De jongens van Digit Life hebben zich blijkbaar niet zitten vervelen, een 34 pagina's tellende review van de GeForce FX 5800 Ultra is het resultaat. Na een uitgebreid overzicht, waarin alle door nVidia en ATi uitgebrachte chips vanaf het jaar 2001 de revue passeren, worden alle technische specificaties van de NV30-chip uitgebreid besproken. Wie geïnteresseerd is in het hele FX-verhaal wordt doorverwezen naar een ander artikel op hun website, aldus Digit Life. De in deze review bekeken kaart heeft een AGP 4x/8x interface en is in het bezit van 128MB GDDR-II SDRAM van het merk Samsung, verdeeld over 8 chips op iedere zijde van de kaart.


Het geheugen spint zijn cycli op 500MHz in 3D en op 300MHz in 2D. Door het gebruikte DDR-geheugen is dit respectievelijk 1000 en 600MHz. De echte blikvanger op de videokaart is de gigantische koeler. Digit Life heeft de koeler er niet afgehaald, simpelweg omdat deze te gecompliceerd zit vastgemaakt. Door deze grote koeler zal het eerste PCI-slot onbruikbaar zijn. Naast de standaard VGA-connector is de kaart voorzien van een DVI-aansluiting en een S-Video-connector. De reviewer van Digit Life gaat zeer uitgebreid in op de koeling en de werking daar van. Als laatste punt wordt er nog even gewezen op de extra voedingsaansluiting die de 5800 vereist, vergelijkbaar met die van de Voodoo5 5500.
Na deze uitgebreide bespreking van het uiterlijk van de kaart, is het tijd geworden om de 5800 te gaan testen. Het door Digit Life gebruikte testsysteem bestond uit een Asus P4G8X Granite Bay moederbord met daarop een Intel Pentium 4 3,06GHz, 1024MB DDR-geheugen en een Seagate Barracuda IV harde schijf van 40GB. Als besturingssyssteem werd er Windows XP met SP1 en DirectX 9.0 geïnstalleerd. Dit alles zat gekoppeld aan twee 21" schermen van ViewSonic. De voor deze review geïnstalleerde driver is versie 41.68 van nVidia. De uitleg van de alle driverinstellingen wordt flink gevisualiseerd door Digit Life, met maar liefst 10 screenshots wordt er duidelijk gemaakt welke instellingen er zijn gebruikt.
Na dit alles wordt er pas echt begonnen met testen. Ter vergelijking zijn de Albatron Medusa GeForce4 Ti 4600 en de Hercules 3D Prophet 9700 PRO ook onder handen genomen. Als eerste wordt er naar de 2D-kwaliteit gekeken. Deze is volgens de reviewer van Digit Life zeer goed, maar kan uiteraard verschillen per videokaart en monitor. Na de 2D-test worden alle benchmarks die RightMark3D rijk is toegelicht en uiteraard toegepast op de GeForce FX 5800 Ultra. Iedere test wordt duidelijk toegelicht en is voorzien van veel staafdiagrammen. Ook de begrippen anisotropic filtering en anti-aliasing worden nog even aangestipt.
Uiteraard wordt er ook nog gebenchmarked met 3DMark2001 SE en 3DMark03. Hierbij komt vrijwel altijd de nVidia-kaart als winnaar uit de bus, iets wat volgens Digit Life te danken is aan de betere anisotropic filtering. Al dit 3D-geweld is weer voorzien van veel staafdiagrammen. Na afloop van 3DMark03 vraagt de reviewer van Digit Life zich af of deze benchmark wel een goede reflectie is voor de gamerswereld. Om de performance van de 5800 in wat games te testen, heeft Digit Life gekozen voor Quake3 ARENA, Serious Sam, Return to Castle Wolfenstein, Code Creatures, Unreal Tournament 2003 Demo en de Alpha versie van Doom III.
In Quake3 is de kaart van nVidia nog de duidelijke winnaar, bij Serious Sam is dat anders. Daar wint de 9700 Pro van ATi veelal, behalve op de laagste resolutie. Daarna is de beurt weer aan de GeForce FX. In zowel Return to Castle Wolfenstein als de Unreal Tournament 2003 Demo en Doom III Alpha is nVidia de snelste, al is het verschil soms marginaal. Na al dit grafische geweld wordt de 3D-kwaliteit nogmaals besproken, allemaal weer voorzien van een overvloed aan plaatjes.
Uiteindelijk zijn de jongens van Digit Life bij de conclusie aangekomen. Eerst maken ze duidelijk hoe blij ze zijn dat ze deze mooie kaart hebben kunnen testen, alhoewel hij waarschijnlijk nooit in deze vorm op de markt zal verschijnen. De NV30 is volgens hen een stap in de juiste richting wat flexibele programmeerbare GPU's betreft. De kaart heeft zo zijn nadelen, al zijn deze volgens hun vrij simpel op te lossen, iets wat Digit Life hoopt te zien gebeuren in de komende versies van de NV3X-chips. Al met al is het een zeer uitgebreide review, die flink doorspekt is van extra uitleg en duidelijke diagrammen:
The weakest point of the GeForce FX 5800 is the 128bit memory bus because even such fast memory working at 500 (1000) MHz can't provide the required throughput for the 500MHz 8-pipeline chip. It had a very bad effect on the AA in spite of the frame buffer compression in MSAA modes. [...] As a result, the NV30 has a lower speed in the AA mode than the R300 (which has both compression and the 256bit memory bus). [...]
Another downside is a noisy cooler which can frighten users by unexpected starts or pauses (when the rotation speed gets lower). Because of such design a user has to sacrifice the first PCI slot. But this downside can be dealt with, and there are already cards with cooling systems free of shortcomings of the reference card. So, despite the above weak points, this is the fastest 3D accelerator for the beginning of 2003.