In 2021 zijn 97.000 mensen in Nederland slachtoffer geworden van spoofing, waarbij ruim een kwart miljard euro werd buitgemaakt. Het gaat om 11 procent van de totale financiële schade door criminaliteit, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Volgens cijfers van het CBS is er in 2021 voor 261 miljoen euro gestolen door middel van spoofing. Bij deze manier van betalingsfraude doet een crimineel zich per telefoon of via online kanalen voor als iemand anders, om zo toegang tot de bankrekening te krijgen of het slachtoffer geld te laten overmaken.
De meest voorkomende vorm van spoofing is nog altijd de methode waarbij de crimineel zich voordoet als een bankmedewerker en op die manier het slachtoffer geld laat overmaken of toegang krijgt tot de bankrekening. In totaal werd op deze manier 94 miljoen euro gestolen van slachtoffers.
Ook de zogeheten vriend-in-noodfraude is nog steeds populair bij criminelen. Hierbij doet de kwaadwillende zich voor als een vriend of familielid en vraagt het slachtoffer om geld over te maken voor een noodgeval, bijvoorbeeld het betalen van een aanmaning. Slachtoffers van dit soort fraude maken volgens het CBS gemiddeld meer dan 2000 euro over.
De slachtoffers zijn het geld niet altijd definitief kwijt. Zeker bij bankspoofing kan het geld worden teruggehaald bij de dader of wordt de geleden schade vergoed door de betreffende financiële instelling. Banken hebben in 2020 een akkoord gesloten over een compensatieregeling voor spoofingslachtoffers.
/i/2005361070.png?f=imagenormal)