De zogenaamde second-tier moederbordmakers zijn niet blij met Intels vernieuwingsdrang. Door de snelle opeenvolging van productlanceringen, worden zij namelijk gedwongen tot het steeds sneller ontwerpen van nieuwe moederborden.
Intel lanceerde dit jaar de Pentium D 900, de Pentium 4 600, de Core 2 Duo's en de Core 2-chips en introduceerde naast deze processors ook verschillende nieuwe chipsets. Bij elke nieuwe processor of chipset moeten moederbordmakers echter hun ontwerp opnieuw testen, aanpassen en in sommige gevallen zelfs een compleet nieuwe plank ontwerpen. Met al die research en ontwikkeling gaan hoge kosten gepaard die de moederbordmakers niet altijd kunnen opbrengen. Als ze dan ook nog eens rekening moeten gaan houden met Viiv- en vPro-platformen, wordt het hen helemaal te gortig.
De grote fabrikanten als Asustek, Foxconn en Gigabyte merken die productvernieuwingen hoogstens aan een lichte stijging van het r&d-budget en aan het feit dat bestaande voorraden sneller verkocht moeten worden. De kleinere spelers op de markt hebben het echter lastiger en kunnen het hoge tempo niet altijd bijhouden. Daardoor krijgen ze een achterstand op de grote merken en dat maakt het bijgevolg nog lastiger om voldoende onderzoek en ontwikkeling te kunnen financieren. Dat de kleine moederbordfabrikanten het moeilijk hebben is echter geen nieuw gegeven. In het voorbije anderhalve jaar kwam Chaintech deels in handen van Walton, werd Abit gekocht door USI, bundelden Leadtek en Foxconn de krachten en gingen Gigabyte en Asus een joint-venture aan.
