Japanse wetenschappers hebben een kwantummechanische schakelaar gebouwd van ijzer en lichte elementen. Het materiaal wordt magnetisch onder invloed van groen licht en wordt direct gedemagnetiseerd als dit licht uit gaat.
Het Japanse team bestaat uit het Riken instituut, het Synchrotron Radiation Research Institute, de universiteit van Tsukuba en het Japan Science and Technology Agency. De ontwikkelde schakeling is in principe geen nieuwe vinding: het was al bekend dat het materiaal dat voornamelijk uit ijzer, een keten die fenantroline genoemd wordt en lichte elementen als koolstof, zwavel of stikstof onder invloed van groen licht magnetiseert, maar hiervoor was een temperatuur van 33 Kelvin nodig. Bovendien bleef het materiaal uren gemagnetiseerd, wat uiteraard ongewenst is voor een snelle schakelaar. De magnetisering kon worden opgeheven door het materiaal met rood licht te beschijnen. De doorbraak die de Japanners hebben gemaakt is dat de schakelaar bij 93 Kelvin werkt en bovendien direct demagnetiseert zodra het groene licht uit gaat.

Het materiaal wordt een 'spin cross-over complex' genoemd en kan bestaan uit kobalt of ijzer. Het magnetiseren is een kwantummechanisch effect dat de spin van de elektronen van ijzerionen verandert. Bij een hoge spinstaat is het materiaal gemagnetiseerd en bij een lage spinstaat is het gedemagnetiseerd. De relatief hoge temperatuur waarbij de schakelaar al werkt betekent dat voor de vereiste koeling slechts vloeibaar stikstof benodigd is, in plaats van grote, dure koelinstallaties. Bij metingen aan de schakelaar bleek dat het aantal elektronen per kubieke Angstrom daalde van 0,52 naar 0,25 zodra het groene licht op het materiaal werd gericht. Hieruit concludeerden de wetenschappers dat de binding tussen de ijzeratomen en de stikstofatomen losser werd, waardoor ze makkelijker konden bewegen. In de 'uit-stand' was de afstand tussen de atomen ongeveer tien procent kleiner dan met het groene licht aan. Voorlopig valt de schakelsnelheid nog tegen. De schakelaar is met een schakeltijd van enkele seconden niet bepaald snel te noemen, maar de wetenschappers gaan vol goede moed verder op zoek naar nieuwe samenstellingen om de schakeltijd naar nano- of zelfs picoseconden te krijgen.