De Verenigde Staten zijn van plan om bij de World Trade Organization een klacht tegen de Europese Unie in te dienen over invoerheffingen op monitors, printers en settopboxen.
In 1996 sloot een aantal landen, waaronder de VS en de EU, een handelsovereenkomst, het Information Technology Agreement. Daarin werd afgesproken dat de deelnemers op bepaalde producten uit de informatietechniek geen invoerrechten zouden heffen. Volgens de EU is het akkoord echter niet van toepassing op producten die pas verschenen na het sluiten ervan, en de EU heeft hier dan ook wel degelijk heffingen op gelegd. Het gaat daarbij onder andere om flatscreenmonitors, multifunctionele printers die bijvoorbeeld ook kunnen faxen, en settopboxen met internetaansluiting. De heffingen variëren van 6 tot 14 procent.
De VS vinden nu dat de EU het ITA met de heffingen ondermijnt en willen de zaak voorleggen aan de WTO. Wanneer dit gebeurt, zullen beide partijen eerst 60 dagen de tijd krijgen om er in onderling overleg uit te komen. Als dit niet lukt zullen drie rechters van de WTO een uitspraak doen. Volgens Michael Maibach, voorzitter van de European-American Business Council, gaat het vooral om het principe: "Als landen kunnen uitkiezen welke delen van handelsovereenkomsten ze aanvaardbaar vinden, wordt het hele proces van de WTO ondermijnd." Japan, een andere deelnemer aan het ITA, zal zich waarschijnlijk aansluiten bij de klacht van de VS, zo schrijft Bloomberg.