Europese en Japanse onderzoekers zijn erin geslaagd om in Zweden snelle breedbandverbindingen op te zetten door gebruik te maken van een luchtballon, van het type dat ook voor weermetingen wordt gebruikt. Voor de tests werd een ballon negen uur op een hoogte van 24 kilometer gehouden, die werd gebruikt om tussen verschillende aardstations een dataverbinding van 11Mbps in de lucht te houden (letterlijk dus). De onderzoekers verwachten dat de techniek geschikt is voor snelheden tot 120Mbps. Het onderzoek wordt onder meer gesteund door British Telecom en de Europese Unie. Volgend jaar vinden er in Japan nieuwe proeven plaats.
Luchtschepen zijn interessant voor internetverbindingen omdat de fysieke snelheidsbeperkingen van vaste materie zoals kabels of telefoonlijnen wegvallen; er wordt gebruikgemaakt van een optische verbinding door de lucht. Ze kunnen verbindingen in de lucht houden tegen een fractie van de kosten voor satellietcommunicatie, en kunnen duizendmaal zoveel gebruikers van een breedbandverbinding voorzien als een satelliet. Een luchtschip kan een oppervlakte van tegen de drieduizend vierkante kilometer bedienen, wat betekent dat ons land door een stuk of dertien luchtschepen gedekt zou kunnen worden. De onderzoekers zeggen dat de techniek niet in de eerste plaats bedoeld is om bestaande verbindingen te vervangen, maar om aanvullende diensten te kunnen leveren. Zo zou de techniek bijvoorbeeld zeer geschikt zijn om treinreizigers van breedbandinternet te voorzien.
