De Europese Commissie gaat ruim anderhalf jaar na de aanvankelijke goedkeuring van de fusie tussen Sony en BMG - dat op Universal na het grootste label ter wereld opleverde - die alsnog aan een uitgebreid onderzoek onderwerpen.
Indertijd was het feit dat Universal niet van de eerste plek werd gestoten een belangrijke motivering om de fusie goed te keuren. De Commissie sprak wel de vrees uit dat er een collectieve dominantie zou ontstaan van de 'grote vier' - die verder EMI en Warner tot zijn leden mag rekenen - maar zag er toch geen beletsel in voor de creatie van de gigant Sony BMG. Vorige zomer werd de Commissie echter teruggefloten door het Europese Gerecht van Eerste Aanleg, dat oordeelde dat 'het niet bestaan van collectieve dominantie vóór de fusie of het ontbreken van risico daartoe erna' onvoldoende was aangetoond in de motivering van de oorspronkelijke goedkeuring.
Nu de zaak weer is geopend zal de Commissie de bewijslast opnieuw bekijken, en zal het tevens nieuwe ontwikkelingen meenemen zoals de groei van online muziekverkoop. Uiterlijk 2 juli moet er een beslissing op tafel liggen, die kan betekenen dat de fusie ongeldig wordt verklaard. Een woordvoerdster wilde de vraag hoe de twee bedrijven in dat geval weer uitelkaar gepeuterd moeten worden, niet beantwoorden: 'We gaan liever niet in op hypothetische situaties.' Het is onduidelijk hoever de macht van de Commissie in dergelijke gevallen precies reikt.
Voorafgaand aan de goedkeuring van de fusie had onder andere Apple hier bezwaar tegen aangetekend, omdat het bang was dat Sony BMG, door te sterke banden met moederbedrijf Sony, een sterke positie zou kunnen verwerven met zijn downloaddienst Sony Connect. Met een marktaandeel voor iTunes van ruim tachtig procent lijkt het er evenwel op dat die vrees van het bedrijf vooralsnog ongegrond is gebleken.