De rechtszaak over het spionageschandaal bij HP krijgt nog een venijnig staartje: ceo Mark Hurd en zeven andere bestuurders zouden zich schuldig hebben gemaakt aan aandelenhandel met voorkennis.
De acht bestuurders hebben aandelen ter waarde van 41,3 miljoen dollar verkocht terwijl ze wisten dat de koers zou dalen, luidt de beschuldiging. De aanklacht is toegevoegd aan een rechtszaak die op dit moment door aandeelhouders in Californië wordt gevoerd. De klagende aandelenbezitters eisen een herstructurering van het HP-bestuur. Daarnaast hebben ze de rechtbank gevraagd om de toekenning van zogeheten 'punitive damages', een boete die aan de klagers wordt uitbetaald en die extreem hoog kan oplopen. In een officiële verklaring heeft HP laten weten dat de beschuldiging 'ongegrond' is. 'De klagers proberen een intern onderzoek van HP te misbruiken voor eigen gewin. Daarmee benadelen ze HP en diens aandeelhouders en werknemers. We zullen ons krachtig verweren.'
De feiten lijken niet in het voordeel van HP te spreken. Op 21 augustus maakte HP bekend dat het voor 6 miljard dollar aan eigen aandelen zou terugkopen, waarop de koers daarvan steeg. De acht bestuurders verkochten vervolgens tussen 21 augustus en 6 september 1,7 miljoen aandelen, zo stelt de aanklacht. Op 31 augustus maakte HP bekend dat het 'de mogelijkheid onderzocht' dat het illegale praktijken had gebezigd bij een onderzoek naar het lekken van informatie uit het bestuur, waarop de aandelenkoers weer daalde. Het bedrijf heeft inmiddels wel al toegegeven dat het van twaalf mensen gegevens over telefoongesprekken heeft verkregen. De gegevens werden bemachtigd door privé-detectives die zich voordeden als de mensen die ze onderzochten, een methode die bekend staat als 'pretexting'.
Opmerkelijk genoeg werd, daags voordat het HP-schandaal aan het licht kwam, een strenge anti-pretextingwet door de Californische volksvertegenwoordiging afgeschoten. De wet had het bedrijven en particulieren onmogelijk moeten maken om zich voor iemand anders uit te geven, en werd breed gesteund. Vlak voor de wet zou worden aangenomen sloeg de stemming echter om. Verantwoordelijk voor de koerswijziging, zo is nu gebleken, zijn de lobbyisten van de Mpaa. Die organisatie vindt dat pretexting essentieel is om piraterij aan te pakken en slaagde erin om de wet tegen te houden. De HP-bestuurders zullen er voorlopig niet rouwig om zijn dat er vervolgens een sterk afgezwakte wet werd aangenomen: als de door HP gebruikte pretexting-methode legitiem wordt bevonden, staat immers ook de klacht over voorkennis op losse schroeven.