Scandinavische onderzoekers hebben geen toename van het aantal tumoren gezien nadat veel mensen zijn begonnen met mobiel bellen. Het onderzoek liep van 1974 tot 2003, maar de onderzoekers durven geen harde conclusies te trekken.
Uit de waarneming dat hersentumoren niet vaker voorkomen sinds de opkomst van mobiele telefonie, durven de onderzoekers niet te concluderen dat er geen relatie bestaat tussen mobiele telefonie en de ontwikkeling van hersentumoren. Onderzoeksleider Isabella Deltour zegt tegen de BBC dat de tumoren wellicht meer tijd nodig hebben om zich te ontwikkelen of dat de onderzoeksgroep te klein was om het effect van mobiele telefonie waar te nemen. Bovendien is er een kans dat er helemaal geen effect is, aldus de onderzoekers.
De kankerinstituten hadden het vermoeden dat in het jaar 2003, het laatste jaar waarover gegevens beschikbaar zijn, het aantal mensen met hersentumoren toegenomen had kunnen zijn, omdat sinds midden jaren negentig veel Scandinaviërs mobiel zijn gaan bellen. Er woedt al jaren een wetenschappelijke en maatschappelijke discussie of de straling van mobiele telefoons de kans op hersentumoren zou vergroten, maar er is nog altijd geen eensluidend wetenschappelijk antwoord op de vraag of de kans op een hersentumor inderdaad toeneemt als iemand jarenlang mobiel belt. Volgens de onderzoekers is eveneens onbekend op welke manier straling een tumor zou helpen te ontwikkelen: het biologische verschijnsel erachter is nog niet bekend.
Vier Scandinavische kankerinstituten voegden gegevens samen voor het onderzoek, dat de periode van 1974-2003 omspant. In die periode registreerden de onderzoekers bijna zestigduizend patiënten met een hersentumor op een bevolking van zestien miljoen mensen. Het onderzoeksgebied bestond uit Denemarken, Zweden, Finland en Noorwegen.
Het is onbekend wie het onderzoek heeft gefinancierd. Veel onderzoek naar het verband tussen straling en gezondheidsrisico's wordt gefinancierd door belanghebbende partijen. Zo werd het 'Zwitserse onderzoek', op basis waarvan het Ministerie van Economische Zaken besloot dat gemeentes umts-masten niet mochten verbieden op grond van gezondheidsrisico's, deels gefinancierd door telecomproviders. Dat waren Orange, een provider die destijds een umts-licentie had in Nederland, en Swisscom, dat toen deels eigendom van Vodafone was.