Smartwatches kunnen het tijdstip van overlijden meten met een marge van zo'n dertig minuten. Dat kan van belang zijn bij mogelijke moordzaken, zegt het NFI. Het lijkt er niet op dat het NFI gegevens van smartwatches direct wil gebruiken bij moordzaken.
Het Nederlands Forensisch Instituut onderzocht Garmin-, Apple- en Samsung-smartwatches, met het doel om te bepalen of ze gebruikt kunnen worden om het tijdstip van overlijden te bepalen. De wearables verzamelen immers continu gegevens als hartslag, beweging en soms het zuurstofgehalte. Op basis van deze gegevens is het tijdstip van overlijden te meten met een marge van zo'n dertig minuten. Het NFI zegt niets over eventuele verschillen tussen de smartwatches.
De smartwatches zouden vooral van pas komen bij sterfgevallen zonder getuigen of camerabeelden. Nu bepalen politiediensten het tijdstip van overlijden onder meer aan de hand van de lichaamstemperatuur. "Dit levert vaak een marge op van meerdere uren en wordt beïnvloed door factoren als kleding, luchtcirculatie, vochtigheid en buitentemperatuur", zegt Jan Peter van Zandwijk, digitaal forensisch wetenschapper bij het NFI. De smartwatches zouden een nauwkeuriger beeld kunnen scheppen van het tijdstip van overlijden.
Het onderzoek werd uitgevoerd door Tanja Gosseling, forensisch arts in opleiding bij het NFI. Ze voerde het onderzoek uit aan de hand van 27 personen die euthanasie lieten plegen. Deze personen gaven vooraf toestemming en werden via hun huisarts benaderd. Minstens drie uur voor het verwachte overlijden deden deze personen een smartwatch om. Op het moment van overlijden noteerde de arts het exacte tijdstip van overlijden. Na ongeveer een half uur werd de smartwatch weer van de pols gehaald.
Van Zandwijk zegt dat de gegevens ook door de politie gebruikt kunnen worden, al lijkt het er niet op dat dit direct gaat gebeuren. Het NFI spreekt over 'een eerste stap' en vervolgonderzoek, 'bijvoorbeeld naar postmortale verplaatsing'.