De Nederlandse telecomproviders gaan in geval van een storing de klanten niet op een ander netwerk overzetten. Het enige dat de providers in een overleg met staatssecretaris Heemskerk afspraken is dat er meer informatie wordt gedeeld.
Het zogenoemde delen van netwerken zou te veel risico's met zich meebrengen, hebben de providers geconcludeerd in het overleg met staatssecretaris Frank Heemskerk van Economische Zaken. Het grootste risico zou zijn dat andere netwerken overbelast raken als klanten van providers met een storing op die netwerken worden overgezet; een probleem dat door de providers als congestie wordt aangeduid.
Wel hebben de providers met de bewindsman afgesproken in de toekomst meer informatie over technische storingen te zullen uitwisselen. Op die manier hopen ze storingen zo veel mogelijk te voorkomen. Ook moet het onderwerp 'blijvende aandacht' krijgen, maar het is onduidelijk wat dat in de praktijk zou moeten betekenen.
Het overleg werd gehouden naar aanleiding van de grote storing bij Vodafone vorige week, waarbij een aanzienlijk deel van de bijna vijf miljoen klanten niet kon bellen. Een van de vier zogeheten signalling gateways van Vodafone viel uit en het backup-systeem werkte niet; de provider wil niet zeggen waarom de backup niet werkte. De storing duurde bijna dertig uur. Een dag later kampte concurrent KPN nog met een kleinere storing, die vooral dataverkeer trof.