Microsoft heeft tijdens een presentatie op de VSLive-conferentie in San Francisco zijn ideeën over het werken met data in toekomstige versies van Visual Studio uit de doeken gedaan.
Data wordt veelal in relationele databases opgeslagen, niet het ideale formaat voor een objectgeoriënteerde taal. De laatste jaren zijn daarom zogenaamde Object Relational Mappers sterk in opkomst. Deze orm-tools omvatten een abstractielaag tussen de database aan de ene kant, en de clientapplicatie aan de andere kant. De programmeur van de applicatie hoeft niet meer met de data zelf te werken, maar kan de door de tool gegenereerde objecten rechtstreeks aanspreken. De tussenlaag zorgt er vervolgens voor dat de data weer correct in de database wordt opgeslagen. Een nieuwe klant toevoegen is dan niets meer dan het instantiëren van een klantobject, de relevante eigenschappen als klantnummer en naam aan het object toekennen, en de 'opslaan'-methode van het object aanroepen.

Op dit moment biedt Microsoft zelf nog geen orm-oplossingen voor het .Net-framework aan. Enige jaren geleden werd met ObjectSpaces een poging gedaan, maar nadat dit initiatief in het WinFS-filesystem is geïntegreerd, is het als zelfstandig platform een stille dood gestorven. Verschillende bedrijven zijn in dit gat gesprongen en hebben zelf orm-pakketten op de markt gebracht, een voorbeeld hiervan is het Nederlandse LLBLGen Pro. Britt Johnston, verantwoordelijk voor de data-programmeertak bij Microsoft, heeft tijdens een toespraak op de VSLive-conferentie aangekondigd dat Microsoft in de volgende versie van Visual Studio, met de codenaam Orcas, deze achterstand wil goedmaken.
Een aantal van de oorspronkelijke ontwikkelaars van het ObjectSpaces-project zijn geruime tijd geleden aan iets nieuws gaan werken: Linq. Deze uitbreiding op C# en VB.Net moet het mogelijk maken om door middel van elementen van deze programmeertalen queries te definiëren. Deze queries worden door de compiler omgezet naar zogenaamde Expression Trees. De trees worden op hun beurt geïnterpreteerd door een platformspecifieke engine. Zo zorgt de 'Linq to Sql'-engine voor een koppeling met een relationele database; vooralsnog wordt alleen MS SQL Server ondersteund. Uiteindelijk moet met behulp van Linq met data gewerkt kunnen worden alsof deze als object in het geheugen zit, terwijl de data in een database of bijvoorbeeld een xml-bestand is opgeslagen.
Parallel met de ontwikkeling van Linq heeft het SQL Server-team van Microsoft het Entity Framework ontwikkeld. Dit framework creëert een zogenaamd Entity Data Model dat middels een nieuwe taal - eSQL - kan worden aangesproken. De ontwikkelaar hoeft dus niet meer met het onderliggende datamodel te werken. Een Linq to Entity-engine zorgt ervoor dat ook Linq met edm overweg kan. Feitelijk kan een ontwikkelaar straks kiezen uit de 'Link to Sql'-route, of het werken met entities in combinatie met Link to Entities. De ontwikkeling van twee aparte systemen lijkt vreemd, en verschillende mensen zijn dan ook van mening dat slechts een systeem over zal blijven. Link to Sql heeft inmiddels een zodanig grote achterstand ten opzichte van 3rd-party or-mappers opgelopen dat het te betwijfelen valt of het die achterstand nog wel goed kan maken.

Het Entity Framework is op dit moment technisch geavanceerder, maar is erg complex. Om het voor een ontwikkelaar enigszins toegankelijk te houden is er een aparte edm-designer in ontwikkeling. Het lijkt er echter op dat deze designer de volgende release van Visual Studio niet zal halen. Dit zou een behoorlijke tegenslag betekenen voor de acceptatie van edm omdat een ontwikkelaar dan is aangewezen op een beperkte wizard of de xml-configuratiebestanden met de hand zal moeten aanpassen.
Frans Bouma, de ontwikkelaar van het eerder genoemde LLBLGen Pro, gaf in een reactie aan verdeeld te staan tegenover het initiatief van Microsoft. 'Or-mapping is binnen de .Net-wereld nog relatief onbekend. Veel ontwikkelaars werken nog met datasets of een eigen data access layer. Linq to SQL of Entities kan dit veranderen waardoor het concept van or-mapping bekender wordt, en daarmee de markt groter. Een slechte eerste implementatie kan echter nadelig zijn voor het concept omdat mensen niet de juiste indruk van de mogelijkheden van de techniek krijgen.'
Microsoft heeft inmiddels details rond de lancering van de nieuwe versie van Visual Studio bekend gemaakt. De eerste bèta zal in het tweede kwartaal van 2007 beschikbaar komen, gevolgd door een tweede bèta halverwege dit jaar. Een datum voor een rtm-versie kon het bedrijf nog niet geven.