Uit de tweemaandelijkse ICT Barometer van Ernst & Young onder 598 managers, directeuren en professionals blijkt dat cybercrime bij organisaties nog immer voor veel overlast zorgt en dat men weinig vertrouwen heeft in beveiligingen om cybercrime tegen te gaan.
Ruim veertig procent van de cybercrimeproblemen wordt veroorzaakt door computerwormen en -virussen. Op de tweede plaats, met 37 procent, is het aanbieden van illegale diensten en producten via internet te vinden. Slechts 15 procent van de ondervraagden is wel eens tegen phishing aangelopen, waardoor deze vorm van cybercriminaliteit op de derde plek is te vinden. Naast deze externe aanvallen op de ict-beveiliging van organisaties, zijn er ook interne oorzaken te benoemen. Zo vormt het vanuit thuis kunnen inloggen op het bedrijfsnetwerk en het gebruik van draagbare harde schijven en usb-sticks een steeds groter wordend probleem, aldus bijna een derde van de ondervraagden. Verder worden draadloze netwerken door een kwart van de bevraagden gezien als een potentieel beveiligingsprobleem.
Om cybercriminaliteit buiten de deur te houden, wordt door veel organisaties gebruikgemaakt van een firewall. Bij driekwart van de ondervraagden is een digitale beschutting geplaatst. Verder wordt veelvuldig gebruikgemaakt van antivirus-, antiworm- en antispywaresoftware. Bij slechts een kwart van de bevraagden was ook intrusion detection software actief. Ondanks al deze maatregelen, geeft iets meer dan de helft van de ondervraagden aan veel vertrouwen te hebben in de beveiliging van een organisatie tegen schade van cybercriminaliteit. Ongeveer veertig procent heeft echter een matig of zelfs helemaal geen vertrouwen in de beveiliging tegen cybercrime.