Autofabrikant Stellantis stopt met de productie en ontwikkeling van waterstofvoertuigen. Het bedrijf zegt dat er onvoldoende infrastructuur en overheidssteun is. Stellantis maakte onder meer Citroën-, Opel- en Peugeot-waterstofbestelbussen.
"Aangezien de waterstofmarkt op de middellange termijn geen mogelijkheden tot ontwikkeling laat zien, heeft Stellantis besloten zijn waterstofontwikkelingsprogramma te staken", schrijft het bedrijf. Het bedrijf wijst op de beperkte beschikbaarheid van waterstoftankstations, de grote benodigde investeringen en 'de noodzaak voor sterkere aanschafprikkels voor consumenten' als redenen om geen vertrouwen te hebben in de middellange toekomst van waterstofvoertuigen.
Het bedrijf was van plan om later dit jaar Pro One-waterstofbestelbussen in productie te nemen. Dit zouden grotere bussen worden dan de waterstofbestelbusjes die sinds 2023 in Nederland werden verkocht. De productie van de Pro One-bussen gaat echter niet meer door. Die kleinere bestelbussen werden samen met Symbio gemaakt, een bedrijf waarvan Stellantis voor 33 procent eigenaar is. Stellantis onderzoekt nog samen met de andere eigenaren wat de consequenties zijn voor Symbio.
Jean-Philippe Imparato, chief operating officer bij Stellantis, legt uit dat de keuze om te stoppen met waterstofvoertuigen ook te maken heeft met strenge CO2-normen vanuit de EU. Autofabrikanten moeten veel investeren in bijvoorbeeld accu-elektrische auto's om deze doelstellingen te halen. "De waterstofmarkt blijft een nichesegment, met geen vooruitzichten op economische duurzaamheid op de middellange termijn", zegt Imparato. "We moeten heldere en verantwoordelijke keuzes maken om er zeker van te zijn dat we competitief zijn en voldoen aan de verwachtingen van onze klanten met onze elektrische en hybride voertuigen."
/i/2005510750.png?f=imagenormal)