Telecomautoriteit OPTA concludeert op basis van een voorlopig onderzoek naar het toepassen van deep packet inspection door KPN, Vodafone, T-Mobile en Tele2 dat deze providers misschien de wet overtreden. Het CBP gaat vervolgonderzoek doen.
De OPTA stelt dat uit een eerste onderzoek blijkt dat de vier onderzochte telecombedrijven het dataverkeer van hun klanten analyseren. Hoewel de telecomtoezichthouder geen aanwijzingen zegt te hebben dat de providers de inhoud van e-mails lezen of postings op sociale netwerken bekijken, zouden zij door het toepassen van technologie voor deep packet inspection toch meer informatie inzien dan strikt noodzakelijk is voor het regelen van het dataverkeer.
Omdat door het gebruik van dpi, waarbij naast de header ook de inhoud van een ip-pakketje wordt geanalyseerd, onder andere bepaald kan worden welke toepassingen een gebruiker op een bepaald moment gebruikt, is er mogelijk sprake van het schenden van het communicatiegeheim. Volgens de OPTA duikt er nog een mogelijk probleem op met het toepassen van dpi. Providers kunnen grote hoeveelheden gevoelige gegevens opslaan. Daardoor kan de zorgplicht, die telecombedrijven verplicht om persoonsgegevens goed te beschermen, in het geding komen.
De OPTA stelt dat de zorgplicht en het communicatiegeheim, die zijn vastgelegd in de Telecomwet, nauw samenhangen met de bepalingen uit de Wet bescherming persoonsgegevens. Daarom zal het College Bescherming Persoonsgegevens nader onderzoek doen, waarbij het de voorlopige bevindingen van de OPTA in handen krijgt. Vervolgens zal de OPTA de resultaten van het CBP naar dpi meewegen en naar eigen zeggen zonodig handhavend optreden.
Het gebruik van dpi door telecombedrijven kwam in het nieuws door KPN, maar de overige telecombedrijven maken zich ook schuldig aan het toepassen ervan. Na een eerste aarzeling besloot minister Verhagen van Economische Zaken toch de OPTA en het CBP nader onderzoek te laten instellen. Verder doen het Landelijk Parket en het OM onderzoek naar het gebruik van dpi.