Tja, toen ik op zoek ging naar mijn eerste eigen camera (had daarvoor gefotografeerd met de Voigtländer en Agfa Colorflex van m'n vader) waren er features die bij Canon alleen beschikbaar waren op de T90 en de F1, toendertijd de twee duurste modellen van Canon (ƒ2000 resp ƒ3500). Simpele handinstelling ontbrak toen op de T50 en ook de T70 was beperkt, daarbij waren ze veel duurder, en de T70 was al onbetaalbaar duur.
Ook Nikon was toen ook schreeuwend duur, zelfs de gestripte-types, en viel gelijk af. De enige merken die ik toen overwoog waren Minolta
X-300, Olympus
OM-101, Pentax
P30, Ricoh
KR-5, KR-10x, Chinon
CP5, Cosina
CT1super en Petri
(blijkbaar een rebranded Cosina). Over Olympus hoorde ik echter allemaal vreemde verhalen, omdat er daar in de adviesprijs minder marge zat voor de detaïst
(maar dat wist ik toen nog niet). Behalve Minolta en Olympus hadden die merken allemaal een Pentax K-bajonet.
Ofwel in het kort: Terwijl Canon een aantal malen een prijs-revolutie heeft veroorzaakt
(o.a. met de AE-1 en AE1-program, later met de EOS 300D, EOS 1000D, EOS 5D) was toen ik startte met met fotograferen, het aanbod van Canon enkel interessant voor Professionals en degenen die wil laten zien bij de happy few te horen, en over Nikon kun je hetzelfde zeggen.
Uiteindelijk kwam ik uit bij een tweedehands Ricoh Kr-10super waarvoor ik daarna daarna o.a. een winder kocht. Toen ik tegen de beperkingen van deze Ricoh aanliep lag de situatie als volgt
- De bovengenoemde merken met Pentax vatting boden enkel budgetmodellen of waren geheel uit de slr-fabricage gestapt. Tweedehands bestonden er wel interesante modellen van Ricoh, maar die waren zeldzaam, serieuze keus was er dus enkel van Pentax, ook al vanwege betere compatibiliteit met de PKA-vatting.
-Vervolgens viel de Pentax P30
(P30, P30n, P30t) af omdat hij geen winderaansluiting had. De A-serie werd niet meer aangeboden (uit productie). De tweedehands veel aangeboden camera's uit de M-serie
(ME-F, ME-super, MG, ME, MV-1, MV) hadden dan weer die scherptedieptecontroleknop niet. Toen ik uiteindelijk de camera vond die wel alles had wat ik wilde had het AF-tijdperk defintief doorgezet (Petri afgevallen, Cosina budgetmerk, Cosina kreeg geen voet aan de grond met haar CP-9AF, Ricoh overgeschakeld op bridge- en compactcamera's) en was ik uitgekomen bij de Pentax Z-1.
Pentax heeft heel lang twee (soms 3) modellen gevoerd waarvan alleen de duurdere versie de scherptedieptecontroleknop had. K1000 niet, P30 (uitzondering die regel bevestigd) en P50 wel. Daarna SF7 niet, SFX wel, Z-10, niet, Z-1 wel, Z-20, Z-50, Z-70 niet, Z1p wel, MZ-5, MZ-6, MZ-7, MZ-10, MZ-50, MZ-60, MZ-M niet, MZ5n, MZ-3 en MZ-S wel (drie generaties) en *ist niet, zelfs *istD niet, laat staan dus *istDs, *istDl, *istDs2 en *istDl2.
AE-Lock heeft op manual-focus Pentax-camera's ook altijd ontbroken, pas vanaf de introductie van autofocus hebben ook Pentax camera's hiervoor een knop (en gelukkig allemaal)
Ofwel in het kort: 'Al die normale dingen voor fotografen' hebben Pentax camera's ook niet altijd gehad.
Helaas is het nu zo dat voor de massa van de professionele fotografen alleen Canon en Nikon meetellen. De anderen hebben het geprobeerd maar kregen nooit echt voet aan de grond, Olympus niet ondanks de revolutionaire OM-1 en OM-2 en de met multispotmeting unieke OM-3 en OM-4. Pentax niet met haar LX die was wat de Nikon F-3 beloofde
(en pas met de F-3p waarmaakte) en meer. Die andere niet, ondanks 4 pogingen: Minolta XM en XM-motor
(te vooruitstrevend en bovenal niet mechanisch), Minolta 9000
(professionals wilden liefst mechanisch, laat staan AF) , Minolta Dynax 9xi, Sony Alpha 900. Vooral bij Pentax heeft dat invloed gehad op de beschikbaarheid van bepaalde objectieven, vooral de lichtsterkere en specialistische exemplaren. De SMC-M 35mm f1/1.4 is bijvoorbeeld nooit verder gekomen dan het prototype-stadium. Tot de jaren 70 was Pentax een van de grote merken.
Dat betekent niet dat de camera's van deze merken minder zijn, in tegendeel, en ook deze camera's zijn veelvuldig ingezet voor professioneel gebruik, alleen koos de massa van de professionals, kuddedieren als mensen nu eenmaal zijn, steevast voor Canon en Nikon waardoor het voor andere merken vaak moeilijk financiëel vol te houden is om in het topsegment mee te blijven draaien. Vanaf de te late overstap van schroefdraad naar bajonet (1975) heeft Pentax steeds stapjes terug moeten doen. De concurrentie wordt steeds harder, ook Minolta, 15 jaar geleden nog de tweede grootste heeft de handdoek in de ring moeten gooien en de zaak verkocht. Schaalvoordelen gaan steeds harder meetellen, en de kleinere verkoopaantallen zijn waarschijnlijk ook de reden dat de adviesprijs van deze camera nu hoger is als die van de op specificaties vergelijkbare Nikon D7000. Ik denk dat de de K-5 echter het prijsvoorverschil meer dan waard is, in betere bediening, betere is afgestemd op echte fotografen.
En inderdaad leven we meer dan ooit tevoren in de age of marketing, waarbij mensen merkkleding en gadgets kopen om er bij te horen. Dat is echter al begonnen in de jaren 80. Wat mensen hebben telt niet meer mee, wat mensen kopen telt. Ook al heeft meer dan de helft van de mensen nog een analoge TV in huis, grotendeels als eerste toestel maar ook veel digitale-TV-bezitters hebben nog een CRT-tje op de slaapkamer, toch begint men analoog uit te faseren want immers meer dan de helft heeft al digitaal, en toevallig is dat de kapitaalkrachtigste helft waaraan het meest te verdienen valt. Dat is slechts één voorbeeld, maar zo zijn er talrijke.
offtopic:
edit: typo's en kleinigheden
[Reactie gewijzigd door BeosBeing op 24 juli 2024 12:01]