De geestelijk vader van Java zou, als hij een keuze moest maken, ervoor kiezen de kern van de programmeertaal open source te maken. James Gosling, de man die Java acht jaar geleden losliet op de wereld, is ervan overtuigd dat Java veilig zou zijn voor sabotagepogingen van concurrenten die Java ongunstig gezind zijn. De markt zou zijn werk doen en tegengaan dat iemand code in Java zou smokkelen die het product incompatible zou maken en de ontwikkelgemeenschap zou breken.
Binnen Sun, een bedrijf dat beslissingen neemt op basis van consensus, bestaat echter grote onenigheid over de mogelijkheden die open source ontwikkeling Java zou bieden. Gosling is zoals gezegd een voorstander, maar Jonathan Schwartz (de executive vice president of software bij Sun) is duidelijk niet klaar voor de sprong. Zijn grootste angst bestaat uit een concurrent (hij noemt Microsoft met naam en toenaam) die Java zou kunnen leveren aan consumenten en daarvoor een aangepaste versie zou nemen, die niet voldoen zou aan de gedachte die de ontwikkelgemeenschap heeft bij de werking van Java.
Achter Java staan onderhand miljoenen ontwikkelaars, die vrij zijn ook met de kern van het systeem te experimenteren, zolang de ontwikkelingen niet commercieel gebruikt worden. Daarnaast is er sprake van een groeiend aantal open source Java-projecten. Sun is van plan de gemeenschap van Java-ontwikkelaars te stimuleren zodat deze groeit van 3 miljoen tot 10 miljoen leden. Desgevraagd zijn Gosling daar het volgende over:
I think it's a very realistic goal. It's a tough one, and a lot depends on how you think of the goal. You've got this huge educational system that is feeding the world with pre-educated Java developers. If you counted up all the people who have learned to program in Java, we are way ahead of 10 million.