Taiwanese elektronicafabrikant Foxconn schrapt zijn plannen voor een joint venture met Indiaas bedrijf Vedanta. Die twee bedrijven zouden samen chips gaan produceren in India, maar hebben volgens Foxconn na onderling overleg besloten om de samenwerking stop te zetten.
Foxconn en Vedanta kondigden het einde van de joint venture op maandag aan, schrijft persbureau Reuters. Foxconn heeft naar eigen zeggen besloten om de joint venture stop te zetten. Het bedrijf gaat zijn naam van een 'entiteit' verwijderen, die nu volledig eigendom wordt van Vedanta. Dat bedrijf zegt dat het zich blijft inzetten voor het halfgeleiderproject en dat het 'andere partners' heeft gevonden om een eerste Indiase foundry op te zetten. Om welke partners dat concreet gaat, is echter niet bekend.
Volgens bronnen van Reuters trekt Foxconn zich terug vanwege vertraging in de goedkeuring van subsidie door de Indiase overheid. De regering zou ook vragen gesteld hebben over de kostenramingen die waren verstrekt om dergelijke subsidie te ontvangen. De regering van India wil een grotere speler worden op de chipmarkt en heeft een subsidiepakket van in totaal ongeveer 8,3 miljard euro voor verschillende halfgeleiderprojecten.
Foxconn en Vedanta ondertekenden vorig jaar een overeenkomst om samen chipfabrieken te bouwen. Daarbij zou Vedanta voor 60 procent eigenaar worden van de joint venture; de overige 40 procent zou in handen van Foxconn zijn gekomen. Met de joint venture zou een investering van in totaal 19,5 miljard dollar gemoeid zijn geweest. Foxconn wilde zijn werkzaamheden met de samenwerking uitbreiden naar andere sectoren; momenteel is het bedrijf vooral bekend als elektronicafabrikant van onder meer Apples iPhones. Het bedrijf wil zich ook meer gaan richten op het produceren van EV's en kondigde vorige maand aan samen autochips te gaan maken met Stellantis.