Steve Jobs wordt door twee aandeelhouders van zijn bedrijf aangeklaagd wegens fraude met aandelenopties. Ook twee ex-werknemers en vier leden van de raad van bestuur zijn in staat van beschuldiging gesteld.
Twee aandeelhouders van Apple hebben een rechtszaak aangespannen tegen Apple-directeur Steve Jobs, de voormalig financieel topman, het ex-hoofd juridische zaken en vier leden van de raad van bestuur. De aandeelhouders zeggen dat ze benadeeld zijn door de antedatering van opties in het begin van 2001. Aandelenopties die destijds aan vier leden van de raad van bestuur werden toegewezen, werden van een vroegere uitgiftedatum voorzien dan de feitelijke uitgiftedatum, waardoor ze meer waard werden. Financieel directeur Fred Anderson en bedrijfsjuriste Nancy Heinen namen naar aanleiding van het onderzoek naar de fraude ontslag.
In 2006 leek de zaak naar tevredenheid van de Amerikaanse beurswaakhond SEC afgerond, maar twee aandeelhouders waren daarmee nog niet tevreden. In hun aanklacht beschuldigen zij Apple van het willens en wetens rommelen met de aandelenopties, waardoor de aandeelhouders geld zouden hebben verloren. Nadat Apple had toegegeven dat er creatief met de boekhouding was omgesprongen, zouden de aandelen van het bedrijf zeven miljard dollar in waarde zijn gedaald. Dat bedrag proberen de aandeelhouders met hun collectieve aanklacht vergoed te krijgen. Overigens zal de zaak worden behandeld door een rechter die eerder een vergelijkbare rechtszaak tussen Apple en een pensioenfonds voor zijn werknemers behandelde. Destijds oordeelde rechter Jeremy Fogel dat de zaak ongegrond was en dat de fraudezaak geen aantoonbare daling in de aandelenkoers had veroorzaakt.