Een kwart van de huishoudens in de Europese Unie heeft nog altijd geen toegang tot internet. Dat blijkt uit nieuwe gegevens van Eurostat. Vooral in Bulgarije, Roemenië en Griekenland is het percentage dat toegang heeft laag. Scandinavië, Nederland en Luxemburg lopen voorop.
Uit de cijfers van Eurostat, die dinsdagmorgen door de Europese Commissie zijn verspreid, blijkt dat 76 procent van de huishoudens in de Europese Unie toegang heeft tot internet. In 2009 was dat nog 66 procent; in 2006 had nog minder dan de helft van de Europese huishoudens, namelijk 49 procent, toegang tot internet. Eurostat maakt echter niet direct duidelijk of het hierbij alleen om vast, of ook om mobiel internet gaat.
Bulgarije, Roemenië en Griekenland lopen achteraan: daar heeft om en nabij de helft van de huishoudens toegang tot internet. In Turkije is dat zelfs minder dan de helft, maar dat land is geen lid van de Europese Unie. Nederland is een van de koplopers op het gebied van internettoegang: hier heeft 94 procent van de huishoudens toegang tot internet. Alleen in IJsland ligt dat percentage hoger. Ook in Luxemburg en in de meeste Scandinavische landen, met uitzondering van Finland, heeft meer dan 90 procent van de huishoudens toegang. In België heeft 78 procent van de huishoudens internettoegang.
IJsland is ook de koploper als het gaat om breedbandtoegang: die is beschikbaar voor 91 procent van de huishoudens, tegen 87 procent in Zweden en 86 procent in Noorwegen. In Nederland is dat 83 procent. Het Europese gemiddelde ligt op 72 procent; drie jaar eerder was dat nog 57 procent. In 2006 was Nederland samen met IJsland nog het enige EU-land waar meer dan tweederde van de huishoudens toegang had tot internet, maar andere landen hebben hun achterstand ingehaald: in de meerderheid van de EU-landen heeft inmiddels meer dan tweederde toegang. In België heeft driekwart toegang tot breedband.
Internet wordt in de EU vooral gebruikt voor het lezen van nieuws: 61 procent van de Europese internetgebruikers heeft dat in de laatste drie maanden gedaan. Iets meer dan de helft gebruikt zijn internetverbinding om te bankieren. In Nederland ligt dat percentage met 86 procent fors hoger; in België doet 69 procent dit. Ook iets meer dan de helft gebruikt internet voor sociale media; in Nederland is dat 70 procent. Slechts één op de tien Europese internetters zet zelf een website of weblog op, maar in Nederland is dat maar liefst 17 procent: het hoogste percentage in Europa. In België doet slechts 7 procent dat.