Onderzoekers van de Ames Laboratory van het Amerikaanse ministerie van Energie hebben een nieuwe methode bedacht om een bestaande polymeer te gebruiken als anodemateriaal voor onder meer displays. Momenteel wordt daar indium-tin-oxide voor gebruikt.
Indium-tin-oxide is zowel transparant als geleidend en wordt vanwege deze eigenschappen sinds jaar en dag gebruikt als anodemateriaal in beeldschermen. Een groot nadeel is echter dat indium een schaars metaal is, dat ook belangrijk is voor de productie van zonnepanelen. Niet voor niets heeft het Amerikaanse ministerie van Energie de beschikbaarheid van de grondstof dan ook bestempeld als near-critical vanwege het brede toepassingsgebied.
De onderzoekers van het Ames Laboratory hebben nu een nieuwe methode ontwikkeld om een geleidend plastic te gebruiken als anodemateriaal. Door onder meer gebruik te maken van een meerlaagse opbouw van het materiaal en er speciale bewerkingen op los te laten, blijkt dat het polymeer met de benaming pedot:pss 44 procent beter geleidt dan ITO en voldoende transparant is.
Een bijkomend voordeel van het gebruik van het geleidend plastic is dat de anodes flexibel kunnen zijn. Vooral voor de toekomstige generatie oled-panelen op basis van een flexibel substraat met de roll-to-roll-productiemethode speelt dat een rol. Huidige ITO-anodes zijn namelijk breekbaar.
De bijzondere eigenschappen van het geleidend plastic waren al 15 jaar bekend, maar met de conventionele productiemethode was de geleiding en de transparantie niet voldoende om als vervanger te dienen voor ITO.