Een van de problemen waar beginnende Linux-gebruikers mee geconfronteerd worden, is vaak het aan de praat krijgen van hun draadloze netwerk. Ontwikkelaars zijn echter van plan om dit probleem op korte termijn aan te gaan pakken.
Op de Linux Wireless Summit die vorige maand plaatsvond in London, was de situatie al besproken. Kernelontwikkelaars zaten er om de tafel met vertegenwoordigers van Intel, Broadcom, Devicescape, MontaVitsa en Nokia en de bijeenkomst was volgens Linux-ontwikkelaar Stephen Hemminger ontzettend productief. Een belangrijke drempel die overwonnen moet worden om wifi vlot aan de praat te krijgen onder Linux, is de afwezigheid van drivers voor veel chipsets. Bovendien zou de ontwikkeling van de nieuwe 802.11-stack maar gestaag vorderen en zou de invoering van een nieuwe wifi-api ook al niet bijgedragen hebben tot de snelheid van ontwikkelen. Volgens Hemminger is deze api op zich wel een vooruitgang, maar is het vervelend dat elke vorm van user interface ontbreekt.
Hemminger benadrukt dat de schuld voor het ontbreken van opensourcedrivers niet volledig bij de hardwarefabrikanten gelegd kan worden. Om de goedkeuring van de Federal Communications Commission te verkrijgen, moeten de instellingen met betrekking tot zendsterkte afgeschermd worden van de gebruiker. De enige manier voor hardwarefabrikanten om dit te doen, is het gebruiken van een closed source component dat ofwel in de firmware draait, ofwel in de kernel of userspace van het systeem. Bovendien weten Linux-ontwikkelaars niet goed wat ze met hun reverse engineered drivers aan moeten vangen. Zij zijn eerder terughoudend met het verspreiden hiervan, aangezien de FCC het verspreiden van software om de zendsterkte van een access point op te drijven, al eerder tegengehouden heeft.