Microsoft heeft meer inzicht gegeven in de mogelijkheden van de Hyper-V 3.0-hypervisor die in Windows 8 wordt opgenomen. Met de nieuwe hypervisor kunnen gebruikers verschillende 32- en 64bit-x86-OS'en draaien op één machine.
De Hyper-V-technologie van Microsoft was tot nu toe voorbehouden aan de serverversies van Windows. Microsoft heeft de technologie nu ook in de clientversies van Windows 8 geïntegreerd, zoals in juni al duidelijk werd via een uitgelekte build. Volgens de softwaregigant is Hyper-V vooral nuttig voor testdoeleinden, in het bijzonder omdat het hostbesturingssysteem geen gevaar loopt als het in de virtuele testomgeving verkeerd gaat.
Om in Windows 8 de nieuwe hypervisor-functionaliteit te kunnen gebruiken, is een systeem nodig met een 64bit-cpu die beschikt over second level address translation. Vrijwel alle recente processors van Intel en AMD ondersteunen slat. Verder vereist Hyper-V minimaal 4GB werkgeheugen en een 64bit-versie van Windows 8, zo meldt het Windows engineering team op zijn blog.
Hyper-V 3.0 maakt het mogelijk om op een systeem met 4GB werkgeheugen drie tot vier virtuele machines te draaien. Daarbij worden ongebruikte geheugengebieden tussen de virtuele machines onderling verdeeld. Hyper-V heeft volgens Microsoft een limiet van 32 processors die aangesproken kunnen worden en 512GB werkgeheugen dat adresseerbaar is. De gebruiker kan 32bit- en 64bit-versies van Windows naast elkaar draaien met Hyper-V, terwijl de geïntegreerde virtualisatiesoftware van Microsoft voortaan ook standby- en sleepmodi zal ondersteunen.
De nieuwe Live Storage Move-feature moet het mogelijk maken om draaiende virtuele machines te verplaatsen naar een ander opslagmedium. Zo kan bijvoorbeeld een vhd- of vhdx-image, een nieuw bestandsformaat dat images tot 16TB mogelijk maakt, van een harde schijf naar een usb-stick worden verplaatst. Verder kan de gebruiker snapshots maken, waarbij de hele inhoud van de virtuele machine wordt bewaard. Volgens Microsoft is deze functie vooral handig tijdens het debuggen van code.
Microsoft stelt dat Hyper-V 3.0 in Windows 8 benaderbaar is via de VM Console en een rdc-verbinding. In de VM Console kunnen virtuele machines een resolutie hanteren van maximaal 1600x1200 pixels, terwijl via een rdc-verbinding de mogelijkheden van de host-pc beter worden benut. Zo kan bijvoorbeeld invoer via een multitouch-apparaat worden gebruikt terwijl de desktop van een virtuele machine ook over diverse monitoren kan worden uitgesmeerd.
Zoals ook in andere virtualisatiesoftware het geval is, kan een virtuele machine binnen Hyper-V moeite hebben om games en andere toepassingen die de gpu benutten, soepel te laten draaien. Microsoft stelt dan ook dat dergelijke toepassingen op het 'core-OS' moeten draaien, omdat dit direct toegang heeft tot de hardware. Verder beschrijft de softwaregigant dat het nog een uitdaging was om de virtuele netwerkadapters die Hyper-V gebruikt, aan de praat te krijgen in combinatie met wifi.