VMware introduceert Fusion Pro- en Fusion Player 13. De nieuwe versies van de virtualisatie-software bieden native ondersteuning voor Apple-silicon en Windows 11. VMware had eerder al een bètaversie van de Fusion geïntroduceerd waarin deze ondersteuning was toegevoegd.
Volgens VMware voldoet de virtualisatiesoftware aan de systeemeisen van Windows 11 en maakt de software gebruik van een virtuele TPM 2.0-chip om het besturingssysteem van Microsoft te kunnen draaien. Deze virtuele chip ondersteunt een volledige encryptie en een snelle encryptie. Bij deze laatste vorm van encryptie worden enkel de meest kritieke delen van de lokale opslag die nodig zijn om de virtual machine te kunnen draaien, versleuteld. VMware lijkt dezelfde technologie te gebruiken als in de bètaversie van de virtualisatiesoftware die eerder dit jaar werd vrijgegeven.
Op Intel-Macs waar Windows of Linux op wordt gevirtualiseerd, biedt Fusion ondersteuning voor OpenGL 4.3. Bij deze Macs ondersteunt de virtualisatiesoftware ook DirectX 11 en externe gpu’s in Windows. Als Windows gedraaid wordt op een Mac met Apple-silicon, is er enkel ondersteuning voor OpenGL 4.3. Als op zo’n Mac via een virtuele machine een Linux-distro wordt gedraaid met ten minste Linux-kernel 5.19, is er naast ondersteuning voor Open GL 4.3 ook ondersteuning voor 3D hardware acceleration.
Intel-Mac-gebruikers kunnen enkel Windows 11 draaien die ontworpen is voor x86-processoren. Gebruikers van een Mac die draait op Apple-silicon, kunnen enkel de arm-versie van Windows 11 draaien.