Comcast heeft de resultaten bekendgemaakt van een eerste grote test met de nieuwe p4p-routering voor p2p-verkeer. Uit de test blijkt dat de downloadsnelheid van p2p-clients maximaal met vijfentachtig procent kan toenemen.
De test werd uitgevoerd in samenwerking met een aantal leden van de p4p-werkgroep van de Dcia, waaronder p4p-ontwikkelaar Pando Networks, de universiteit van Yale en drie isp's. Om de effectiviteit van de iTracker-p4p-software te meten werden een p2p-client van Pando en een videobestand van 21MB gebruikt. Er werden drie verschillende topologieën getest: grofmazig, generiek en fijnmazig.
Voor de fijnmazige variant werden de asn's van alle aangesloten isp's op prioriteit en onderlinge afstand gesorteerd. Ook werden de ip-subnetten in kaart gebracht voor betere lokale routering van het p2p-verkeer. Verder werd rekening gehouden met de kosten van netwerkverbindingen, zodat gratis peering-verbindingen voorrang konden krijgen. De grofmazige test was in grote lijnen hetzelfde, maar hier werden de subnetten niet in de routeringsbeslissingen meegenomen, terwijl voor de generieke test weer de grofmazige topologie als uitgangspunt werd genomen, waarbij aan de verbindingen van tevoren door een team van Yale een gewicht werd toegekend.
De resultaten op het kabelnetwerk van Comcast zijn verrassend te noemen. Zo bleek de grofmazige iTracker de hoogste downloadsnelheid te genereren met een snelheidsverhoging van gemiddeld 85 procent ten opzichte van een normale p2p-client, met de generieke versie daar kort achter op de tweede plaats. De fijnmazige variant, waarvan het meeste werd verwacht, scoorde 'slechts' 57 procent beter dan normale p2p-clients. Ook kostte het fijnmazige iTracker-ontwerp meer ontwikkeltijd en was het de meest onderhoudsintensieve variant. Tests met andere netwerken lieten minder aansprekende resultaten zien: de gemiddelde snelheidsverbetering voor p2p-downloads was ongeveer 13 procent en was er weinig verschil tussen de verschillende iTracker-topologieën.
Voor de isp's lijkt de inzet van p4p-technologie echter wel degelijk vruchten af te werpen. Zo nam het uitgaande internetverkeer met 34 procent af bij de peering points, terwijl het inkomende verkeer met gemiddeld tachtig procent verminderde. De downloadactiviteit bij het toegangsnetwerk van de kabelproviders nam lichtjes toe. Volgens Ars Technica kan de iTracker op een relatief lichte server draaien en zal de effectiviteit toenemen als meer isp's iTrackers inzetten.
Comcast zou graag willen dat de p4p-technologie een Ietf-standaard wordt, maar zegt wel dat het gebruik van de p4p-technologie op vrijwillige basis moet geschieden. P4p heeft volgens tegenstanders namelijk als nadeel dat de privacy in het geding kan komen omdat de isp's, die immers zelf de trackers beheren, eenvoudig downloads kunnen traceren.