Internetproviders mogen niet met surfsnelheden adverteren die niet gegarandeerd kunnen worden. Ze dienen voortaan te vermelden dat de in reclame genoemde snelheden de maximaal haalbare zijn. Dat heeft de Reclame Code Commissie besloten naar aanleiding van een klacht over een reclame van internetprovider InterNLnet. Een InterNLnet-abonnee uit Den Haag stoorde zich aan de geadverteerde snelheden omdat deze slechts van theoretische waarde zouden zijn, die in de praktijk 'in het gunstigste geval' zestien procent lager uit zouden pakken, en vaak zelfs tot 33 procent lager zouden zijn. Uit een vorige maand gepubliceerd onderzoek zou blijken dat de meeste internetproviders in Nederland de geadverteerde snelheden niet waar maken.
De Reclame Code Commissie is met de Hagenaar van mening dat InterNLnet de snelheden als 'te absoluut' vermeldt, zonder dat er garantie voor dergelijke snelheden kan worden gegeven. Onder meer omdat aanbieders geen invloed uit kunnen oefenen op alle parameters die bepalend zijn voor de uiteindelijke snelheid van een aansluiting, wordt het adverteren met deze 'theoretische snelheden' als misleidend gezien. Volgens de Reclame Code Commissie dienen reclames van internetproviders daarom voortaan van een kanttekening te worden voorzien en is het niet voldoende alleen in de FAQ-sectie van een website te vertellen hoe de vork in de steel zit. InterNLnet heeft tot 1 februari de tijd om tegen de beslissing in beroep te gaan, maar heeft al aangegeven 'nog duidelijker' te maken dat de weergegeven snelheden theoretisch zijn. In ieder geval zijn op de website-pagina van het bewuste abonnement al 'kleine lettertjes' te lezen, iets dat nu wellicht bij providerreclames in de mode zal raken.
