In China geassembleerde elektronica wordt waarschijnlijk duurder door toenemende vestigings- en loonkosten en de sterke yuan. Om de kosten te drukken, verhuizen fabrikanten naar het binnenland, maar prijsstijgingen lijken onvermijdelijk.
China, waar het grootste deel van alle consumentenelektronica in elkaar wordt gezet, is door zijn concurrerende prijzen marktleider in de assemblage-industrie geworden. De productiekosten stijgen echter flink door de groeiende loon- en vestigingskosten, de sterke positie van de yuan op de valutamarkt en de inflatie.
The New York Times stelt dat door de kleine marges op de producten van elektronicafabrikanten, de kans groot is dat de toename van de assemblagekosten tot hogere winkelprijzen zal leiden. Vooral producten als laptops, mobiele telefoons en computers hebben door hevige concurrentie slechts een kleine winstmarge en zijn dus gevoelig voor prijsstijgingen.
In de zoektocht naar lage productiekosten zoeken fabrikanten nu hun heil in het binnenland. Foxconn, een grote assembleerder die voor veel computerbedrijven produceert, kondigde aan daar te gaan produceren omdat de lonen er lager liggen. Het bedrijf moest onlangs onder grote druk de salarissen van zijn 800.000 werknemers verhogen naar aanleiding van een bovengemiddeld aantal zelfmoorden onder het personeel.