De TU Delft komt met een project waarmee het voor het mkb binnen 24 uur een fabriek op kan zetten. De geïmproviseerde fabriek bevat robots die specifiek worden aangepast voor het bedrijfsproces. Aan het project werken meerdere bedrijven in Europa mee.
Momenteel kost het opzetten van een robotsysteem voor ingewikkelde taken vaak maanden en is er een behoorlijke investering vereist. Vooral voor het mkb is dat vaak niet aantrekkelijk, omdat dat soort bedrijven hun producten in kleine batches maken. Het Factory in a Day-project moet daar verandering in gaan brengen, zo stelt de TU Delft. Om binnen een dag een fabriek op te zetten, gaat als eerste een systeemintegrator het bedrijfsproces analyseren om te bepalen welke processen door een robot uitgevoerd zouden kunnen worden. Geschikte processen zijn logischerwijs vaak de repetitieve taken, terwijl de taken waarvoor wat meer creativiteit is vereist beter door mensen uitgevoerd kan worden.
Is dat voltooid, dan worden specifieke hardwareonderdelen die voor de robots vereist zijn met behulp van een 3d-printer uitgeprint en aan de robots vastgemaakt. Daarna wordt de robot daadwerkelijk naar de geïmproviseerde fabriek van het bedrijf gebracht, waar eveneens extra hulpmiddelen, zoals camera's naartoe zullen worden verplaatst. De robot wordt verbonden met de machinesoftware, iets wat mogelijk is dankzij merkonafhankelijke software. Ten slotte zal het personeel getraind worden en moet een operator de robot uitleggen hoe hij zijn taak kan uitvoeren, door hier 'fysiek mee te werken'. Er zijn al standaardvaardigheden beschikbaar.
Het project van de TU Delft heeft een budget van 11 miljoen euro en wordt gesponsord door de Europese Unie, dat 7,9 miljoen euro bijdraagt. De EU doet dit voor het programma genaamd 'Factory of the future'. Verder werken bedrijven in heel Europa mee aan het project. De TU Delft zal op 8 oktober met Factory in a Day beginnen en het project gaat vier jaar duren.