk reageren, maar ook weer niet zo licht dat doseren niet meer goed mogelijk is. Met dit soort instellingen kun je dus spelen om voor elk type spel een zo fijn mogelijke afstelling te vinden.
Profielen meenemen
Al deze instellingen worden opgeslagen als profiel op de controller. Een profiel geldt als je standaardinstelling en daarnaast kun je er nog drie op de controller opslaan. Dat betekent dat als je elders gaat spelen en je controller met een andere console verbindt, jouw persoonlijke instellingen gewoon te gebruiken zijn; ze staan immers op je controller. Op je PlayStation kun je overigens tientallen profielen bewaren, die je naar wens kunt overzetten naar je controller. Heb je ze op die controller, dan kun je snel van actief profiel wisselen door een van de functieknoppen te combineren met een van de actieknoppen. Onder kruisje zit je standaardprofiel en onder de overige knoppen je andere profielen. Je kunt zo dus in-game snel wisselen van instellingen, wat in games met meerdere soorten gameplay een voordeel kan opleveren.
De vraag met al deze features is dan natuurlijk: wat heb je er écht aan? Dat hangt sterk af van hoe goed je bent en dus hoeveel baat je zou hebben bij handigere instellingen. Het is natuurlijk allemaal winst in relatief kleine marges. Daarnaast speelt het een rol hoe je gewend bent om games te spelen. In God of War Ragnarok merkte ik bijvoorbeeld duidelijk dat mijn muscle memory het er helemaal niet mee eens was dat ik ineens twee extra knoppen achter op de controller wilde gebruiken. Wel maakte het verkorten van de triggers wat verschil, maar in een game als God of War is dat een stuk minder belangrijk dan in bijvoorbeeld een shooter. Zoals gezegd: de meerwaarde van wat er allemaal in te stellen valt op de Edge, zal per game verschillen.