De dna-databank voor strafzaken bevat nu dna-profielen van 400.000 personen. De databank wordt beheerd door het Nederlands Forensisch Instituut, of NFI, en bestaat nu zo'n 27 jaar. 62 procent van alle sporen levert nu een match op met een persoon in deze databank.
Nederland kent sinds 1994 een dna-wet en sinds 1997 een dna-databank, schrijft het NFI op zijn website. Daarin zit geen fysiek dna, maar alleen dna-profielen, dus getallen. De eerste sporen die werden toegevoegd komen uit 1992 en betreffen een zaak van een mishandeling met dodelijke afloop.
In eerste instantie werden alleen dna-profielen opgenomen bij zware delicten, waar meer dan acht jaar gevangenisstraf voor stond. Destijds moest de rechter-commissaris ook nog opdracht geven om dna-onderzoek uit te mogen voeren. Sinds 2005 wordt van alle personen die veroordeeld zijn voor een delict waar voorlopige hechtenis op staat een dna-profiel aangemaakt en opgenomen in de dna-databank voor strafzaken. Volgens het NFI zijn dat in de praktijk vooral misdrijven waar een gevangenisstraf van vier jaar of meer voor staat.
Deze zomer werd de grens van 400.000 personen in de databank doorbroken. Maandelijks zijn er nu zo'n tweehonderd tot vierhonderd matches, zegt het NFI. Ook worden dna-profielen iedere nacht vergeleken met alle andere aangesloten dna-databanken in Europa, om te zien of er een match is.