Dit komt los uit onze wetboek, meer kan ik van bronnen niet aanleveren.
https://etaamb.openjustic...ril-2010_n2010011166.html
Art. 41.Wanneer een overeenkomst met een consument werd gesloten ingevolge een oneerlijke handelspraktijk bedoeld in artikel 91, 12°,
16° en 17°, en artikel 94, 1°, 2° en 8°, kan de consument de terugbetaling van de betaalde bedragen eisen binnen een redelijke termijn vanaf het ogenblik waarop hij kennis had of hoorde te hebben van het bestaan ervan, zonder teruggave van het reeds geleverde product.
Wanneer een overeenkomst met een consument werd gesloten ingevolge een oneerlijke handelspraktijk bedoeld in de artikelen 84 tot 86, artikel 91, 1° tot 11°, 13° tot 15°, 18° tot 23°, en artikel 94, 3° tot 7°, kan de rechter, onverminderd de gemeenrechtelijke sancties, de terugbetaling aan de consument van de door hem betaalde bedragen bevelen, zonder teruggave van het reeds geleverde product.
In geval van niet-gevraagde levering aan de consument in de zin van artikel 94, 6°, is de consument in elk geval vrijgesteld van betaling van de prijs en van elke andere tegenprestatie. Het feit dat hij niet reageert op de levering betekent niet dat hij ermee instemt.
Art. 94.Worden onder alle omstandigheden, als oneerlijke handelspraktijken beschouwd, de volgende agressieve handelspraktijken :
1° de indruk geven dat de consument het pand niet mag verlaten alvorens er een overeenkomst is opgesteld;
2° de consument thuis opzoeken en zijn verzoek om weg te gaan of niet meer terug te komen negeren, behalve indien, en voor zover gerechtvaardigd volgens de wettelijke of reglementaire bepalingen, wordt beoogd een contractuele verplichting te doen naleven;
3° hardnekkig en ongewenst aandringen per telefoon, fax, e-mail of andere afstandsmedia, onverminderd : a) de wettelijke of reglementaire bepalingen die dit toelaten om de uitvoering van een contractuele verplichting te verzekeren;
b) artikel 100;
en
c) artikel 14 van de wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij;
4° een consument die op grond van een verzekeringspolis een vordering indient, om documenten vragen die redelijkerwijs niet relevant kunnen worden geacht om de geldigheid van de vordering te beoordelen, dan wel systematisch weigeren antwoord te geven op daaromtrent gevoerde correspondentie, met de bedoeling de consument ervan te weerhouden zijn contractuele rechten uit te oefenen;
5° kinderen er in reclame rechtstreeks toe aanzetten om geadverteerde producten te kopen of om hun ouders of andere volwassenen ertoe over te halen die producten voor hen te kopen;
6° vragen om onmiddellijke dan wel uitgestelde betaling of om terugzending of bewaring van producten die de onderneming heeft geleverd, maar waar de consument niet om heeft gevraagd;
7° de consument uitdrukkelijk meedelen dat, als hij het product niet koopt, de baan van de betrokkene of de bestaansmiddelen van de onderneming in het gedrang komen;
8° de bedrieglijke indruk wekken dat de consument al een prijs heeft gewonnen of zal winnen dan wel door een bepaalde handeling te verrichten een prijs zal winnen of een ander soortgelijk voordeel zal behalen, - als er in feite geen sprake is van een prijs of een ander soortgelijk voordeel;
of - als het ondernemen van stappen om in aanmerking te kunnen komen voor de prijs of voor een ander soortgelijk voordeel afhankelijk is van de betaling van een bedrag door de consument of indien daaraan voor hem kosten zijn verbonden.
[Reactie gewijzigd door BlaDeKke op 22 juli 2024 20:33]