De IEEE zal niet eerder dan in 2010 met een 100Gbps-ethernetstandaard op de proppen komen. Deskundigen denken dat technische problemen en een hoge kostprijs het voorlopig onwaarschijnlijk maken dat er voor die tijd een bruikbare uitwerking van de supersnelle netwerktechnologie op de markt verschijnt. Wel is duidelijk dat een dergelijke architectuur optisch zal zijn: 'Koper is als medium wellicht bruikbaar, maar als je naast zo'n kabel gaat staan geef je wel licht in het donker', vatte een specialist van Quake Technologies het probleem samen. Om economisch rendabel te zijn, zou de prijs per 100Gbps-poort onder de drieduizend dollar moeten zakken.
De kostprijs van een 10Gbps-poort bedraagt momenteel zo'n vijfhonderd dollar, maar er wordt gewerkt aan oplossingen die die prijs met een factor vijf moeten verlagen en die nog wel met de bestaande Cat6-bekabeling werkt. Toch zal ook apparatuur die 10Gbit per seconde verwerkt, vermoedelijk niet eerder dan 2008 gemeengoed worden. Een onderzoeker van Force10 Networks denkt echter dat de 10Gbps-technologie desondanks binnen drie jaar aan zijn plafond zal zitten: 'In 2009 moet een enkele blade 500Gbps kunnen afhandelen, of hij verkoopt niet meer.' De onderzoekers waren het er over eens dat datavervoerders en andere grootverbruikers van informatie de extra snelheid goed kunnen gebruiken; sterker nog: binnen tien jaar zou een 1Tbps-standaard gemeengoed moeten zijn. De steeds hogere snelheden zijn overigens minder relevant voor kleinzakelijk en particulier gebruik: meer dan de helft van alle in 2005 verkochte switches kan hooguit 100Mbps aan.