In het rapport 'Mediawijsheid. De ontwikkeling van nieuw burgerschap' van de Raad voor Cultuur krijgt staatssecretaris Medy van der Laan van D'66 het advies om de burger in het algemeen weerbaarder te maken in de moderne multimediale samenleving. Het tot nog toe gangbare begrip 'media-educatie' is te beperkt gebleken, aldus de raad: ' Zowel in de praktijk als in het overheidsbeleid is media-educatie te exclusief gericht op onderwijs, kinderen en jongeren, aanbod en bescherming.' Het rapport staat een bredere aanpak voor, waarbij bijvoorbeeld scholen zogenaamde 'mediacoaches' moeten aanstellen om leerlingen met informatieconsumptie om te leren gaan. Net als andere Nederlanders zouden scholieren zo de kennis en de vaardigheid moete krijgen om op het internet gevonden informatie op waarde te schatten. Ook het aanbieden van informatie is niet zonder gevolgen; als iemand zijn ziektegeschiedenis online plaatst kan hij een ander choqueren, nog los van het opgeven van de eigen privacy.
Wel vindt de Raad dat burgers een actieve bijdrage aan bijvoorbeeld het internet moeten leveren. Verder moet de publieke omroep een voorbeeldfunctie krijgen. Die zou 'onberispelijke' producties moeten afleveren die bijvoorbeeld via bibliotheken toegankelijk gemaakt moeten worden. De plannen moeten voorkomen dat er een maatschappelijke tweedeling ontstaat tussen de 'knows' en de 'know-nots', zoals die eerder al door het Sociaal Cultureel Planbureau werd aangekondigd. Bovendien doet de overheid steeds vaker een beroep op de zelfredzaamheid van de burgers, waarbij het internet een steeds belangrijker rol speelt. Ook hierom dient de staat verantwoordelijkheid te nemen en burgers de benodigde basisvaardigheden bij te brengen, aldus de raad.