IBM's legendarische Deep Blue, de computer die vijf jaar geleden het schaakduel tegen de wereldkampioen Garry Kasparov won en daarmee liet zien waar een hoopje microchips toe in staat is, zal zijn oude dagen gaan doorbrengen in het 'Smithsonian's National Museum of American History', zo kunnen we lezen op Forbes.com. IBM kondigde gisteren aan dat het één van de twee koelkast-formaat torens die samen Deep Blue vormden heeft gedoneerd aan het museum, dat al vele 'historische voorwerpen' in haar bezit heeft. De reden dat de 500 microprocessors tellende supercomputer één jaar geleden buiten werking werd gesteld, is het feit dat de technologie tegenwoordig vele malen kleiner, sneller en goedkoper in gebruik is dan Deep Blue ooit zou kunnen zijn.
Het werk aan Deep Blue begon in 1989, toen enkele onderzoekers aan de slag gingen met het ontwerpen van een schaakcomputer. Nadat die computer in 1997 de menselijke wereldkampioen in deze denksport onder het schaakbord geschoffeld had, werd het systeem overgebracht naar IBM's Watson Research Center in New York waar het meehielp met database-onderzoek. Na vier jaar trouwe dienst werd de stekker uit het stopcontact getrokken en nu gaat Deep Blue deel uitmaken van de permanente tentoonstelling "Information Age: People, Information and Technology".
Murray Campbell, who was one of the scientists who started working on designing a chess computer for IBM in 1989 and who now leads database research, said the work IBM began with Deep Blue didn't finish when it beat Kasparov.
"It made people realize that computers can solve really hard problems if you really apply them correctly. And there are plenty of hard problems out there in the world today," Campbell said
