Telecomproviders zouden voor als er een grote storing optreedt, een noodplan klaar moeten hebben liggen, waarin onder meer staat hoe klanten worden geïnformeerd. De overheid moet dat noodplan controleren. Daarvoor pleit de Consumentenbond.
In dat noodplan moet ook staan welke processen er op technisch en organisatorisch gebied gelijk in gang worden gezet als er een grote storing optreedt, vindt de Consumentenbond. Afgelopen week werden klanten van zowel Vodafone als KPN getroffen door een grote storing, waardoor bellen, sms'en en internetten moeilijker of onmogelijk was.
De overheid zou moeten toezien op de kwaliteit van die noodplannen. Vrijdag pleitte PvdA-Kamerlid Martijn van Dam ervoor dat providers klanten in geval van een storing tijdelijk overzetten op het netwerk van een concurrent. Volgens de providers is dat in elk geval technisch moeilijk te realiseren. Vodafone gaf wel aan de mogelijkheid te willen onderzoeken.
Staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken gaat komende week om tafel zitten met providers om te kijken hoe overlast in het geval van een grote storing kan worden beperkt. De regering ziet mobiele netwerken als een 'cruciale infrastructuur'. Dat betekent dat de regering vindt dat mobiele netwerken belangrijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken in de economie en de maatschappij. Onder meer openbaar vervoer, pinverkeer en andere niet-telefoongerelateerde zaken worden verstoord als mobiele netwerken platgaan, zoals deze week bleek toen trams in Utrecht in de remise bleven, omdat de communicatie via het netwerk van Vodafone verloopt.
Volgens T-Mobile en KPN kunnen bedrijven en instanties zelf de overlast van een landelijke storing beperken door te zorgen voor een backup, zodat communicatie in geval van nood via een ander netwerk kan verlopen.