Taiwan heeft van de WTO gelijk gekregen in een dispuut over invoerrechten op grote lcd-monitoren. De WTO heeft bepaald dat de EU deze schermen niet moet bestempelen als consumentenproducten, maar als ict-producten.
Door het besluit zouden de Taiwanese lcd-fabrikanten jaarlijks ongeveer 481 miljoen euro kunnen besparen. Gedurende het dispuut hebben Taiwanese fabrikanten voor in totaal 3453 miljoen euro aan lcd's naar Europa verscheept. De EU had de importheffing op grotere lcd-monitoren met dvi-aansluiting al opgeschort in afwachting van het WTO-onderzoek naar aanleiding van de klacht van Taiwan uit 2008. Ook mobieltjes met tv-mogelijkheid werden niet extra belast in afwachting van de uitspraak door de EU.
Het dispuut had betrekking op de bepalingen in de Information Technology Agreement. Deze was in 1996 in het leven geroepen om interne handelsbarrières te beslechten en prijsdumping door fabrikanten buiten de EU tegen te gaan. In 2004 besloot de ITA-organisatie een importheffing van 14 procent in te stellen op lcd-monitoren met een dvi-aansluiting die buiten de EU zijn geproduceerd en in 2005 werd deze regel aangevuld met een zelfde importheffing op monitoren groter dan 19".
De EU stelde namelijk dat dergelijke schermen ook als tv kunnen worden gebruikt en dus als consumentenproducten in plaats van als ict-producten moeten worden gezien. Voor deze laatste categorie geldt geen importheffing. Naar aanleiding hiervan besloot Taiwan een klacht bij de WTO neer te leggen. Het is voor het eerst sinds de toetreding tot de WTO in 2002 dat Taiwan een klacht over handelspraktijken heeft ingediend.
Volgens TechEye zullen de lcd-fabrikanten uit Taiwan bij de douanes van de EU-landen aankloppen om te veel betaalde importheffingen terug te vragen. Dat kan aardig oplopen, gezien de lange looptijd van de heffingen. Als gevolg van de WTO-uitspraak zagen Taiwanese lcd-fabrikanten als AU Optronics en Chimei Innolux hun marktwaarde op de beurs met enkele procenten stijgen.