Onderzoekers van de Amerikaanse Vanderbilt-universiteit hebben de leercapaciteit van proefpersonen weten te vergroten door middel van kleine elektrische spanningen. Na 20 minuten te zijn blootgesteld aan elektrische prikkels presteerden proefpersonen 5 uur lang beter.
De Vanderbilt-universiteit in Nashville, Tennessee publiceert de bevindingen op haar officiële website en in het wetenschapstijdschrift The Journal of Neuroscience. De cognitiewetenschappers Robert Reinhart en Geoffrey Woodman wisten al dat er milliseconden nadat een persoon een fout maakt, een kleine negatieve lading vanuit de mediale prefrontale cortex door het brein gaat. Waartoe dit dient, is nog niet aangetoond, maar de hypothese van de twee heren is dat deze lading de reactie op fouten verbetert en dat die lading ook van buitenaf geleverd kan worden.
Aan de proefpersonen werd een elastieke hoofdband bevestigd met twee elektroden; een op de kruin en een op de wang. Twintig minuten lang werden proefpersonen blootgesteld aan een milde spanning via de hoofdband. De spanning was zo laag dat proefpersonen zeiden dat ze aan het begin slechts enkele seconden een tintelend, jeukend gevoel ervoeren, dat daarna verdween. Volgens Reinhart is het 'een van de veiligste manieren om het brein van buitenaf te prikkelen'.
Na de twintig minuten kregen de proefpersonen de taak om met vallen en opstaan een opdracht uit te voeren. Ze kregen een gamepad in handen en moesten zelf uitzoeken welke knop op de gamepad correspondeert met kleuren op een scherm. Om het lastiger te maken, kregen de proefpersonen af en toe ook de opdracht om juist niet op de opgaven op het scherm te reageren. Bovendien hadden deelnemers minder dan een seconde de tijd om de correcte invoer te geven, wat hun veel gelegenheid gaf om fouten te maken. Tijdens de test maten de onderzoekers met een EEG-pet de hersenactiviteit van de deelnemers.
Reinhart en Woodman namen een duidelijk verschil in hersenactiviteit waar. Gemiddeld was bij proefpersonen de elektrische puls vanuit de mediale prefrontale cortex na een vergissing twee keer zo groot als normaal. In de praktijk uitte dit zich in minder fouten en sneller leren van de overgebleven fouten. Wanneer de richting van de spanning omgekeerd werd, viel ook een omgekeerd effect waar te nemen; deelnemers maakten meer fouten en leerden minder snel van het uitvoeren van de taak. Voor de proefpersonen was het resultaat niet merkbaar, maar op de EEG waren de effecten gemakkelijk te zien. "De hoeveelheid succes die we hiermee boeken, is veel groter dan bij tests met farmaceutica of andere vormen van psychologische therapie. Als we dit proces vergroten, kunnen we mensen voorzichtiger, nauwkeuriger en beter aanpasbaar aan veranderende situaties maken", stellen de onderzoekers. Bovendien biedt het mogelijkheden voor het behandelen van schizofrenie en adhd.