Onderzoeksbureau Evans Data publiceerde afgelopen week het 'Open Source Vision'-rapport, dat onder andere laat zien dat prijs niet het belangrijkste argument voor het gebruik van open-sourcesoftware is. Bedrijven nemen toch al aan dat ze voor kwaliteit moeten betalen, aldus onderzoeker John Andrews; omdat IT-budgetten voor het grootste deel uit personeelskosten bestaan, zouden bedrijven dus geen moeite hebben met het inkopen van service en support. Uiteraard geeft geen enkel bedrijf graag geld uit, wat in eerste instantie de aantrekkingskracht van de gratis open-sourceproducten verklaart, bevestigt Stacey Quandt van Quandt Analytics. 'Maar als iemand voor open source kiest, is dat altijd op basis van de technische eisen.' Dat kan Andrews weer bevestigen: de open-sourcetechnologie is volgens hem volwassen geworden, en stabiliteit en prestaties staan niet meer ter discussie.
John Koenig, een consultant voor softwareverkopers, wist te melden dat niet zozeer het kostenvoordeel als wel de vrijheid van open-sourceproducten bedrijven aantrekt. 'Ze kunnen de software naar believen wijzigen en vaak ook verkopen.' Het onderzoek van Evans Data bevestigt dat met een opmerkelijk cijfer: met 56,2 procent gebruikt meer dan de helft van alle ontwikkelaars open-sourcemodules bij de ontwikkeling van eigen software. In 2001 was dat nog ruim 38 procent. Inmiddels wordt de 'vrije' software door steeds meer en steeds grotere bedrijven gebruikt. 'We hebben over het afgelopen jaar een sterkere stijging van open-sourcegebruik gezien dan in voorgaande jaren', aldus Andrews. Dat een aantal grote bedrijven voor open-sourcestandaarden heeft gekozen zou daar in niet geringe mate aan hebben bijgedragen.