De volgende Qi-standaard voor draadloos laden verruimt de afstand waarop gebruikers een apparaat kunnen laden van 0,7 naar 4,5 centimeter. Dat komt omdat versie 1.2 officieel niet langer gebruik maakt van inductie, maar van magnetische resonantie.
Qi 1.2 en de huidige versie 1.1 zijn wel compatibel, waardoor 1.1-laders met nieuwe apparaten werken en nieuwe laders ook apparaten met Qi 1.1 kunnen opladen, zegt het WPC, het samenwerkingsverband achter de standaard voor draadloos laden. Dat is niet vreemd, omdat beide systemen werken met spoelen in zowel de lader als het apparaat om draadloos laden mogelijk te maken.
Dat beide systemen compatibel zijn, komt vermoedelijk doordat Qi 1.1 ook al gebruik kon maken van magnetische resonantie. Het verschil tussen magnetische resonantie en inductie is dat bij magnetische resonantie condensatoren zorgen dat beide spoelen resoneren op dezelfde frequentie. Dat maakt het mogelijk dat een enkele spoel meerdere apparaten kan opladen, iets wat bij inductie niet mogelijk is. Beide technologieën zijn verre van nieuw, maar elektronicaproducenten proberen ze met samenwerkingsverbanden als het WPC in meer apparaten te laten werken. Er zijn meerdere standaarden die met elkaar strijden.
Fabrikanten hebben al hardware op basis van Qi 1.2, maar wanneer die uitkomt, is onbekend. Ook is onbekend of consumenten kunnen zien of een bepaalde lader of een bepaald apparaat gebaseerd is op Qi 1.1 of 1.2.