Er zit een bug in de iPhone Mirroring-functie van macOS Sequoia en iOS 18. Hierdoor gaan Mac-computers iPhone-apps zien als Mac-apps, wat ertoe kan leiden dat de persoonlijke iPhone-apps van werknemers zichtbaar zijn voor hun werkgever.
Cybersecuritybedrijf Sevco kwam de bug eind september op het spoor toen het opmerkte dat persoonlijke iOS-applicaties stonden aangemerkt als 'geïnstalleerd op Mac-apparaten'. Bij het gebruik van iPhone Mirroring wordt bij elke gebruikte iPhone een item aangemaakt in de volgende Mac-bibliotheek: /Users/<user>/Library/Daemon Containers/<uuid>/Data/Library/Caches/<app_name>. Dit betekent dat de Mac de telefoonapps behandelt alsof het Mac-apps zijn.
De bug kan ertoe leiden dat bedrijven per ongeluk de privacy van hun werknemers schenden. Als een bedrijf bijvoorbeeld een geautomatiseerde audit uitvoert om alle Mac-apps te controleren, kunnen de persoonlijke iPhone-apps van werknemers daar ook tussen staan. De bedrijven kunnen apps niet inzien, maar volgens Sevco is er al sprake van een groot privacyrisico als werkgevers weten welke apps hun werknemers gebruiken op hun privételefoons.
Sevco heeft de bug gemeld bij Apple, dat momenteel werkt aan een fix. Het cybersecuritybedrijf raadt werknemers aan om geen iPhone Mirroring te gebruiken bij werk-Macs.
IPhone Mirroring laat de gebruiker zijn telefoon bedienen vanaf de Mac, inclusief het openen van apps en het reageren op meldingen. De functie is nog niet beschikbaar in de Europese Unie vanwege de Digital Markets Act, al hebben Apple en de Europese Commissie niet duidelijk gemaakt op welke manier de functie in strijd is met die wet.