Met het stijgende enthousiasme over het 'Web 2.0'-concept lijkt ook de Internetzeepbel 2.0 opgeblazen te worden. In 2003 werd al gewaarschuwd voor de risico's die met de explosieve toename van WiFi-hotspots gepaard gingen, maar rampscenario's bleven toen uit. Succesverhalen als die van YouTube, Facebook en MySpace laten de dollartekens echter weer in de ogen van investeerders verschijnen en daarmee verdwijnt ook hun opgebouwde aversie tegen internetbedrijven. Sommigen vrezen dan ook dat er een tweede dotcomhype zal ontstaan die na verloop van tijd weer zal instorten, maar investeerders hebben naar eigen zeggen van hun ervaringen geleerd.
Zo stellen zij dat ze beter op de hoogte zijn van de producten en diensten die beginnende veelbelovende internetbedrijven aanbieden en hanteren zij strikte principes vooraleer over te gaan tot het neerleggen van grote bedragen. Dit staat in schril contrast met de dotcomhype, toen kapitaalkrachtigen hun geld ter beschikking stelden van bijna iedereen 'die wat met internet deed'. Ook de bedrijven zijn realistischer geworden en bouwen hun diensten nu langzamer op, terwijl startups eind de jaren negentig vaak miljoenen dollars investeerden nog voor ze een dienst gelanceerd hadden. Het voorbeeld van Google, wiens strategie eruit bestaat de uitgaven te matigen en zich te concentreren op het afleveren van een goede dienst, zal daar zeker in meespelen.